Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Monster
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.abp00000007-onhe

3.7 Cultuurhistorische aspecten

3.7.1 Wettelijk kader
Volgens het Verdrag van Valletta van 1992 moeten de archeologische waarden in de grond zoveel mogelijk op de locatie zelf worden bewaard. Verder is in het verdrag overeengekomen dat in een zo vroeg mogelijk stadium van ruimtelijke ordening al rekening wordt gehouden met die waarden.
Het verdrag is met de Wet archeologische monumentenzorg in de Nederlandse wetgeving van kracht geworden en het bepaalde daarin vormt nu een onderdeel van de Monumentenwet 1988. Volgens artikel 38a van die wet moet bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden en verwachtingen. In het bestemmingsplan moet worden aangegeven welke gevolgen worden verbonden aan de aanwezigheid van archeologische waarden of verwachtingen.
3.7.2 Verkennend onderzoek
De resultaten van het verkennend onderzoek kunnen als volgt worden samengevat. De volledige resultaten zijn opgenomen in Bijlage 3 van deze toelichting.
In het plangebied bestaan onvoldoende mogelijkheden om vooruitlopend op de realisatie van het bestemmingsplan de eventueelaanwezige archeologische waarden te karteren, te begrenzen en te waarderen. Om de zorgvuldigheid van de omvang met archeologische waarden overeenkomstig het doel van het Verdrag van Valletta te waarborgen, krijgt in het bestemmingsplan met het oog hierop een deel van het plangebied de dubbel bestemming “archeologisch waardevol gebied”. Binnen deze bestemming is het bouwen en het uitvoeren van andere werken en werkzaamheden ten behoeve van de beoogde ontwikkeling aan een omgevingsvergunning gebonden. In de belangenafweging die aan het verlenen van de omgevingsvergunning ten grondslag zal liggen, wordt het belang van het archeologisch erfgoed overeenkomstig het doel van het verdrag van Valletta meegewogen. Dit kan ertoe leiden dat eisen worden gesteld aan de uitvoering van de werkzaamheden om het belang van archeologisch erfgoed zo veel mogelijk recht te doen. Het is de enige oplossing om het bestemmingsplan te realiseren en zorgvuldig mee om te gaan met archeologische waarden. Behoud ex situ zal door de ingreep alleen na voorafgaand archeologisch onderzoek worden toegestaan, zodat documentatie van de vindplaatsen geheel of gedeeltelijk kunnen worden gespaard, zal het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk worden ingepakt en afgedekt.
De eindconclusie is dat het belang van het aanwezige archeologische erfgoed in het onderhavige bestemmingsplan door voorafgaand aan en gedurende verstoringen de genoemde maatregelen te treffen in het bestemmingsplan is gewaarborgd en dat het daarmee het bestemmingsplan voor het aspect archeologie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening.
3.7.3 Gemeentelijke waardenkaart
De gemeente Westland heeft onderzoek gedaan naar de archeologie binnen de gemeente grenzen. Dit onderzoek heeft nog geen juridische status maar is van dusdanig groot belang voor de gemeente dat zij de resultaten van dit onderzoek al toepast. Uit het onderzoek is gebleken dat het bedrijventerrein Monster zich voor het merendeel bevindt in een gebied met een middel hoge verwachtingswaarde, deels in een gebied met een lage verwachtingswaarde, en deels in een gebied waar geen archeologische verwachtingswaarden aanwezig zijn. Het noordelijk deel van het plangebied is op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangewezen als archeologisch onderzoeksgebied B en het zuidelijk deel van het plangebied is aangewezen als archeologisch onderzoeksgebied C.