Konijnenburg Groep

Bestemmingsplan "Floriëndaal"

Status: in werking getreden
Datum: 26 december 2011
imro: NL.IMRO.1783.pbp00000004-INWE
     

ARTIKEL 5

 

Wonen

 

 

 

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

 

Bestemming:                                                                          Functieaanduiding:

 

W            Wonen                                                                  (-)            

 

 

 

5.1    Bestemmingsomschrijving

 

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

-           het wonen;

-           het woongebouw voor het wonen;

-           aan- en uitbouwen van het woongebouw;

-           bijgebouwen en overkappingen bij het woongebouw;

-           bouwwerken die geen gebouwen zijn en die uitsluitend voor het wonen zijn bestemd.

 

5.2    Bouwregels

 

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende bepalingen:

-           hoofdgebouwen mogen uitsluitend op de bouwvlakken, als aangegeven op de planverbeelding, worden geplaatst;

-           de bruto-inhoud van het hoofdgebouw voor het wonen bedraagt ten hoogste 600 m³;

-           de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;

-           de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;

-           het gezamenlijk grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% bedragen van het zij- en achtererf van het

           hoofdgebouw voor het wonen, met een maximum van 50 m²; indien het zij- en achtererf een grotere oppervlakte heeft dan 100 m² mag bij de maximale oppervlakte van 50 m² een percentage

            van 10 van het meerdere van 100 m² van het zij- en achtererf worden opgeteld, tot een maximum van 75 m²;

-          de diepte van een aanbouw of een uitbouw bedraagt gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw voor het wonen, ten hoogste 3,00 m;

-         aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 2,00 m achter de voorgevel v an het hoofdgebouw voor het wonen te zijn gebouwd; hoogste 3,00 m;

-           de maximale goothoogte of bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken bedraagt.                   

 

Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 7 van deze planregels.

 

5.3    Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

a.         ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;

b.         ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;

c.         ter waarborging van de verkeersveiligheid;

d.         ter waarborging van de sociale veiligheid;

e.         ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

 

 


5.4    Specifieke gebruiksregels

 

Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 5.1 van dit Artikel is op de bestemming aangegeven met letter W het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw voor het wonen, voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep toegestaan, mits:

-           het wonen als primaire functie gehandhaafd blijft;

-         het bruto-vloeroppervlak voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep niet groter is dan 25 % van het bruto-vloeroppervlak van het hoofdgebouw voor het wonen, tot een maximum van 50 m2;

-           het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;

-           geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;

-           het beroep alleen door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;

-           er geen vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden als bedoeld in de Wet milieubeheer; en

-           er geen horeca-activiteiten en geen detailhandel plaatsvinden.

 

 


5.5     Wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen naar de bestemming Tuin

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen en voorzien van de gebiedsaanduiding Wro-zone wijzigingsgebied, te wijzigen in de bestemming de bestemming Tuin onder andere met de functieaanduiding specifieke vorm van tuin- oprit  en wel onder volgende voorwaarden:

a.          de stedenbouwkundige kwaliteit in het gebied gewaarborgd blijft;

b.         de nieuwe woningen op een grotere afstand komen van de bestaande woningen aan de Dijkweg.

 
Copyright ©2011 Konijnenburg Groep - Disclaimer - Algemene voorwaarden