direct naar inhoud van 6.9 Externe veiligheid
Plan: Den Hoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bp11DH01-va02

6.9 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht geworden. Het Bevi legt veiligheidsnormen en zoneringen op aan bedrijven en/of activiteiten die een risico vormen voor personen.

Op grond van bovengenoemde regelgeving, dienen bij ruimtelijke ontwikkelingen verplichte afstandsnormen tussen gevaarlijke inrichtingen of activiteiten als chemische fabrieken, lpg-tankstations en het vervoer van gevaarlijke stoffen (inclusief transportleidingen) en (beperkt) kwetsbare objecten in acht te worden genomen.

Op het gebied van externe veiligheid is op provinciaal niveau de nota 'Risico's in Balans' vastgesteld. Daarnaast heeft het Stadsgewest Haaglanden, waartoe ook de gemeente Midden-Delfland behoort, de beleidsnota 'Samen Werken aan Externe Veiligheid' opgesteld. In beide nota's zijn vijf kernpunten opgenomen:

  • 1. het ontstaan van nieuwe knelpunten tegengaan;
  • 2. het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van inrichtingen;
  • 3. bestaande knelpunten saneren;
  • 4. zorgvuldige risicocommunicatie;
  • 5. hulpverlening: het bevorderen van de samenwerking en de kwaliteit van de uitvoering en het richting geven aan de organisatorische versterking.

Externe veiligheid betreft de risico's die ontstaan door gevaarlijke stoffen: tijdens de productie, de opslag, het gebruik en het transport kunnen zich calamiteiten voordoen waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding is. Deze risico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, waarbij in de normering onderscheid wordt gemaakt in bestaande en toekomstige situaties. Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's van gevaarlijke stoffen.

Voor inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt is het Vuurwerkbesluit uit 2002 van toepassing. Op basis van dit besluit dienen alle bedrijven te voldoen aan afstanden tot kwetsbare objecten. Voor de opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg geldt, indien aan de eisen voor een bufferbewaarplaats wordt voldaan, een afstand van 8 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object. Bij meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk gaat het om 20 tot 30 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object, afhankelijk van de grootte van de deuropening.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans dat iemand komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hierbij wordt verondersteld dat een (fictieve) persoon zich gedurende 24 uur per dag gedurende een heel jaar, onbeschermd op een plaats bevindt. Het PR kan worden weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (de zogeheten risicocontour).

Voor kwetsbare objecten geldt een maximale toelaatbare overlijdenskans van 1 op een miljoen (10-6 risicocontour). Dit betekent dat bij nieuwe situaties de grenswaarde wordt overschreden als zich woningen of andere kwetsbare objecten tussen de 10-6-risicocontour en de inrichting, transportroute of buisleiding bevinden.

Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6-contour als richtlijn. Dit betekent dat bij voorkeur geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour opgericht worden. Een gemeente kan hier gemotiveerd van afwijken en besluiten om toch aan de realisatie van nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour mee te werken.

Groepsrisico 

Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat meerdere personen gelijktijdig overlijden als direct gevolg van één ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het GR hangt af van de kans op een ongeval, het effect van het ongeval en het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied (de afstand tot waar nog dodelijke slachtoffers vallen). Het GR is niet ruimtelijk weer te geven met contouren, maar wordt uitgedrukt in een grafiek waarin de groepsgrootte van aantallen slachtoffers wordt uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval: de Fn-curve.

Inventarisatie relevante risicobronnen voor het plangebied

Risicovolle inrichtingen en locaties

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat binnen het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. Direct aangrenzend aan het plangebied ligt aan de Hooipolderweg een opslag van bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Naast bestrijdingsmiddelen en meststoffen wordt hier ook consumentenvuurwerk opgeslagen.

Ongeveer 850 m ten noordoosten van het plangebied ligt DSM Anti-infectives.

Direct genzend aan het plangebied is een tabaksboetiek gelegen dat tevens is ingericht als een verkooppunt voor consumentenvuurwerk.

Route gevaarlijke stoffen

Op meer dan 570 m van het plangebied loopt de A4. Over deze weg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. In de omgeving van het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen over het spoor of over het water vervoerd.

Transport- en buisleidingen

In, of in de omgeving van, het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen door leidingen vervoerd.

Situatie plangebied (GR en PR)

Risicovolle inrichtingen en locaties

De PR 10-6-risicocontour van het bedrijf aan de Hooipolderweg (opslag van bestrijdingsmiddelen en meststoffen) ligt niet buiten de inrichting. Het plangebied ligt dus buiten deze risicocontour. Voor dit bedrijf geldt geen invloedsgebied voor het GR. Zowel het PR als het GR vormen dus geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Omdat de opslagcapaciteit van de vuurwerkopslagen bij dit bedrijf minder dan 10.000 kg bedraagt, geldt op basis van het Vuurwerkbesluit een veiligheidsafstand van 8 m ten opzichte van kwetsbare objecten. Aan deze afstand wordt ruimschoots voldaan. Ook de opslag van vuurwerk vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

De capaciteit van de vuurwerkopslag bij de tabaksboetiek met consumenten vuurwerkverkooppunt bedraagt maximaal 1.000 kg consumentenvuurwerk. Op grond van het Vuurwerkbesluit geldt een veiligheidsafstand van 8 m ten opzichte van kwetsbare objecten. Aan deze afstand wordt ruimschoots voldaan. Ook de opslagen van vuurwerk bij de grens van het plangebied vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Voor de inrichting van DSM Anti-infectives geldt een PR 10-6-risicocontour van 220 m. Het plangebied ligt buiten deze risicocontour. Aangezien het plangebied ook buiten het invloedsgebied van het GR ligt, vormt dit bedrijf geen belemmering voor de vaststelling van het plan.

Route gevaarlijke stoffen

Uit de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen - het toetsingskader voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg - blijkt dat op een afstand van 200 m van de weg geen belemmeringen voor het ruimtegebruik gelden. Gezien de afstand tussen de A4 en het plangebied (570 m), vormt het transport van gevaarlijke stoffen over de weg daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit plan.

Transport- en buisleidingen

Van dergelijk vervoer van gevaarlijke stoffen is in dit geval geen sprake.

Verantwoording GR en advies Veiligheidsregio Haaglanden

Aangezien het bestemmingsplan buiten de invloedsgebieden van het GR van de verschillende risicovolle inrichtingen en A4 ligt, is ter plaatse van het plangebied geen sprake van een GR als gevolg van deze risicovolle bronnen. Een verantwoording van het GR is daarom niet nodig.

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Geen van de risicovolle inrichtingen of transportassen leidt tot (onaanvaardbare) risico's ter plaatse van het plangebied.