Plan: | De Gouw fasen 2 en 3A |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.OWZDEGOUWf2en3Aobp-VA01 |
het bestemmingsplan De Gouw fasen 2 en 3A met identificatienummer NL.IMRO.1783.OWZDEGOUWf2en3Aobp-VA01 van de gemeente Westland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aparte ruimte die via het hoofdgebouw toegankelijk is en ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een onderneming welke gevestigd is of kan zijn in een woning en die toebehoort aan een natuurlijk persoon, welke in de betreffende woning woont en die geen personeel in dienst heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de onderneming de ruimtelijke uitstraling van de woonfunctie niet aantast.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in
één of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met daarbij behorende bevestigingsconstructie.
bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of vergund zijn om tot stand te zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren of inzamelen en verhandelen van goederen.
de totale vloeroppervlakte van alle bouwlagen van een bedrijf met inbegrip van alle daartoe behorende ruimten, waaronder ontvangsthal, dienstruimten en magazijnen. Niet inbegrepen zijn inpandige dienstwoningen en gebouwde parkeervoorzieningen voor personenauto's. Wat betreft inpandige parkeerruimte valt een overdekte stallingsruimte voor een busje of een vrachtwagen wel hieronder.
een woning bij een bedrijf, die bestemd is voor bewoning door (het huishouden van) de ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een (vrijstaand of aan een hoofdgebouw aangebouwd) gebouw dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en geen rechtstreekse toegang tot het hoofdgebouw heeft.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat wordt begrensd door vloeren of balklagen die op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggen. Het dient hierbij te gaan om horizontale bouwlagen.
een aanééngesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de wijze waarop het op een bouwperceel gelegen hoofdgebouw al dan niet is verbonden met het hoofdgebouw op een aansluitend bouwperceel; dit kan vrijstaand, twee-aaneen, gestapeld of aaneengebouwd zijn.
de snijlijn van het maaiveld en het beloop van een watergang.
een instelling voor sociaal-culturele, educatieve en onderwijsdoeleinden, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze instelling.
een constructie, welke ondergeschikt is aan het dakvlak, ter vergroting van een gebouw, die vrij ligt in het hellend dakvlak.
het hoogste punt van een schuin dak.
een toevoeging aan het dakvlak van een bouwmassa die niet vrij in het dakvlak ligt, maar ten minste de nok- of gootlijn of zijkant van het dakvlak raakt van het betreffende gebouw/de betreffende woning. Het plaatsen van een dakopbouw gaat ten koste van de karakteristiek van het profiel van het gebouw/de woning.
het laagste punt van een schuin dak.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
al dan niet bebouwde gronden die bij het hoofdgebouw horen, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze inrichting niet verbieden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken exclusief de aan- en uitbouwen of bijgebouwen.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een pad langs de kant van een kanaal of vaart waarover eertijds de trekdieren van de trekschuit werden voortgedreven;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een constructie van uitsluitend een of meer hellende dakvlakken met een helling van meer dan 20º en minder dan 65º.
een voorziening ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
de achtergevel van het oorspronkelijk vergunde hoofdgebouw.
horeca behorende bij de bestemming waarbij de openings- en sluitingstijden van het horecagedeelte hetzelfde zijn als de hoofdfunctie (of begint later en/of eindigt eerder dan de hoofdfunctie). Het horecabedrijf staat uitsluitend open voor degenen die primair komen voor de hoofdfunctie.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en andere openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand, welke ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval begrepen een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop of sekstheater, een sekswinkel, een seksautomatenhal en een seksclub of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
de staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
de staat van horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts) voorzieningen, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, informatieborden, zitbanken, bloembakken, telefooncellen, abri’s, kunstwerken, bushaltes, speeltoestellen, fietsenrekken en draagconstructies voor reclame; kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorzieningen en brandkranen; afvalinzamelsystemen en hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
uitbreiding van een ruimte in het hoofdgebouw tot buiten het bestaande oorspronkelijke hoofdgebouw (bijvoorbeeld erker) en welke ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn voor de, met een gevellijn op de planverbeelding aangegeven, voorgevel van dat hoofdgebouw of voor een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
de naar de weg gekeerde zijde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of waar deze op de planverbeelding is aangegeven met een gevellijn.
de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de naar het openbare gebied gekeerde gevel(s) van de hoofdbebouwing of daar waar deze op de planverbeelding is aangegeven met een gevellijn.
een complex van ruimten, dat blijkens de indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de loodrechte afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouwd of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de afstand tussen de boveninsteek van het water en het deel van de aanlegsteiger dat daar het verst vanaf gelegen is.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 onder a voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mits
Het is verboden bouwwerken als bedoeld in 3.1, onder e zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen, geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.5.1 is niet vereist voor:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen
met dien verstande dat de bebouwing moet bijdragen aan het behoud, versterking en/of herstel van de aan de gronden eigen zijnde cultuurhistorische en architectonische waarden van de bebouwing en gelden de volgende regels ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden bouwwerken als bedoeld in 4.1, onder d zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen, geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.5.1 is niet vereist voor:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden gelden de volgende regels:
en gelden de volgende regels ten aanzien van:
Een erker is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 1 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 onder a voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mits
ter plaatsevan de aandudiing als bedoeld in 5.1, onder d is uitsluitend één verkeersontsluiting toegestaan met een maximale breedte van 5 meter;
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor verkeersregeling, verkeersleiding, wegaanduiding of verkeersverlichting, ten hoogste 3 meter bedraagt.
Het gebruik als bedoeld in 6.1, onder c is uitsluitend één langzaamverkeersontsluiting toegestaan, welke mede als calamiteitenontsluiting voor het overige verkeer gebruikt kan worden.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en boven deze gronden mag slechts worden gebouwd, indien en voor zover zulks voor de waterbeheersing, de verbinding van de oevers, voorzieningen van openbaar nut, of het verkeer te water nodig is en gelden de volgende bepalingen:
Het gebruik als bedoeld in 7.1, onder c is uitsluitend één verkeersontsluiting toegestaan met een maximale breedte van 10 meter;
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend:
worden gebouwd en gelden de volgende regels ten aanzien van:
De bouwhoogte van een garage bedraagt ten hoogste 3 meter.
Het bevoegd gezag kan bij en omgevingsvergunning nadere eisen stellen omtrent de plaatsing en de goot- en boeibordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,50 meter in de zijerfafscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de te bouwen gebouwen geen onnodige nadelige veranderingen teweegbrengen in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden-ondernemingen, mits:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
mits:
en gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende regels ten aanzien van:
Het gevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder c uitsluitend ten behoeve van het realiseren van veranda's tot ten hoogste 2 meter voor de voorgevel, mits:
Het gevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 onder a met ten hoogste 10%, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor het overschrijden van de maximale goothoogte van hoofdgebouwen, mits
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor overschrijden van de goothoogte met een kap met een helling van meer dan 15º en minder dan 75º.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte van aan- en uitbouwen middels een kap, mits dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 voor het bouwen van een uitbouw op de eerste verdieping, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor het verkleinen van de afstand tussen vrijstaande, half-vrijstaande en aangesloten hoofdgebouwen met ten hoogste 15% van de minimale afstand, mits dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden-ondernemingen, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.2 voor het gebruik van gedeelten van woningen die ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen worden gebruikt voor detailhandel, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.3 voor de realisering van minder dan 325 m3/ha aan waterberging, mits:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als bedoeld in , indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 10.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie-1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 11.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in 11.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie-2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 12.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in 12.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie-3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 13.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in 13.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Op deze gronden mag worden gebouwd ten dienste van de andere aldaar voorkomende bestemming(en) en gelden de bouwregels van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), met dien verstande dat:
en mag tevens ten dienste van de bestemming als bedoeld in 14.1 worden gebouwd en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het realiseren van een gedeelte van de ecologische zone minder dan 10 meter breed, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de ecologische waarde van de zone.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde tot ten hoogste 5 meter, mits hierdoor de ecologische waarde van de zone wordt versterkt.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.4.1 voor het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van de ecologische zone, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische zone.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie-1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 14.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarde is voldaan:
Op deze gronden mag worden gebouwd ten dienste van de andere aldaar voorkomende bestemming(en) en gelden de bouwregels van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), met dien verstande dat:
en mag tevens ten dienste van de bestemming als bedoeld in 15.1 worden gebouwd en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het realiseren van een gedeelte van de ecologische zone minder dan 30 meter breed, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de ecologische waarde van de zone.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde tot ten hoogste 5 meter, mits hierdoor de ecologische waarde van de zone wordt versterkt.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.4.1 voor het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van de ecologische zone, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische zone.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie-2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 15.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarde is voldaan:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de bouwregels van de andere aldaar voorkomende bestemming(en).
Het is verboden hoofdgebouwen met de bestemming 'Waarde - Karakteristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.3.1 is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.3.1 wordt in ieder geval verleend indien het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor het bouwen heeft verleend voor de bouw van een nieuw hoofdgebouw op de betreffende gronden.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering. In geval van strijdigheid, gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de betreffende gronden van toepassing zijn. De bestemming 'Waterstaat - Waterkering' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met een andere dubbelbestemming is de voorrangsregeling in artikel 22.1 van toepassing.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage geeft aan, hoeveel procent van het oppervlak van dat bouwperceel maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
De op de planverbeelding aangegeven bouwvlakken waarin geen percentages zijn geplaatst mogen volledig worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage heeft geen betrekking op bouwwerken, geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen).
De in 19.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antenne installaties, mits deze voldoen aan het bepaalde in 19.4 en door schoorstenen, trappenhuizen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
De in 19.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door liftkokers, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt, tenzij hoofdstuk 2 anders bepaald.
Als maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouwen zijn, gelden de volgende maten, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:
erfafscheidingen tussen de openbare weg en 2 meter achter de voorgevelrooilijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
overkappingen | 3 meter |
straatmeubilair | 3 meter |
lichtmasten | 20 meter |
antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 meter |
vlaggenmasten | 6 meter |
overige bouwwerken | 2 meter |
De op de planverbeelding aangegeven bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door:
Voor het bouwen van dakkapellen gelden de volgende regels:
Een bestaand bouwwerk dat met een vergunning is gerealiseerd, mag worden teruggebouwd.
Bij elke ontwikkeling wordt de normering vanuit de Westland Verkeers en VervoerPlan toegepast.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1 lid 1 onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking kan worden verleend – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan voor:
Het bevoegd gezag maakt in ieder geval geen gebruik van de afwijkingsbevoegdheid als genoemd in 21.1 indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Indien en voor zover de in het plan aangegeven bestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen zijn, voor zover de voor de dubbelbestemmingen geldende regels ten aanzien van bebouwing of gebruik niet met elkaar verenigbaar zijn, de regels van toepassing die gelden voor de dubbelbestemming met de hoogste prioriteit volgens de volgorde die is aangegeven in onderstaand schema:
Bestemming | artikelnummer | volgorde van toepassing |
Waterstaat - Waterkering | 17 | 1 |
Waarde - Archeologie 1 | 11 | 2 |
Waarde - Archeologie 2 | 12 | 3 |
Waarde - Archeologie 3 | 13 | 4 |
Waarde - Ecologie 1 | 14 | 5 |
Waarde - Ecologie 2 | 15 | 6 |
Waarde - Karakteristiek | 16 | 7 |
Leiding - Gas | 10 | 8 |
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan De Gouw fasen 2 en 3A.