direct naar inhoud van 2.1 Beleidskader
Plan: Teylingen 's-Gravenzande
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1

2.1 Beleidskader

2.1.1 Rijksbeleid

Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid (2008)

In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten worden gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0003.png"
afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0004.png"  

Uitsnede PKB-kaart 1

's-Gravenzande maakt deel uit van het economisch kerngebied zuidvleugel randstad. Daarnaast is de hele gemeente Westland aangewezen als greenport.

Het Rijk wil verstedelijking zoveel mogelijk bundelen in nationale, stedelijke netwerken waar Westland deel van uitmaakt. De beschikbaarheid van voldoende bedrijventerreinen van de juiste kwaliteit is essentieel voor het stedelijk vestigingsklimaat en de kracht van de steden. Het Rijk stimuleert de ontwikkeling van nieuwe terreinen en de modernisering van verouderde terreinen. Revitalisering van bedrijventerreinen leidt niet alleen tot een hogere productiviteit en een efficiënter ruimtegebruik, maar kan ook de leefbaarheid vergroten. De nationale opgave voor herstructurering is ruim 21.000 ha (ruim 20% van het huidige areaal). Omdat herstructurering maar in zeer beperkte mate extra terreinwinst oplevert, is tot 2020 naar verwachting nog ruim 23.000 ha nieuwe bedrijventerreinen nodig.

Het Rijk zal een Actieplan Bedrijventerreinen uitbrengen. In dit plan wordt ingegaan op de kenmerken van nieuw ondersteunend (financieel) instrumentarium voor bedrijventerreinen en op regionale beleidsontwikkeling door provincies, in overleg met samenwerkende gemeenten, voor nieuwe en te herstructureren bedrijventerreinen.

Greenport Westland

Het Westland is aangewezen als glastuinbouwgebied van nationaal belang en is een van de vijf 'greenports'. Het Rijk vindt het van belang dat de tuinbouwfunctie behouden blijft en versterkt wordt.

Locatiebeleid

Het locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen (ABC-locatiebeleid) en het locatiebeleid voor Perifere en Grootschalige Detailhandelsvestiging (PDV/GDV-beleid) worden vervangen door een integraal locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen. De doelstellingen van het nieuwe locatiebeleid zijn economische ontwikkelingsmogelijkheden, bereikbaarheid en leefbaarheid.

2.1.2 Provinciaal beleid

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (2010)

Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'. De structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vervangt het interimbeleid op basis van de huidige vier streekplannen in Zuid-Holland. Met de vaststelling van de provinciale structuurvisie en de provinciale Verordening Ruimte wordt aansluiting gezocht bij de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De visie is vastgesteld op 2 juli 2010.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0005.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0006.png"  

Uitsnede Functiekaart Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie

Meer concreet voor bedrijventerreinen geldt dat de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde is voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu. Deze afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door herstructurering en intensivering van bestaande en reeds geplande bedrijventerreinen. Behoud van (binnenstedelijke) bedrijvigheid staat voorop, al dan niet gelegen op bedrijventerreinen. Eventuele functiewijzigingen in het kader van herstructurering, bijvoorbeeld om de milieuhygiënische omgevingskwaliteit te verbeteren, moeten dan ook goed gemotiveerd zijn.

Wat betreft het aspect milieuhinder is het beleid gericht op het uitgangspunt voor bestemmingsplannen dat voor bedrijven de hoogst mogelijke bedrijfscategorie mogelijk moet zijn.

Veel van de huidige grootschalige detailhandel is gevestigd op bedrijventerreinen. Vanuit het beleid om dit areaal juist voor reguliere bedrijven te behouden, wordt door de provincie de uitbreiding van de perifere detailhandel op die locaties terughoudend benaderd.

Provinciale Verordening Ruimte (2010)

Samen met de Provinciale Structuurvisie is op 2 juli 2010 ook de provinciale Verordening Ruimte vastgesteld door Provinciale Staten. Waar de visie een zelfbindend document is voor de provincie, daar bevat de Provinciale Verordening regels die algemeen bindend zijn. De regels die voor dit plan het meest relevant zijn, zijn hierna per artikel kort toegelicht.

Bedrijventerreinen - artikel 6

Het bedrijventerrein Teylingen is op kaart 6 van de Verordening Ruimte aangeduid als bedrijventerrein. De verordening stelt in lid 2 dat bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen geen bestemmingen aanwijzen die nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk maken. Dit uitgezonderd woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan en die niet binnen de invloedssfeer liggen van (delen van) bedrijventerreinen waar bedrijven in een hogere milieucategorie zijn toegestaan.

In lid 3 van het artikel wordt aangegeven dat bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen, bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk moeten maken, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of de provinciale structuurvisie. De toelichting van het bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.

Tot slot is in lid 4 bepaald dat van lid 3 kan worden afgeweken indien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over het voorzien in voldoende ruimte voor bedrijven uit de hoogste mogelijke milieucategorie die mogelijk zou zijn op het betreffende bedrijventerrein. De toelichting van het bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.

Detailhandel - artikel 9

Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen buiten de bestaande winkelconcentraties in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra, wijzen geen bestemmingen aan die nieuwe detailhandel mogelijk maken.

Uitzonderingen hierop zijn:

  • a. perifere detailhandel mits de gronden op kaart 7 zijn aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel;
  • b. perifere detailhandel, buiten de op kaart 7 aangewezen opvanglocaties voor perifere detailhandel, mits het gaat het om de vestiging van een individueel bedrijf en geen nieuwe perifere detailhandelsconcentratie ontstaat en voorzover vestiging plaatsvindt op een bedrijventerrein het aandeel van bedrijven in perifere detailhandel niet meer bedraagt dan 10% van het totale oppervlak van het bedrijventerrein;
  • c. nieuwe regionale winkelcentra op de locaties die zijn aangeduid op kaart 7;
  • d. kleinschalige detailhandel tot een bruto vloeroppervlak van 200 m², zoals buurt- en gemakswinkels;
  • e. de verkoop van consumentenartikelen bij sport-, culturele, medische, recreatie- en vrije tijdsvoorzieningen (zoals stadions en ijsbanen), mits het assortiment aansluit bij deze voorzieningen;
  • f. de aflevering van door consumenten bestelde producten op een bedrijfslocatie waar deze producten worden geassembleerd en/of geproduceerd (zoals PC-configuraties op bestelling) of;
  • g. uitbreiding van bestaande detailhandel, eenmalig met ten hoogste 10% van het bruto vloeroppervlak per vestiging.

Het bedrijventerrein Teylingen is niet aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel.

Waterkeringen - artikel 10

Over waterkering schrijft de verordening voor dat de primaire en regionale waterkeringen als zodanig bestemd worden, waarbij de regels voorzien in een onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van die keringen.

Andere functies zijn ter plaatse slechts toelaatbaar voor zover er geen sprake is van significante belemmeringen voor het onderhoud, de veiligheid of de mogelijkheden voor versterking van de betreffende keringen. Daarbij is advies nodig van de beheerder van de waterkering.

2.1.3 Regionaal en gemeentelijk beleid

Regionaal Structuurplan Haaglanden (2008)

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP 2020)vastgesteld.

Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen etc.

Teylingen

De doelstellingen voor het plangebied van het bestemmingsplan Teylingen 's-Gravenzande zijn opgenomen op de projectenkaart. Het plangebied is aangeduid als 'betere benutting bestaand bedrijventerrein' en 'bestaand parklandschap'.

Herstructurering en beter gebruik van bestaande bedrijventerreinen heeft een hoge prioriteit. Het streven is erop gericht om na 2020 de vraag naar ruimte voor werken op de bestaande terreinen en in het bestaande stedelijk gebied op te kunnen vangen. Daar is een innovatief gebruik van de ruimte voor nodig. Herstructurering en intensiever gebruik van verouderde terreinen, dubbel grondgebruik, functiemenging en het ontwikkelen van milieumaatregelen die hinder van bedrijven verminderen, zijn hierbij belangrijke aangrijpingspunten.

Visie Greenport Westland 2020 (2005)

De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met de glastuinbouwcluster (inclusief de niet-ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen, biedt de visie ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen.
De aanwezige bedrijven op de Westlandse bedrijventerreinen zijn meestal direct dan wel indirect gerelateerd aan de glastuinbouw. Bijna de helft van het totaal aantal arbeidsplaatsen in de gemeente is te vinden op de bedrijventerreinen (2004: ruim 20.000 arbeidsplaatsen). Voor de periode 2004-2020 is op de Westlandse bedrijventerreinen in totaal 135 ha netto uitgeefbaar. Zo zal onder andere direct ten noorden van het plangebied het bedrijventerrein De Woerd worden uitgebreid. Min of meer trendmatig bedraagt in Westland de jaarlijkse uitgifte van grond aan bedrijven circa 9 ha netto uitgaande van 2% economische groei per jaar. Op basis hiervan en van de nog beschikbare en nieuw in ontwikkeling te nemen aanbod aan bedrijventerreinen tot omstreeks 2020, verwacht Westland over voldoende capaciteit te beschikken.

Het bedrijventerrein Teylingen is in de visie aangewezen als bestaand bedrijventerrein (zie uitsnede).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0007.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0008.png"
afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000006-vas1_0009.png"  

Uitsnede Visie Greenport Westland

Voor de agro-gerelateerde bedrijvigheid op de bestaande bedrijventerreinen in Westland kan op basis van het vigerende beleid tot 2020 in voldoende mate worden voorzien. Omdat het zwaartepunt van de glastuinbouwcluster in relatieve zin verschuift van de primaire productie in de kassen naar de aanverwante bedrijvigheid, zal nader overleg met het bedrijfsleven en eventueel onderzoek moeten uitwijzen of aanvullende capaciteit aan bedrijventerreinen nodig is. Zo zullen innovatie, handel en logistiek steeds belangrijker worden.

Milieubeleidsplan 2005-2010 'Westland, glashard voor het milieu'

De inspanningen uit het verleden waren voornamelijk gericht op het verbeteren van de sectorale milieukwaliteit. In de toekomst moet ook een bredere kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Het milieubeleidsplan moet een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.

Het milieubeleidsplan heeft als doelstelling: 'Het verbeteren van de leefbaarheid op de korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op de lange termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten op te lossen en toekomstige te voorkomen'.

Uiteraard is een gebiedsgericht milieubeleidsplan vooral gericht op gebieden waar grootschalige ontwikkelingen plaatsvinden. Dit zijn namelijk de gebieden waar het grootste milieurendement is te behalen. Het plan heeft echter ook betekenis voor gebieden waar geen grote ontwikkelingen plaatsvinden. Ook in deze gebieden vinden vaak kleinere ontwikkelingen plaats, waarin de uitgangspunten van het beleidsplan kunnen worden toegepast.

Westlands Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015

Met het Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) wordt vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer invulling gegeven aan het strategische beleid voor de gemeente Westland, zoals dat is beschreven in de, eind 2005 vastgestelde, Greenportvisie 2020. Op basis van deze vertaling zijn concrete projecten en maatregelen benoemd. Daarbij zijn prioriteiten bepaald en is een volgorde voor uitwerkingen realistisch weergegeven.

Door het uitvoeringsprogramma wordt de stap gezet van papier (beleid) naar de praktijk (uitvoering). Het uitvoeringsprogramma en bijbehorende investeringsprogramma passen binnen de huidige begroting. Tot 2011 zijn de budgetten voor dit uitvoeringsprogramma gereserveerd, wat maakt dat het plan realistisch en financieel uitvoerbaar is.

Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht om aan de zuidzijde van het bedrijventerrein Teylingen, door middel van een parallelweg langs de Nieuwe Vaart, een nieuwe ontsluitingsweg te realiseren. Hiertoe is een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen.

Ontwikkelingskader 's-Gravenzande (2009)

In het ruimtelijk ontwikkelingskader 's-Gravenzande 2020 dat in concept gereed is, wordt aangegeven dat het bedrijventerrein Teylingen een lokaal bedrijventerrein betreft. Ook is er een afvalbrengstation van de gemeente gevestigd. Op het bedrijventerrein is nagenoeg geen leegstand. Teylingen is ontsloten via twee ontsluitingen op de Julianaweg. Tijdens de ochtend- en avondspits is het bedrijventerrein minder goed bereikbaar door verkeersstagnatie bij de rotonde Julianaweg/Naaldwijkseweg (komend vanuit Naaldwijk).

Naar de Koningin Julianaweg presenteert het bedrijventerrein zich op dit moment terughoudend. Een stedenbouwkundig accent in de vorm van een gebouw met uitstraling op de hoek van de Edisonstraat is hier op zijn plaats. Hieraan wordt invulling gegeven door ter plaatse de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, mits vooraf aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

Naast de twee aansluitingen op de Koningin Julianaweg is een derde aansluiting van Teylingen gewenst via de Naaldwijkseweg (nabij de Dijckerwaal). Hierdoor blijft tijdens de ochtend- en avondspits het bedrijventerrein goed bereikbaar en wordt verkeersstagnatie verminderd dan wel voorkomen bij de rotonde Koningin Julianaweg/Naaldwijkseweg (komend vanuit Naaldwijk). Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht om aan de zuidzijde van het bedrijventerrein Teylingen, door middel van een parallelweg langs de Nieuwe Vaart, een nieuwe ontsluitingsweg te realiseren. Hiertoe is een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen.

Waterplan 'Westland water, nu en later' (2008)

In het Waterplan 'Westlands water, nu en later' (concept, 2008) worden ruimtegebruik en het watersysteem in onderlinge samenhang beschouwd. In het plan is gekozen voor een integrale aanpak, gebundeld in de thema's 'droge voeten', 'levend water' en 'zichtbaar water'. Het Waterplan bestaat uit een beleidsdeel en een waterstructuurvisie. Het beleidsdeel bevat doelstellingen voor de lange termijn (tot 2030) en doelstellingen tot 2015. In de waterstructuurvisie wordt de ruimtelijke vertaling van de maatregelen weergegeven.

Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland (2006)

In de beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met dieptewerkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van dieptewerkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland.

In het bestemmingsplan zijn de mogelijke locaties op de verbeelding aangeduid door middel van een gebiedsaanduiding. In de regels is bij de betreffende bestemmingen een verplichting opgenomen voor de locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. Dit houdt in dat voor dieptewerkzaamheden, zoals ophogen, afgraven en/of heiwerkzaamheden, een omgevingsvergunning is vereist.

Bedrijventerreinenvisie Westland (2008)

Op 17 juli 2008 heeft de gemeenteraad de Bedrijventerreinenvisie Westland vastgesteld. De Bedrijventerreinvisie beoogt drie doelen: anticiperen op actuele en toekomstige marktontwikkelingen, toetsingskader voor bestemmingsplannen en inzicht in actuele thema's als parkmanagement en herstructurering van bedrijventerreinen.

Volgens deze visie betreft het bedrijventerrein Teylingen een 'lokaal terrein'. Lokale terreinen zijn terreinen die van oudsher aan een dorpskern zijn gegroeid. Ondernemers en werknemers hebben doorgaans een sterke binding met de nabijgelegen dorpskern. Door die gemeenschappelijke achtergrond hebben de lokale terreinen een sterke sociale structuur en een hoge verenigingsgraad. Op deze bedrijventerreinen zijn de loodgieters, elektriciens, aannemers en tegelzetters gevestigd. Lokale terreinen onderscheiden zich van agrologistieke bedrijventerreinen en regionale bedrijventerreinen.

Het doel voor lokale bedrijventerrreinen is om voor wat betreft vestiging van nieuwe bedrijven toe te werken naar meer dienstverlenende bedrijvigheid en geen (weinig) fabrieksmatige activiteiten. Onder dienstverlenende bedrijven vallen bijvoorbeeld aannemers. Dergelijke bedrijven hebben geen publieksgerichte functies of grootschalige detailhandel.

Op lokale bedrijventerrein zijn (al naar gelang de richtafstand) toegestaan tot maximaal categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Categorie 5 en 6 bedrijven zijn zonder meer in de hele gemeente Westland uitgesloten.

De bedrijventerreinvisie geeft aan dat volumineuze detailhandel mogelijk moet zijn op zichtlocaties op lokale bedrijventerreinen. Er is echter wel een extra toetsingskader noodzakelijk door middel van een afwijkingsbevoegdheid. In de detailhandelsvisie Haaglanden is een overaanbod in volumineuze detailhandel geconstateerd. Dit vraagt om terughoudendheid bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

Beleidsregels publieksfuncties op bedrijventerreinen (2010)

Als nadere uitwerking van de Bedrijventerreinenvisie Westland hebben burgemeester en wethouders beleidsregels vastgesteld om maatwerk te kunnen bieden voor publieksfuncties op lokale bedrijventerreinen. In deze nota is aangegeven wat wel en niet is toegestaan op lokale bedrijventerreinen.

Wonen, detailhandel, horeca, leisure en care-functies zijn uitgesloten in bestemmingsplannen van bedrijventerreinen. Bij leisure kan worden gedacht aan fitness, kookstudio's en hobbyfuncties. Care-functies zijn onder andere kinderopvang, ouderenzorg, gehandicaptenopvang en huisartsen- en fysiotherapie-collectieven. In de systematiek van ruimtelijke ordening zijn zelfs kantoren uitgesloten op bedrijventerreinen.

In hoofdzaak zijn op bedrijventerreinen bedrijfsmatige en industriële functies toegestaan. Genoemd worden het vervaardigen, bewerken, installeren en inzamelen van goederen. Ook verhandelen van goederen wordt genoemd, waarbij detailhandel (verkoop aan eindconsument) is uitgesloten. In de loop der tijd zijn daarop uitzonderingen gemaakt voor specifieke vormen van detailhandel. Zoals verkoop van brand- en explosiegevaarlijke stoffen. Ook verkoop van de zogenoemde ABC-goederen is toegestaan; Auto's, Boten en Caravans. Daarna begint het grensgebied. Woonwinkels en bouwmarkten zijn met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid mogelijk, conform de provinciale regelgeving. Tegelijkertijd is vestiging van woonwinkels aan strenge regionale regels van Haaglanden gebonden.

Een andere functie die in beperkte mate is toegestaan zijn zelfstandige kantoren. Onzelfstandige kantoren, die ten dienste staan van een bedrijf waren altijd al mogelijk. Elk bedrijf heeft immers een administratie- en verkoopafdeling. Zelfstandige kantoren worden in bestemmingsplannen mogelijk gemaakt tot 500 m² per gebouw. Hierbij kan worden gedacht aan accountants en architecten. De kantoren mogen echter geen baliefunctie hebben (zoals makelaars en uitzend- of reisbureaus) en moeten ingepast worden op het bedrijventerrein. Inpassing is mogelijk bij de entree, of op de eerste verdieping van bestaande panden. Daarnaast moet voldaan worden aan de parkeernorm, die voor kantoren hoger is dan voor bedrijven.

Integrale benadering milieuzonering bestemmingsplan bedrijventerreinen Teylingen en De Hoge Woerd (2010)

In dit beleidsdocument zijn de uitgangspunten voor de milieuzonering van de bestemmingsplannen 'Teylingen 's-Gravenzande' en 'Bedrijventerrein De Hoge Woerd' integraal uitgewerkt. Voor een uitleg van de hoofdlijnen van dit specifieke beleid wordt verwezen naar paragraaf 3.2.

Kantorenvisie Westland (2007)

Op 27 november 2007 heeft de gemeenteraad de kantorenvisie Westland vastgesteld. De kantorenvisie richt zich op zelfstandige kantoren, dat wil zeggen panden die uitsluitend kantoren huisvesten. Hierin wordt aangegeven dat het toestaan van zelfstandige kantoren op verspreide locaties in het buitengebied en bedrijventerreinen niet past binnen het ruimtelijk beleid en niet bijdraagt aan de vorming van een kantorensector. Vier locaties zijn kansrijk voor kantoorontwikkelingen, namelijk de Tiendweg met in het verlengde Flora Holland, Centrum Naaldwijk, ABC Westland en Knooppunt Westerlee. Kantoren met een publieksfunctie horen in dorpskernen of de schil daaromheen.

Bij de actualisatie van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen is gebleken dat zich hier veel kleine kantoorgebruikers gevestigd hebben. Dit terwijl de geldende bestemmingsplannen ze niet of slechts in beperkte mate toelaten. Omdat er een grote vraag vanuit de markt is en kleine zelfstandige kantoren naastgelegen bedrijven over het algemeen niet in de weg zitten, is ervoor gekozen de vraag naar kleine kantoren op bedrijventerreinen niet tegen te houden, maar te reguleren. Op bedrijventerreinen aanwezige kleine zelfstandige kantoren worden in beginsel positief bestemd. Hierop wordt echter een tweetal uitzonderingen gemaakt.

De eerste betreft de situatie dat kantoren (potentieel) belemmerend (kunnen) zijn voor een naastgelegen bedrijf met een hoge milieucategorie (3.2 en hoger). In deze situaties wordt gekozen voor de milieuhinderlijke functie. De tweede uitzondering betreft kantoren met een baliefunctie. Baliefuncties horen in de centrumkern. Voor nieuwe zelfstandige kantoren is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor kantoren op zichtlocaties of op de eerste verdieping tot een oppervlakte van maximaal 500 m².

2.1.4 Conclusie

Het plangebied wordt beschouwd als bestaand stedelijk gebied en het bedrijventerrein is ook als zodanig aangewezen. Revitalisering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen zijn belangrijke speerpunten. Bij ontwikkelingen binnen het plangebied zijn intensief ruimtegebruik, duurzaamheid en segmentering belangrijke uitgangspunten. Voor segmentering geldt enerzijds waar mogelijk streven naar een zo hoog mogelijke milieuhindercategorie, anderzijds aandacht voor omgevingskwaliteit en landschappelijke inpassing.

Het plangebied wordt conform de bestaande situatie bestemd waarbij de hoogst haalbare milieuzonering wordt vastgelegd (met uitzondering van categorie 5 en 6 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten). Daarnaast wordt een aantal flexibiliteitsbepalingen opgenomen die voortvloeien uit de 'Bedrijventerreinenvisie Westland' en de 'Beleidsregels voor publieksfuncties op lokale bedrijventerreinen'.

Het bestemmingsplan past derhalve binnen de beleidslijnen van de diverse overheden.