direct naar inhoud van 6.10 Externe veiligheid
Plan: 't Woudt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bp12BG04-vs01

6.10 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet aan deze normen worden voldaan.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en Basisnet Water opgenomen in de circulaire.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. In dat besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering.

Onderzoek

Uit de gegevens die beschikbaar zijn via de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn.

Transport over de A4 en N223

In de omgeving van het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de A4 en over de Woudseweg (N223). De minimale afstand tot de A4 bedraagt ruim 1.200 m. Op een deze afstand is geen sprake meer van ruimtelijke beperkingen als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen. De transportroute over de Woudseweg ligt direct ten zuiden van het plangebied. Het aantal transportbewegingen en de bebouwingsdichtheid langs de route is zodanig dat geen sprake zal zijn van een relevant PR of GR. De ontwikkelingen die met het bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt zijn zeer kleinschalig en zullen geen gevolgen hebben voor de hoogte van het groepsrisico.

Gasleidingen

Het plangebied wordt aan de zuidzijde doorsneden door een hoofdaardgastransportleiding. Figuur 6.3 geeft de ligging van de PR 10-6-contour weer ter hoogte van de kern 't Woudt. Binnen deze contour zijn geen kwetsbare objecten gelegen. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe kwetsbare objecten mogelijk binnen de contour. Wel is de uitbreiding van de veehouderij 't Woudt 2 gelegen binnen de PR 10-6-contour. Agrarische bedrijfsbebouwing dient te worden beschouwd als een beperkt-kwetsbaar object. Voor beperkt-kwetsbare objecten vormt het PR van 10-6 een richtwaarde. In dit geval wordt een uitbreiding binnen de PR 10-6-contour acceptabel geacht omdat slechts sprake is van een zeer beperkte overschrijding van de richtwaarde voor het PR (de uitbreiding vindt plaats op ruime afstand van de gasleiding). Naast het PR is ook het GR langs de leiding van belang. De bebouwingsdichtheden in de zone langs de leiding is dermate laag, dat het GR ruimschoots onder de oriëntatie waarde is gelegen. Het bestemmingsplan heeft geen gevolgen voor de hoogte van het GR langs de leiding.

Ook ten westen en ten oosten van het plangebied zijn hoofdaardgastransportleidingen gelegen. De afstand tot het plangebied is dermate groot, dat deze leidingen niet leiden tot ruimtelijke beperkingen binnen het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1842.bp12BG04-vs01_0026.png"

Figuur 6.3 Risicovolle leidingen in en rond het plangebied (bron: www.risicokaart.nl)

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.