Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Wateringen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.abp00000015-va02

3.2 Geluid

3.2.1 Wettelijk kader
Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven, ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld terwille van het woon- en leefklimaat.
In het algemeen is een geluidsbelasting op de gevel van een bestaande woning tot een maximum van 55 dB(A) toegestaan. Op andere geluidsgevoelige objecten kan die norm anders zijn. De wet kent de aanname dat het gebruik van een autoweg waarvoor als verkeersmaatregel een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt, geen ongeoorloofde geluidsbelasting teweeg brengt.
In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van toelaatbare geluidhinder ten opzichte van geluidsgevoelige objecten.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met de zogeheten geluidszonering.
Los van de wettelijke verplichting ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening is het met het oog op een goede ruimtelijke ordening gewenst dat een bestemmingsplan dat geen ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, eveneens een zogenaamde geluidsparagraaf omvat. In dat onderdeel van de toelichting van het bestemmingsplan moet ingegaan worden op het door burgemeester en wethouders op grond van artikel 164 van de Wet geluidhinder vastgestelde zonebeheerplan. Dit zonebeheerplan regelt de verdeling van schaarse geluidruimte op een bedrijventerrein. Het is verder wenselijk dat wordt ingegaan op de huidige geluidskwaliteit, met name of die kwaliteit voldoet aan de (nieuwe) bestemming op die gronden.
3.2.2 Verkennend onderzoek
Voor de bepaling van de geluidskwaliteit in het plangebied is geen verkennend geluidstechnisch onderzoek verricht.
De Wet geluidhinder bepaalt dat indien op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan een weg reeds aanwezig is, de hoogst toelaatbare waarden voor de geluidsbelasting niet gelden voor de in het plan opgenomen bebouwing die op dat tijdstip al aanwezig is. Omdat dit bestemmingsplan alleen betrekking heeft op bestaande woningen, is geen akoestisch onderzoek of een procedure voor de vaststelling van hogere grenswaarden vereist. Binnen de gemeente Westland is geen zonebeheerplan vastgesteld welke in het bestemmingsplan opgenomen dient te worden.