direct naar inhoud van Artikel 7 Water
Plan: Holle Watering fase 1B
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.up0001-0001

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding (waterberging, wateraanvoer en -afvoer) met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
  • b. de aanleg en instandhouding van waterstaatkundige voorzieningen;
  • c. oevers met bijbehorende oeverbeplanting en (tijdelijk, gedeeltelijk) droogvallende gronden ongeveer ter plaatse van de aanduiding 'groen' met de daarbij behorende groenvoorzieningen;
  • d. bruggen, ter plaatse van de aanduiding voor bruggen
  • e. de aanleg en instandhouding van voorzieningen van algemeen nut;
  • f. binnen de nadere aanduiding “steiger” op de verbeelding, zijn binnen de aanduiding maximaal twee steigers toegestaan;

met de bij sub a t/m f behorende voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder begrepen kunstwerken, duikers, vlonders, beschoeiingen en keerwanden.

Op deze gronden is ook de keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing.

Bij ontwikkelingen zal met betrekking tot de waterstaatkundige belangen vooraf schriftelijk advies

worden ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland.

7.2 Gebruiksregels

Het aanleggen van boten is binnen deze bestemming uitsluitend toegestaan binnen de aanduiding “steiger”.

7.3 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op en boven deze gronden mag slechts worden gebouwd, indien en voor zover zulks voor de waterbeheersing, de verbinding van de oevers, voorzieningen van openbaar nut, of het verkeer te water nodig is;
  • b. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter
  • d. de doorvaarthoogte van bruggen met de daarvoor aangegeven aanduiding bedraagt minimaal 1,50 meter;

Medewerking aan de bouw van bouwwerken kan worden verleend indien:

- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige belangen;

- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheden voor het verkeer en vervoer te water.