direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Den Hoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bp11DH01-va02

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens maatschappelijke functies;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': tevens een praktijkruimte;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': tevens een gemaal;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': uitsluitend een bakkerij met SBI-code 1581 uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1': tevens detailhandel met ondergeschikte horeca en terras uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.
12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. indien geen bouwvlak is opgenomen, worden hoofdgebouwen gebouwd in of achter de gevellijn; de diepte van hoofdgebouwen bedraagt in dat geval ten hoogste 15 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal hoofdgebouwen ten hoogste het aangegeven aantal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5' mogen de woningen vrijstaand of aaneen worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. een hoofdgebouw ten hoogste aan één zijde in de zijerfgrens mag worden gebouwd;
    • 2. indien een hoofdgebouw niet in de erfgrens wordt gebouwd de afstand tot de erfgrens ten minste 1 m bedraagt;
    • 3. voor het overige de afstand tussen niet-aaneengebouwde gebouwen ten minste 2 m moet bedragen;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte, indien geen bouwhoogte is opgenomen geldt een maximum bouwhoogte van ten hoogste 9 m;
  • f. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn dakopbouwen toegestaan, waarbij de maximaal toelaatbare bouwhoogte niet wordt overschreden;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' zijn dakterrassen toegestaan, waarbij de bouwhoogte mag worden overschreden door een afscheiding van ten hoogste 1 m;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zijn dakterrassen toegestaan, waarbij de maximum bouwhoogte niet mag worden overschreden;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mag gestapeld worden gebouwd;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is een onderdoorgang toegestaan.

12.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • g. de diepte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 50% van de diepte van de woning uitsteken achter de achtergevel;
  • h. het gezamenlijke grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van de oppervlakte van de bij het hoofdgebouw behorende gronden met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van niet minder dan 15 m² van de bij het hoofdgebouw behorende gronden onbebouwd en onoverdekt blijft;
  • i. het oppervlak van 50 m² mag worden vermeerderd tot 80 m² indien de oppervlakte van de bij het hoofdgebouw behorende gronden buiten het bouwvlak ten minste 250 m² bedraagt;
  • j. balkons en dakterrassen op aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn niet toegestaan;
  • k. in afwijking van het bepaalde onder j zijn dakterrassen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2'.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn of op een afstand van 1 m of minder van openbaar toegankelijk gebied, bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels:

  • a. het aan-huis-gebonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit wordt door de bewoner van het desbetreffende pand uitgeoefend;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²;
  • c. ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt in voldoende parkeergelegenheid voorzien;
  • d. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten hebben geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. het gebruik ten behoeve van internetverkoop geen webwinkel zijnde is toegestaan;
  • f. het gebruik ten behoeve van seksuele dienstverlening is niet toegestaan.

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken voor het voeren van bed & breakfastactiviteiten aan huis

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 12.1 voor het voeren van een bed & breakfast aan huis, met dien verstande dat:

  • a. de bed & breakfast activiteiten worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • b. de vloeroppervlakte die wordt aangewend voor de bed & breakfast activiteiten bedraagt minder dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de woning, bijgebouwen meegerekend;
  • c. de woonfunctie vindt in overwegende mate in het hoofdgebouw plaats.