Plan: | Kern Maasdijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abp00000020-onhe |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Delfland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Deze waterparagraaf is afgestemd met het Hoogheemraadschap. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap van Delfland de strategische keuzes, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het Hoogheemraadschap gaat het beheer en onderhoud van het watersysteem optimaliseren en zal daarbij flink investeren in waterkwaliteit, waterkeringen en het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Voor de zuiveringstechnische infrastructuur ligt de nadruk op beheren, onderhouden en optimaliseren.
In het kader van de afstemming van het waterbeleid met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening heeft het Hoogheemraadschap in 2007 een Waterkansenkaart opgesteld. Deze Waterkansenkaart kan gezien worden als de nadere, gebiedsspecifieke uitwerking van de Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland. Ten slotte is in 2007 een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Met deze handreiking wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het Hoogheemraadschap Delfland procedureel en inhoudelijk omgaat met de watertoets.
Gemeentelijk beleid
Het Waterplan Westland Programma 2012-2015, met als ondertitel 'Samen op weg naar uitvoering' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de programmering van de aanpak van de waterproblematiek beschreven en de daarbij horende doelstellingen tot 2015. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water,zichtbaar water en de zoetwatervoorziening'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen wordt per polder in een gebiedsproces uitgewerkt. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies.
In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2006-2010 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Binnen dit plan is er sprake van drie verschillende zorgplichten: stedelijk afvalwater, afstromend hemelwater en afvloeiend grondwater. De doelstellingen van de zorgplichten sluiten aan bij de uitgangspunten van de Kaderrichtlijn Water. De hierin beschreven ontwikkelingen en het meerjarenonderhoudsprogramma is de basis voor de vastgestelde gemeentelijke rioolheffing over deze periode.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied bestaat uit de kern Maasdijk en is in het zuidwesten van de gemeente Westland gelegen. Het plangebied bestaat grotendeels uit bebouwing en verharding.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse grotendeels uit klei, de bodem in het zuidwesten bestaat uit leemarm zand. Er is sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m beneden maaiveld.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in de Oranjepolder. Er is weinig oppervlaktewater aanwezig. Binnen de kern Maasdijk is er op een aantal locaties sprake van wateroverlast als gevolg van beperkte afvoercapaciteit en structuur van zowel het oppervlaktewater als het gemeentelijk rioleringsstelsel. Door middel van het gebiedsproces 'Proeftuin Oranjepolder' wordt door de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland gezamenlijk naar oplossingen gezocht.
Deze proeftuin is eind 2008 vanuit het kennis- en innovatieprogramma Waterkader Haaglanden opgestart. De doelstelling van partijen is om een nieuwe aanpak voor wateroverlast te ontwikkelen die ten opzichte van de bestaande praktijk beter is toegesneden op de specifieke situatie in het Westland en op de dynamiek van de glastuinbouw. Het beperken van het ruimtebeslag van maatregelen heeft grote economische betekenis en is een belangrijk doel van de nieuwe aanpak.
De proeftuin heeft geresulteerd in een set van maatregelen voor de korte en de lange termijn en in ervaring met een aanpak die ook in andere delen van het gebied gehanteerd kan worden. Het beoogde effect is het risico op wateroverlast in de Oranjepolder, gemeente Westland, terugdringen door het uitvoeren van korte en lange termijn maatregelen en het ontwikkelen van een aanpak die maatschappelijk draagvlak heeft en de economische kracht van de Greenport versterkt. In de rest van de polder wordt het beschermingsniveau geleidelijk omhoog gebracht door het benutten van autonome ontwikkelingen. Ook zullen Westland en Delfland bezien hoe zij hun beleid kunnen inzetten om deze doelen te bereiken.
Veiligheid en waterkeringen
De Maasdijk is een zogenaamde binnenwaterkering. Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de kern- en beschermingszone van de Maasdijk.
Afvalwaterketen en riolering
Binnen het plangebied is een voornamelijk gemengd rioleringsstelsel aanwezig.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al dan niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen.
Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.
Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Veiligheid en waterkeringen
Omdat er geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden, is er geen verandering van de waterveiligheid in het plangebied.
Afvalwaterketen en riolering
Volgens de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het hoogheemraadschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het hoogheemraadschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat' toebedeeld gekregen.
Conclusie
Vanwege de consoliderende aard van het bestemmingsplan zijn er geen gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse. De gemeente heeft de ambitie zich op meerdere manieren in te zetten voor een robuuster watersysteem.