direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen bestaand
Plan: Holle Watering fase 1B
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.up0001-0001

Artikel 9 Wonen bestaand

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen bestaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen, aangebouwde bijgebouwen, erven en tuinen met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van onderstaande bepalingen.

  • a. de hoofdgebouwen (woningen) mogen uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken;
  • b. binnen de bouwvlakken vrijstaande eengezinswoningen mogen worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van iedere woning dient in of op een afstand van ten hoogste 1 m achter en evenwijdig aan de naar de weg toegekeerde bouwgrens te worden geplaatst, indien de bestaande afstand reeds minder is geldt de bestaande afstand als minimum;
  • d. voor zover op de kaart geen andere maat is aangegeven, de afstand van iedere woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen ten minste 3 m dient te bedragen; indien de bestaande afstand reeds minder is geldt de bestaande afstand als minimum;
  • e. de hoogte van de hoofdgebouwen bedraagt maximaal 10 meter en de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal van 6 meter.
9.2.2 aanbouwen en bijgebouwen

Ten aanzien van bijgebouwen, uitbreidingen van de woonruimte, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van uitbreidingen van woonruimte, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
  • b. de maximale gezamenlijke grondoppervlakte van de aan- en bijgebouwen binnen deze bestemming mag niet meer bedragen dan 80 m² .
  • c. aan- en uitbouwen mogen alleen worden opgericht vanaf 2 meter achter de voorgevel.
  • d. de diepte van aanbouwen en uitbouwen mag, gemeten uit de (achter)gevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 3m;
  • e. de breedte van aanbouwen en uitbouwen mag niet meer bedragen dan de breedte van het hoofdgebouw;
  • f. de goothoogte respectievelijk hoogte van de bijgebouwen mag niet meer dan 3 m respectievelijk 5 m bedragen;
  • g. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en tuinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  • h. de hoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2 meter, met uitzondering van vlaggemasten waarvan de hoogte maximaal 5 meter mag bedragen;

9.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van de regels onder artikel 12 van dit uitwerkingsplan bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:

  • a. 9.2.1 onder c:
  • b. voor het plaatsen van de voorgevel op een grotere afstand tot de naar een weg toegekeerde bouwgrens dan wel niet evenwijdig aan bedoelde bouwgrens op voorwaarde dat daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige structuur / verkaveling en de belangen van derden niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • c. 9.2.1 onder d: voor het plaatsen van één zijgevel van een woning op een afstand van ten minste 2,50 m uit één van de zijdelingse perceelsgrenzen op voorwaarde, dat daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige structuur / verkaveling en de belangen van derden niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • d. 9.2.2 onder a: voor de bouw van een kap op een aangebouwd bijgebouw en/of een uitbreiding van de woonruimte waarbij:
    • 1. de dakhelling niet meer mag bedragen dan de dakhelling van de bijbehorende woning;
    • 2. 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van de bijbehorende woning.