Op grond van voornoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de planverbeelding van het bestemmingsplan uitgewerkt. Binnen de milieuzonering bevinden zich twee bedrijven welke in de bestaande situatie een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan bij de uitwerking van de milieuzonering op de planverbeelding. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Op de milieuzonering is op de planverbeelding zoveel mogelijk afgestemd op de ligging van de bedrijfsbebouwing en de daarbij behorende kadastrale begrenzing. De maximale milieucategorie die daarbij op het bedrijventerrein mogelijk is daarbij 4.1. Bestaande bedrijfswoningen zijn op de planverbeelding vastgelegd middels een specifieke bestemming. Nieuwbouw van bedrijfswoningen is niet gewenst.
Binnen het plangebied bevinden zich bedrijven welke op basis van milieuzonering een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan. Deze bedrijven, worden in het bestemmingsplan voorzien van een milieucategorie welke lager is dan die van het huidige gebruik. Door middel van een specifieke bestemming blijft de huidige bedrijfsfunctie mogelijk. Op deze manier kan het bedrijf de activiteiten voortzetten.
Afwijken van de regels
De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Standaard SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Vaak komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Standaard SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie.