Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Wateringen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.abp00000015-va02

3.4 Externe veiligheid

3.4.1 Wettelijk kader
Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico’s voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de risico’s van deze risicovolle activiteiten te reguleren.
Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen en de daarop gestoelde regelingen, en aan de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004) van belang. Deze Circulaire heeft een looptijd tot 31 juli 2012 en zal opgaan in het nieuwe Besluit transportroutes externe veiligheid en Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen.
Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de regelgeving wordt uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding zichtbaar worden gemaakt door een (iso)risicocontour die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden van een calamiteit.
3.4.2 Verkennend onderzoek
Voor de aspecten van externe veiligheid is verkennend onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd onderstaande EV-relevante bronnen van invloed zijn op dit bestemmingsplan:
 
LPG-Tankstations
Binnen het plangebied en in de directe nabijheid daarvan zijn twee LPG-tankstations aanwezig. Het betreft het LPG tankstation de Shell aan de Wippolderlaan en de BP aan de Wippolderlaan 2.
Het LPG tankstation Shell valt onder het besluit externe veiligheid inrichtingen en de daarbij behorende Regeling externe veiligheid inrichting (Revi). De inrichting heeft een ondergrondse LPG/tank van 20 m3 en heeft een maximale doorzet van 1.000 m3/jr. De inrichting betreft een categoriale inrichting volgens het Revi. In het Revi zijn afstanden opgenomen voor LPG tankstations tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Het LPG-tankstation Shell heeft een plaatsgebonden contour van 45 meter en een invloedsgebied van 125 meter.
Voor het LPG-tankstation de BP "De Zweth" is op 14 mei 2009 een Kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan Zwethstrook. De inrichting heeft een ondergrondse opgestelde tank van 40 m3 en een doorzet van maximaal 1.500 m3/jr. Het tankstation valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen en daarmee ook onder het Revi. In de onderstaande figuur overgenomen uit de QRA wordt de omgeving en de plaatsing van de vulpunt, ondergrondsetank en afleverzuil gegeven. Het LPG-tankstation heeft een plaatsgebonden risicocontour van 110 meter en een invloedsgebied van 150 meter. Het invloedsgebied is in Figuur 5 weergegeven. Het invloedsgebied overschrijdt de plangrens van dit bestemmingsplan. Het invloedsgebied is opgenomen op de verbeelding. In Figuur 6 is het groepsrisico gegeven bij het lossen van de tankauto overdag. Het maximale aantal slachtoffers is circa 60. Bij bevoorrading ’s avonds blijven het aantal slachtoffers nagenoeg hetzelfde. In Figuur 7 en Figuur 8, is aangegeven dat de F/N-curve onder de oriëntatiewaarde blijft.
Figuur 5 - omgeving LPG-tankstation.
Figuur 6 - groepsrisico LPG-tankstation doorzet van 1.500 m3/jr.
Figuur 7 - groepsrisico LPG-tankstation doorzet van 1.500 m3/jr tankauto voorzien van hittewerende coating.
 
Voor beide tankstations geldt dat ontwikkelingen binnen de risicocontouren beperkt mogelijk zijn, mits het groepsrisico van te voren wordt bepaald.
 
Hoofdaardgastransportleiding
In het plangebied bevinden zich twee hoge druk aardgasleidingen langs de Wippolderlaan en twee hogedruk gasleidingen langs de Middenweg, deze zijn in eigendom van de Gasunie. Aan de Middenweg liggen de leidingen W-514-01 (40 bar en 12,52") met een invloedsgebied van 135 meter en W-509-01 (40 bar en 16") met een invloedsgebied van 170 meter. Vanaf de Zwetkade ligt een aardgasleiding langs de Wippolderlaan. Het betreft de gasleiding A-617 (79,90 bar en 12,75") met een invloedsgebied van 185 meter. Vanaf de Middenweg langs de Wippolderlaan in noordwestelijke richting loopt de gasleiding W-509-02 (40 bar en 16") met een invloedsgebied van 170 meter.
Voor de gastransportleiding A-617 is geldt wel een plaatsgebonden risicocontour. De plaatsgebonden risicocontour voor deze gastransportleiding bedraagt 80 meter aan weerszijde van de hartlijn van de leiding. De plaatsgebonden risicocontour bevindt zich gedeeltelijk binnen het plangebied en waar rekening gehouden moet worden. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6 is een grenswaarde. Binnen deze contour mogen zich geen kwetsbare objecten bevinden of nieuwe kwetsbare objecten gerealiseerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten is de plaatsgebonden risicocontour een richtwaarde waar rekening gehouden moet worden. De plaatsgebonden risicocontour is in figuur 8 weergegeven. In de PR-contour van de hogedrukaardgasleiding bevindt zich een bedrijfsverzamelgebouw met diverse winkels, sportschool en verhuur van opslagruimten. Het betreft hier een bestaande situatie dat volgens het besluit externe veiligheid buisleidingen onder de aandacht is gebracht van de Gasunie. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard. In het plaatsgebonden risicocontour worden geen mogelijkheden gecreëerd voor het situeren van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
Figuur 8 - locatie van de plaatselijke risicocontour van de hogedruk aardgasleiding A-617.
 
Volgens de geldende regelgeving, geldt een belemmeringenstrook van 4 à 5 meter ter weerszijde van de hartlijn van de leiding. De belemmeringsstrook is op de verbeelding weergegeven.
In het gebied zijn voor de hoge druk aardgasleidingen een drietal onderzoeken uitgevoerd.
De onderzoeken zijn:
  1. risicoberekening gastransportleiding van Kema A-617-KR-014 t/m 019 en W-509-02-KR-001 t/m 004 van 10 mei 2010;
  2. risicoberekening gastransportleiding van Kema A-617-KR-014 t/m 023, W-509-01-KR-003 t/m 009, W-509-02-KR-001 t/m 004-1 en W-514-01-KR-008 t/m 012 van 6 juli 2010;
  3. risicoberekening gastransportleiding voor Functiewijziging gebouw ‘De Eik’ van DGMR met rapportnr. M.2011.0951.00.R001 van 28 september 2011.
Uit de genoemde rapporten kan geconcludeerd worden dat volgens de F-N curve van de hoge druk aardgasleidingen in geen enkele situatie boven de oriëntatiewaarde komen. In de berekeningen zijn de bestaande en de nieuwe ontwikkelingen in het gebied meegenomen.
Uit het rapport Risicoberekening gastransportleiding van Kema van 10 mei 2010 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied:
  • resultaten GR-berekening W-509-02-KR-001 t/m 004;
Figuur 9 - worst-casesegment weergegeven in rood van W-509-02-KR-001 t/m 004.
 
Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
Figuur 10 - FN-curve worst-casesegment W-509-02-KR-001 t/m 004.
 
  • resultaten GR-berekening A-617-KR-014 t/m 019;  
 
Figuur 11 – worst-casesegment weergegeven in rood van A-617-KR-014 t/m 019. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
 
Figuur 12 - FN-curve worst-casesegment A-617-KR-014 t/m 019.
 
Uit het rapport Risicoberekening gastransportleiding van Kema van 6 juli 2010 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied:
  • resultaten GR-berekening A-617-KR-014 t/m 023;  
Figuur 13 – worst-casesegment weergegeven in rood van A-617-KR-014 t/m 023. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
 
Figuur 14 - FN-curve worst-casesegment A-617-KR-014 t/m 023.
Figuur 15 - worst-casesegment weergegeven in rood van W-509-02-KR-001 t/m 004-1. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
Figuur 16 - FN-curve worst-casesegment W-509-02-KR-001 t/m 004-1.
Figuur 17 - worst-casesegment weergegeven in rood van W-514-01-KR-008 t/m 012. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
Figuur 18 - FN-curve worst-casesegment W-514-01-KR-008 t/m 012.
 
Functiewijziging gebouw ‘De Eik’ van DGMR met rapportnr. M.2011.0951.00.R001 van 28 september 2011 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied:
Figuur 19 - ligging van de buisleidingen en de geprojecteerde gebouwen (in geel) en kinderopvang aangegeven (groen).
Figuur 20 - groepsrisico voor de autonome ontwikkeling en planontwikkeling nabij het plangebied van buisleiding W-509-01 stationering 2380.
Figuur 21 - groepsrisico voor de autonome ontwikkeling en planontwikkeling nabij het plangebied van buisleiding W-514-01 rond stationering 6200.
 
Als er ontwikkelingen plaatsvinden in het bestemmingsplangebied binnen de groepsrisicocontour van de aardgasleidingen dan moet het huidige en toekomstige groepsrisico berekend worden. Dit aspect geldt alleen voor de ontwikkelingen in het gebied die leiden tot een hogere bevolkingsdichtheid. Indien er sprake is van een toename van het groepsrisico dan moet het groepsrisico verantwoord worden.
 
3.4.3 Route gevaarlijke stoffen
In het plangebied is het invloedsgebied van de transportroutes gevaarlijke stoffen, de N211 (Wippolderlaan) en de N222 (Veilingroute) gelegen.
Voornoemde wegen hebben aan beide zijden een zone van 200 meter, gemeten vanaf de weg-as, waarbinnen het niet is toegestaan om nieuwe kwetsbare objecten te realiseren, mits wordt aangetoond dat deze voldoen aan de normen van het groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR).
Het PR risicocontour van de transportroute gevaarlijke stoffen (de N211) ligt niet buiten de weg en vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het bestemmingsplangebied.
De ligging van het invloedsgebied van de N211 ligt in een gebied met een lage bevolkingsdichtheid is. Bij ontwikkelingen in het invloedsgebied kunnen alsnog problemen ontstaan. In het bestemmingsplangebied bevinden zich geen andere wegen die aangewezen zijn als transportroute gevaarlijke stoffen.
Als er ontwikkelingen plaatsvinden in het bestemmingsplangebied binnen de groepsrisicocontour van de transportroute gevaarlijke stoffen, waardoor de bevolkingsdichtheid toeneemt, dan moet de toekomstige groepsrisico berekend worden en bij een toename verantwoord worden.
3.4.4 Risicogebieden voor explosieven
Binnen de Gemeente Westland zijn risicogebieden explosieven geïnventariseerd dit is vastgelegd in de kaart “Conventionele explosieven, Gemeente Westland, d.d. 20 november 2006”. Binnen dit plangebied zijn geen risicogebieden voor explosieven aangewezen.
3.4.5 Bevi-inrichtingen en vuurwerkinrichtingen
In het bestemmingsplangebied bevindt zich een vuurwerkinrichting. Het betreft het bedrijf Jordaans aan de 's-Gravenzandseweg 62 te Wateringen. Het bedrijf verkoopt aan het einde van het jaar consumentenvuurwerk. Het bedrijf valt onder het Vuurwerkbesluit en de daarbij behorende afstand van 8 meter. Binnen de afstand van 8 meter bevinden zich geen kwetsbare objecten.
In het plangebied bevinden zich geen propaantanks. Buiten het plangebied bevinden zich diverse propaantanks. Deze propaantanks komen met hun contour voor het plaatsgebonden risico en het invloedsgebied niet over het bestemmingsplangebied heen.
3.4.6 Bovengrondse hoogspanningsverbinding
Binnen het plangebied is één bovengrondse hoogspanningsverbinding aanwezig. Voor de voorgenoemde verbinding geldt een vrijwaringszone van 37 meter vanaf de as van de verbinding. Binnen deze contour is het niet toegestaan om nieuwe objecten te realiseren, mits men instemming heeft van de beheerder van de verbinding (Tennet). Deze verbindingen komen uit op het nieuwe transformatiestation.