Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Wateringen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.abp00000015-va02

3.1 Bedrijven en milieuzonering

Voor de milieuzonering van bedrijven in ruimtelijke plannen geldt in het algemeen geen wettelijk kader. Wel is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies, zoals woningen:
  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.
Met het oog hierop is in het bestemmingsplan gezorgd voor voldoende afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Met behulp van een milieuzonering is in het plangebied aangegeven welke bedrijfsactiviteiten op een locatie kunnen worden uitgeoefend. De milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De milieuzonering en de gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).
3.1.1 Bestaande bedrijfswoningen
Op het bedrijventerrein "Wateringen" bevinden zich vanuit de historische groei van het bedrijventerrein enkele bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Voor nieuwe bedrijventerreinen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat naast bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn. Omdat het in dit geval gaat om een bestaande situatie, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan. Dit betekent dat bij de milieuzonering voor bedrijfswoningen met 2 afstandsstappen wordt afgeweken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Het afwijken van de richtafstanden ten opzichte van bedrijfswoningen met een extra afstandsstap ten opzichte van een gemengd gebied wordt hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in de regel een historisch gegroeide situatie betreft. Bovendien is wegbestemmen van de momenteel aanwezige bedrijfswoningen financieel niet haalbaar.
3.1.2 Bestaande burgerwoningen
Op het bedrijventerrein "Wateringen" bevinden zich verspreid over het bedrijventerrein ook enkele woningen welke in het geldende bestemmingsplan al een woonbestemming hebben. De woningen welke verspreidt liggen op het bedrijventerrein worden aangeduid als zijnde gemengd gebied. Dit omdat de woningen zijn ontstaan vanuit de historische groei van het bedrijventerrein en deze woningen vanuit het verleden in gebruik zijn genomen als burgerwoningen.
Om deze reden vindt de gemeente het aanvaardbaar om ook bij deze woningen 2 afstandsstappen af te wijken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Dit houdt in dat direct naast deze woningen bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB zijn toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan en bedrijven uit categorie 4.1 op een afstand van 50 m.
3.1.3 Rustige woonwijk
De woningen van de kern Wateringen en de Vinexwijk Wateringseveld welke zich aan de noord en oostzijde van het plangebied bevinden zijn bij de zonering van het bedrijventerrein aangewezen als zijnde ‘Rustige Woonwijk’. Als de afstand tot een bedrijfswoning bijvoorbeeld categorie 3.2 toestaat, maar de afstand tot een rustige woonwijk slechts categorie 2 toestaat, krijgt het betreffende bedrijfsperceel dus een algemene toelaatbaarheid van categorie 2.
De Gemeente Westland kiest voor bedrijvigheid door een extra stap af te wijken van de normen die gelden voor gemengd gebied bij gevoelige functies op het bedrijventerrein zelf. Er kan echter niet zover worden gegaan dat het gunstige woon- en leefklimaat van rustige woonwijken wordt aangetast.
3.1.4 Uitwerking milieuzonering
Op grond van voornoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de planverbeelding van het bestemmingsplan uitgewerkt. Binnen de milieuzonering bevinden zich twee bedrijven welke in de bestaande situatie een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan bij de uitwerking van de milieuzonering op de planverbeelding. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Op de milieuzonering is op de planverbeelding zoveel mogelijk afgestemd op de ligging van de bedrijfsbebouwing en de daarbij behorende kadastrale begrenzing. De maximale milieucategorie die daarbij op het bedrijventerrein mogelijk is daarbij 4.1. Bestaande bedrijfswoningen zijn op de planverbeelding vastgelegd middels een specifieke bestemming. Nieuwbouw van bedrijfswoningen is niet gewenst.
Binnen het plangebied bevinden zich bedrijven welke op basis van milieuzonering een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan. Deze bedrijven, worden in het bestemmingsplan voorzien van een milieucategorie welke lager is dan die van het huidige gebruik. Door middel van een specifieke bestemming blijft de huidige bedrijfsfunctie mogelijk. Op deze manier kan het bedrijf de activiteiten voortzetten.
 
Afwijken van de regels
De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Standaard SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Vaak komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Standaard SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie.