direct naar inhoud van 3.5 Externe veiligheid
Plan: Kern De Lier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp0002-onhe

3.5 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken1 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Risicovolle inrichtingen

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten2. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.

Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.

Voor inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt is het Vuurwerkbesluit uit 2002 van toepassing. Op basis van dit besluit dienen alle bedrijven te voldoen aan afstanden tot kwetsbare objecten. Voor de opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg geldt, indien aan de eisen voor een bufferwaarplaats wordt voldaan, een afstand van 8 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object. Bij meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk gaat het om 20 tot 30 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object, afhankelijk van de grootte van de deuropening.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-? per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.

Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Binnenkort zal het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen worden vastgesteld. Momenteel is een nieuwe AMvB voor het transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoorlijnen in voorbereiding. In deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi.

Vindplaatsen van explosieven

In de gemeente Westland worden op verschillende plaatsen munitie en explosieven gevonden. Er is een gemeentelijke kaart opgesteld met mogelijk verdachte locaties en vindplaatsen van explosieven. Ter plaatse van eventuele vindplaatsen wordt in bestemmingsplannen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-munitie' opgenomen. Binnen deze gebiedsaanduiding is het niet toegestaan werkzaamheden uit te voeren of werken aan te leggen, indien uit nader onderzoek blijkt dat dit niet verantwoord is.

Onderzoek en conclusie

Risicovolle inrichtingen

In de omgeving van het plangebied zijn een aantal risicovolle inrichtingen gelegen. Het gaat om de inrichtingen in tabel 3.2.

Tabel 3.2 Risicovolle inrichtingen

inrichting   adres   afstand PR 10-6-contour (m)   omvang invloedsgebied GR (m)  
Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel B.V.   Burgemeester Crezeelaan 40, De Lier   -   -  
Horticoop Tuinbouwtoeleveringsbedrijf (lpg)   Kijckerweg 130, De Lier   75/40   275/350  

Horticoop aan de Kijckerweg heeft twee opslagen met risicocontouren. Dit betreft de opslag van zuren en logen en de opslag van gewasbeschermingsmiddelen. De opslag van zuren en logen heeft een PR 10-6 -contour van 75 m en een invloedsgebied van 275 m, de opslag van gewasbeschermingsmiddelen heeft een PR 10-6 -contour van 40 m en een invloedsgebied van 350 m. De brandbeveiligingsvoorzieningen bij opslag van gewasbeschermingsmiddelen bij Horticoop Kijckerweg zijn van invloed op de risicocontouren. Op dit moment onderzoekt Horticoop Kijckerweg welke brandbeveiligingsvoorzieningen er getroffen zullen worden. Afhankelijk van de voorzieningen kunnen de PR 10-6-contourafstand en het invloedsgebied kleiner worden. De afstanden die nu aangehouden worden, zijn de maximale afstanden.

Het plangebied is (deels) gelegen binnen het invloedsgebied van de bovenstaande inrichting. Er is echter sprake van een consoliderend bestemmingsplan, waardoor er geen gevolgen zijn voor de hoogte van het GR. Het plangebied is niet binnen de PR 10-6-contour gelegen.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Uit gegevens van de gemeente Westland blijkt dat over de N223, ten zuiden van De Lier, gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De PR 10-6-contour is hierbij niet buiten de weg gelegen. Aangezien in het Westland weinig transporten met giftige stoffen plaatsvinden, reikt het gebied waar beperkingen ten gevolge van de transportroute op kunnen treden tot circa 150 m van de weg. Deze gegevens worden bevestigd door de Risicoatlas wegvervoer gevaarlijke stoffen (AVIV, 2003). Aangezien er binnen PR 10-6-contour geen (beperkt) kwetsbare objecten zijn gelegen en er binnen het invloedsgebied van het GR geen ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt, heeft het aspect externe veiligheid geen gevolgen voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Vindplaatsen van explosieven

Binnen het plangebied zijn geen locaties gelegen die worden verdacht als vindplaats van explosieven (zie onderstaande figuur). Ten aanzien van dit aspect is aanvullend onderzoek of het treffen van extra maatregelen dan ook niet noodzakelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp0002-onhe_0019.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp0002-onhe_0020.png"  

Figuur 3.1 Vindplaatsen van explosieven in de gemeente Westland

Conclusie

Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Aan de norm voor het PR wordt voldaan. Als gevolg van het bestemmingsplan zal het GR niet toenemen.