Structuurvisie
De gemeente heeft nog geen structuurvisie vastgesteld als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet wordt een structuurplan als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gelijkgesteld met een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.1 van de nieuwe wet.De gemeente heeft geen eigen structuurplan, maar voor de gemeente geldt wel een regionaal structuurplan van het Stadsgewest Haaglanden 2020 zoals verwoord in 2.1.2.
Visie Greenport Westland 2020 (2005)
De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met de glastuinbouwcluster (inclusief de niet-ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen, biedt de visie ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen.De aanwezige bedrijven op de Westlandse bedrijventerreinen zijn meestal direct dan wel indirect gerelateerd aan de glastuinbouw. Bijna de helft van het totaal aantal arbeidsplaatsen in de gemeente is te vinden op de bedrijventerreinen (2004: ruim 20.000 arbeidsplaatsen). Voor de periode 2004-2020 is op de Westlandse bedrijventerreinen in totaal 135 ha netto uitgeefbaar. Zo zal onder andere direct ten noorden van het plangebied het bedrijventerrein De Woerd worden uitgebreid. Min of meer trendmatig bedraagt in Westland de jaarlijkse uitgifte van grond aan bedrijven circa 9 ha netto, uitgaande van 2% economische groei per jaar. Op basis hiervan en van de nog beschikbare en nieuw in ontwikkeling te nemen aanbod aan bedrijventerreinen tot omstreeks 2020, verwacht Westland over voldoende capaciteit te beschikken. De bedrijventerreinen uit dit bestemmingsplan zijn in de visie aangewezen als bestaand bedrijventerrein.Voor de agrogerelateerde bedrijvigheid op de bestaande bedrijventerreinen in Westland kan op basis van het vigerende beleid tot 2020 in voldoende mate worden voorzien. Omdat het zwaartepunt van de glastuinbouwcluster in relatieve zin verschuift van de primaire productie in de kassen naar de aanverwante bedrijvigheid, zal nader overleg met het bedrijfsleven en eventueel onderzoek moeten uitwijzen of aanvullende capaciteit aan bedrijventerreinen nodig is. Zo zullen innovatie, handel en logistiek steeds belangrijker worden.
Evaluatie Greenportvisie Westland 2020
De gemeenteraad heeft op 14 december 2010 de evaluatie van de Greenportvisie Westland 2020 vastgesteld. Deze evaluatie verwoordt het raadsstandpunt over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over in het bijzonder de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. Het doel van de evaluatie is om aan de hand van een analyse duidelijkheid te geven of de strategische keuzes uit 2005 nog steeds de juiste zijn en of aanpassing wenselijk is. Het is een evaluatie en geen nieuwe visie. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie van Westland en zal hét vertrekpunt zijn van de gemeente Westland in reactie op plannen van anderen. Voor bedrijventerreinen wordt in de evaluatie aangegeven dat eerst de nog te ontwikkelen bedrijventerreinen Honderdland fase 2 en TPW Mars in de periode 2015-2020 worden gerealiseerd alvorens een nadere afweging te maken over mogelijk extra ruimte. Om zo effectief mogelijk met de beschikbare ruimte om te gaan, zal overleg opgestart worden om de herstructurering van enkele verouderde bedrijventerreinen een impuls te geven. De ruimtewinst die met herstructurering en meervoudig ruimtegebruik op bedrijventerreinen in de gemeente geboekt kan worden is overigens gering.
Bedrijventerreinenvisie Westland (2008)
Op 17 juli 2008 heeft de gemeenteraad de Bedrijventerreinenvisie Westland vastgesteld. De Bedrijventerreinvisie heeft drie doelstellingen: anticiperen op actuele en toekomstige marktontwikkelingen, een toetsingskader bieden voor bestemmingsplannen en inzicht geven in actuele thema's als parkmanagement en herstructurering van bedrijventerreinen.Het percentage verouderde bedrijventerreinen ligt in Westland met 17% overigens onder het landelijk (ruim 20%) en provinciaal (ruim 25%) gemiddelde. Dit komt onder meer omdat een groot deel van bedrijventerreinen in Westland relatief jong is. Enkele oudere terreinen zijn de laatste jaren al aangepakt.Volgens deze visie bestaat het plangebied feitelijk uit drie bedrijventerreinen:
- ALC Coldenhovelaan;
- Coldenhove;
- Transportcentrum.
Ligging bedrijventerreinen (bron: Bedrijventerreinenvisie Westland)
Het ALC Coldenhovelaan en het Transportcentrum worden beschouwd als 'agrologistieke' terreinen. Het bedrijventerreinen Coldenhove is een 'regionaal' terrein.Agrologistieke terreinenAgrologistieke terreinen zijn bedrijventerreinen die ingericht zijn op logistieke processen rondom de producten uit de glastuinbouw. Dit betreft opslag, verpakking, koeling, handel en transport. Op deze terreinen zijn uitsluitend agrologistieke bedrijven gevestigd. Deze terreinen zijn goed ontsloten op provinciale of rijkswegen. De terreinen zijn geheel ingericht op logistieke processen met grote loodsen, veel dockshelters en brede wegen voor vrachtverkeer. In het bestemmingsplan dient te worden opgenomen dat uitsluitend handels- en transportbestemmingen zijn toegestaan.Regionale terreinenDe regionale terreinen worden gekenmerkt door de ligging aan rijkswegen en de omvang. Grootschalige bedrijfsruimtegebruikers hebben een voorkeur voor locaties met een goede verkeersontsluiting. Wat opvalt is de hoge beeldkwaliteit op regionale bedrijventerreinen. De bedrijfsmatige opzet is sterker dan op lokale terreinen. Vermenging van bedrijfsmatige functies met publieksfuncties zoals detailhandel dient te worden uitgesloten in bestemmingsplannen.Detailhandel in volumineuze goederenDe bedrijventerreinvisie geeft aan dat op agrologistieke en regionale terreinen autodealers en detailhandelszaken in volumineuze goederen niet passen. Agrologistieke terreinen hebben een zeer specifieke inrichting waar uitsluitend handels- en transportbedrijven in groente- of sierteelt zijn toegestaan. Regionale terreinen hebben een bedrijfsmatige opzet en zijn bij uitstek bedoeld voor grotere bedrijven. Menging met publieksfuncties is daar niet gewenst en daarom niet toegestaan in het bestemmingsplan.
Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen (2011)
Als nadere uitwerking van de Bedrijventerreinenvisie Westland hebben burgemeester en wethouders de Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen vastgesteld om maatwerk te kunnen bieden voor publieksfuncties op lokale bedrijventerreinen. In deze nota is aangegeven wat wel en niet is toegestaan op lokale bedrijventerreinen. Wonen, detailhandel, horeca, leisure en care-functies zijn uitgesloten in bestemmingsplannen die betrekking hebben op bedrijventerreinen. Bij leisure kan worden gedacht aan fitness, kookstudio's en hobbyfuncties. Care-functies zijn onder andere kinderopvang, ouderenzorg, gehandicaptenopvang en huisartsen- en fysiotherapie-collectieven. In hoofdzaak zijn op bedrijventerreinen bedrijfsmatige en industriële functies toegestaan. Genoemd worden het vervaardigen, bewerken, installeren en inzamelen van goederen. Ook verhandelen van goederen wordt genoemd, waarbij detailhandel (verkoop aan een eindconsument) is uitgesloten. In de loop der tijd zijn daarop uitzonderingen gemaakt voor specifieke vormen van detailhandel, zoals verkoop van brand- en explosiegevaarlijke stoffen.De verkoop van de zogenoemde ABC-goederen (Auto’s, Boten en Caravans) is alleen toegestaan met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Ook bouwmarkten zijn met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid mogelijk, conform de provinciale regelgeving. Tegelijkertijd is vestiging van woonwinkels aan strenge regionale regels van Haaglanden gebonden. Een andere functie die in beperkte mate is toegestaan zijn zelfstandige kantoren.Onzelfstandige kantoren, die ten dienste staan van een bedrijf blijven mogelijk. Elk bedrijf kan ruimte nodig hebben voor een administratie- en verkoopafdeling, waarbij de oppervlakte maximaal 3.000 m² bedraagt. Zelfstandige kantoren kunnen in bestemmingsplannen door middel van een afwijkingsprocedure mogelijk worden gemaakt tot 500 m² per gebouw. Hierbij kan worden gedacht aan accountants en architecten. De kantoren mogen echter geen baliefunctie hebben (zoals makelaars en uitzend- of reisbureaus) en moeten ingepast (kunnen) worden op het bedrijventerrein. Inpassing is mogelijk bij de entree, of op de eerste verdieping van bestaande panden. Daarnaast moet voldaan worden aan de parkeernorm, die voor kantoren hoger is dan voor bedrijven.Binnen het plangebied bevinden zich diverse functies die in strijd zijn met deze nota. Voor deze gevallen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij vigerende regelgeving.
Kantorenvisie Westland (2007)
Op 27 november 2007 heeft de gemeenteraad de kantorenvisie Westland vastgesteld. De kantorenvisie richt zich op zelfstandige kantoren, dat wil zeggen panden die uitsluitend kantoren huisvesten. Vier locaties zijn kansrijk voor kantoorontwikkelingen, namelijk de Tiendweg met in het verlengde Flora Holland, Centrum Naaldwijk, ABC Westland en Knooppunt Westerlee. Kantoren met een publieksfunctie horen in dorpskernen of de schil daaromheen.Bij de actualisatie van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen is gebleken dat zich hier veel kleine kantoorgebruikers gevestigd hebben. Dit terwijl de geldende bestemmingsplannen ze niet of slechts in beperkte mate toelaten. Omdat er een grote vraag vanuit de markt is en kleine zelfstandige kantoren naastgelegen bedrijven over het algemeen niet in de weg zitten, is ervoor gekozen de vraag naar kleine kantoren op bedrijventerreinen niet tegen te houden, maar te reguleren. Op bedrijventerreinen aanwezige kleine zelfstandige kantoren worden in beginsel positief bestemd. Hierop wordt echter een tweetal uitzonderingen gemaakt.De eerste betreft de situatie dat kantoren (potentieel) belemmerend (kunnen) zijn voor een naastgelegen bedrijf met een hoge milieucategorie (3.2 en hoger). In deze situaties wordt gekozen voor de milieuhinderlijke functie. De tweede uitzondering betreft kantoren met een baliefunctie. Baliefuncties horen in de centrumkern.Door middel van een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt de vestiging van nieuwe zelfstandige kantoren onder voorwaarden mogelijk gemaakt tot maximaal 500 m² per gebouw. De kantoren mogen echter geen baliefunctie hebben (zoals een makelaars of een uitzend- of reisbureau) en moeten ingepast worden op het bedrijventerrein.Inpassing is mogelijk bij de entree of op de eerste verdieping van bestaande panden. Daarnaast moet voldaan worden aan de parkeernorm, die voor kantoren hoger is dan voor bedrijven.
Westlands Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015
Met het Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) wordt vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer invulling gegeven aan het strategische beleid voor de gemeente Westland, zoals dat is beschreven in de, eind 2005 vastgestelde, Greenportvisie 2020. Op basis van deze vertaling zijn concrete projecten en maatregelen benoemd. Daarbij zijn prioriteiten bepaald en is een volgorde voor uitwerkingen realistisch weergegeven. Door het uitvoeringsprogramma wordt de stap gezet van papier (beleid) naar de praktijk (uitvoering). Het uitvoeringsprogramma en bijbehorende investeringsprogramma passen binnen de huidige begroting.
Milieubeleidsplan 2005-2010 'Westland, glashart voor het milieu'
De inspanningen uit het verleden waren voornamelijk gericht op het verbeteren van de sectorale milieukwaliteit. In de toekomst moet ook een bredere kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Het milieubeleidsplan moet een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.Het milieubeleidsplan heeft als doelstelling: 'Het verbeteren van de leefbaarheid op de korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op de lange termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten op te lossen en toekomstige te voorkomen'.Uiteraard is een gebiedsgericht milieubeleidsplan vooral gericht op gebieden waar grootschalige ontwikkelingen plaatsvinden. Dit zijn namelijk de gebieden waar het grootste milieurendement is te behalen. Het plan heeft echter ook betekenis voor gebieden waar geen grote ontwikkelingen plaatsvinden. Ook in deze gebieden vinden vaak kleinere ontwikkelingen plaats, waarin de uitgangspunten van het beleidsplan kunnen worden toegepast.Het plangebied wordt in het milieubeleidsplan aangeduid als gebiedstype 'bedrijventerrein'. Binnen dit gebiedstype zijn ambities en maatregelen geformuleerd welke ruimtelijk relevant zijn voor het plangebied, namelijk:
- minimaal 15-20% van het plangebied moet onverhard zijn;
- hoofdfuncties in het plangebied worden aangeduid als werken, grootschalige en perifere detailhandel, agrogerelateerde bedrijvigheid, productie en distributie;
- het groenareaal moet worden vergroot en worden gekoppeld aan wegen- en waterstructuren;
- het plangebied moet goed bereikbaar zijn voor auto- en vrachtverkeer, alsmede voor openbaar vervoer;
- parkeren dient zoveel mogelijk plaats te vinden op eigen terrein;
- de milieucategorie op het bedrijventerrein mag maximaal 3-4 bedragen.
Bovengenoemde ambities en maatregelen zijn van toepassing op locaties waar nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, dan wel mogelijk worden gemaakt.
Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland (2006)
In de beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met dieptewerkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van dieptewerkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland.In het plangebied zijn volgens de explosievenkaart geen locaties van mogelijke conventionele explosieven opgenomen.