Plan: | Omgevingsplan Dorpscentrum Poeldijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.OPCTRMPOE-VA01 |
Begripsbepalingen bij dit omgevingsplan bevat begrippen en definities voor de toepassing van dit omgevingsplan.
Bijlage 2 bij dit omgevingsplan bevat meet- en rekenbepalingen voor de toepassing van dit omgevingsplan.
De regels in artikelen 2.4 en 3 hebben betrekking op het gehele plangebied en zijn geometrisch gekoppeld door middel van 'overige zone'.
De regels in de artikelen 2.4 en 3 zijn gesteld met het oog op:
Aan de regels in de artikelen 2.4 en Artikel 3 moet worden voldaan door degene die de activiteit verricht. Diegene draagt zorgt voor de naleving van de regels over de activiteit.
Het is verboden om niet-bebouwde gronden en/of water te gebruiken als:
Het is verboden de bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken als seksinrichting.
Het is verboden om gemeentelijke houtopstanden:
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden met het oog op de oogmerken zoals bepaald in 2.2.
Met het oog op snel en effectief optreden van de hulpdiensten op een incidentlocatie wordt bij nieuwe ontwikkelingen (oprichting van een bouwwerk, verandering van functie of uitbreiding van bestaand gebruik) in verband met de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid hiervan voor de hulpdiensten advies ingewonnen van de Veiligheidsregio door het bevoegd gezag .
Dit omgevingsplan is, met het oog op de doelen van de Omgevingsvisie 2.0 algemeen , gericht op:
De regels in Hoofdstuk 3 zijn, met het oog op de doelen van de Omgevingsvisie, gericht op:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Bedrijf'.
Het is in ieder geval toegestaan om de volgende gebruiks- en bouwactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Het is toegestaan de gronden en bouwwerken te gebruiken voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 5.2:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3 sub 5 om showrooms toe te staan indien te uit te stallen goederen behoren tot de normale bedrijvigheid/ bedrijfsvoering en de oppervlakte van de showroom niet meer dan 10 % van het totale bedrijfsvloeroppervlak bedraagt tot een maximum van 75 m².
Het toegestaan de volgende bouwactiviteiten uit te voeren op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Het bouwen en installeren van duurzame energie- en warmtevoorzieningen is toegestaan, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een ondergeschikte functie hebben. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de functie niet mag gaan bepalen. Van een ondergeschikte betekenis is uitsluitend sprake indien de voorziening energie opwekt ten behoeve van het eigen gebruik.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.7.2 voor het vergroten van de bouwhoogte, mits:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden aan de plaats en afmetingen van bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Centrum'.
Het is in ieder geval toegestaan om de volgende gebruiks- en bouwactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Met het oog op het ontwikkelen van een levendig en compact 'overige zone - kernwinkelgebied' is het niet toegestaan om nieuwe horeca-activiteiten op de locaties buiten het 'overige zone - kernwinkelgebied' te vestigen en bestaande horeca-activiteiten uit te breiden.
Met het oog op het ontwikkelen van een levendig en compact 'overige zone - kernwinkelgebied' is het niet toegestaan om nieuwe detailhandelsactiviteiten buiten het 'overige zone - kernwinkelgebied' te vestigen en bestaande detailhandelsactiviteiten uit te breiden.
Het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen is toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor de vestiging van een bed & breakfast in een woning, mits:
Het is toegestaan de volgende bouwactiviteiten uit te voeren op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw.
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een erker is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een dakkapel is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten behoeve van de plaats en afmetingen van de bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Gemengd'.
Het is in ieder geval toegestaan om de volgende bouw- en gebruiksactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Het is toegestaan de volgende bouwactiviteiten te verrichten op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Het bouwen en installeren van duurzame energie- en warmtevoorzieningen is toegestaan, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een ondergeschikte functie hebben. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de functie niet mag gaan bepalen. Van een ondergeschikte betekenis is uitsluitend sprake indien de voorziening energie opwekt ten behoeve van het eigen gebruik.
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten behoeve van de plaats en afmetingen van de bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Groen'.
Met het oog op het behoud van openbaar groen zijn op de locaties met de functie 'Groen' uitsluitend de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
Op de locaties met de functie 'Groen' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd en bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 3 meter.
In afwijking van het bepaalde in artikel 8.3.2 zijn op de locaties met de aanduiding 'speeltuin' uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Maatschappelijk'.
Het is in ieder geval toegestaan om de volgende gebruiks- en bouwactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Het is in ieder geval toegestaan de volgende bouwactiviteiten te verrichten op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Het bouwen en installeren van duurzame energie- en warmtevoorzieningen is toegestaan, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een ondergeschikte functie hebben. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de functie niet mag gaan bepalen. Van een ondergeschikte betekenis is uitsluitend sprake indien de voorziening energie opwekt ten behoeve van het eigen gebruik.
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten behoeve van de plaats en afmetingen van de bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Verkeer - Gebiedsontsluiting'.
De volgende gebruiksactiviteiten zijn in ieder geval toegestaan:
Op deze locaties mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor verkeersregeling, verkeersleiding, wegaanduiding of verkeersverlichting, ten hoogste 3 m bedraagt.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Verkeer - Wijkontsluiting'.
De volgende gebruiksactiviteiten zijn ieder geval toegestaan:
Op deze locaties mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor verkeersregeling, verkeersleiding, wegaanduiding of verkeersverlichting, ten hoogste 3 m bedraagt.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Water'.
De volgende werkzaamheden toegestaan:
Op deze locaties mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd en gelden de volgende regels:
gelden de Algemene regels behorende bij de Keur regels Delfland;
Aanlegsteigers zijn toegelaten, mits de omvang van de steigers en aangelegde boot niet de noodzakelijke doorvaarbreedte/vaarstrook zoals bepaald in artikel 12.3 van de vaarweg aantasten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Woongebied'.
Het is het in ieder geval toegestaan om de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Met het oog op het ontwikkelen van een levendig en compact 'overige zone - kernwinkelgebied' is het niet toegestaan om op de locaties met de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1' het gebruik uit te breiden.
Het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen is toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor de vestiging van een bed & breakfast in een woning, mits:
Het gebruik van de gronden als horecabedrijf op de locaties met de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1' mag niet worden hervat indien dit gebruik gedurende een onafgebroken periode van ten minste één jaar gestaakt is geweest.
Het toegestaan de volgende bouwactiviteiten uit te voeren op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw.
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een erker is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een dakkapel is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bouwen en installeren van duurzame energie- en warmtevoorzieningen is toegestaan, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een ondergeschikte functie hebben. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de functie niet mag gaan bepalen. Van een ondergeschikte betekenis is uitsluitend sprake indien de voorziening energie opwekt ten behoeve van het eigen gebruik.
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten behoeve van de plaats en afmetingen van de bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Woongebied - bijzondere woonvormen'.
Het is in ieder geval toegestaan om de volgende gebruiksactiviteiten te verrichten:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de volgende activiteiten:
Ten aanzien van het bepaalde in artikel 14.2 wordt met bijzondere woonvormen bedoeld het in stand houden van het aanbod van een diversiteit van woonvormen met al dan niet zelfstandige woningen, wooneenheden en/ of verzorgingsplaatsen.
Het is in ieder geval toegestaan de volgende bouwactiviteiten te verrichten op het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een erker is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Een dakkapel is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bouwen en installeren van duurzame energie- en warmtevoorzieningen is toegestaan, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een ondergeschikte functie hebben. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de functie niet mag gaan bepalen. Van een ondergeschikte betekenis is uitsluitend sprake indien de voorziening energie opwekt ten behoeve van het eigen gebruik.
Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen of aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten behoeve van de plaats en afmetingen van de bebouwing:
Voor aansluitactiviteiten gelden de volgende regels:
Het plaatsen en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels is toegestaan, mits het volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd.
Voor de 'overige zone' zijn de regels, naast de aldaar voorkomende functies, tevens de regels in Artikel 2 en Artikel 3 van toepassing.
Op locaties met de functie 'overige zone - ecologische verbindingszone' zijn, naast de aldaar voorkomende functies, de regels gesteld met het oog op de aanleg, behoud, herstel en versterking van de ecologische verbindingszone.
Op locaties met de functie 'overige zone - kernwinkelgebied' zijn, naast de aldaar voorkomende functies, de regels in dit artikel gesteld met het oog op:
De volgende gebruiksactiviteiten zijn toegestaan:
Een omgevingsvergunning voor het bepaalde in artikel 6.4.3 en 6.4.4 wordt alleen verleend, mits wordt voldaan aan de volgende regels.
Op locaties met de aanduiding 'overige zone - laanbeplanting' zijn, naast de aldaar voorkomende functies, de regels in dit artikel gesteld met het oog op behoud en bescherming van het karakter van de laanbeplanting en bermen.
Het in artikel 18.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden in het kader van normaal onderhoud.
Degene die een gemeentelijke monumentenactiviteit verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit kan leiden tot het beschadigen of vernielen van een gemeentelijk monument, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om deze beschadiging of vernieling te voorkomen.
Alleen de volgende activiteiten zijn toegestaan:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 19.5 is niet vereist voor:
Voor de 'overige zone - vaarweg - categorie E' zijn de regels in artikel Artikel 12 van toepassing.
Voor de 'overige zone - vaarweg - categorie F' zijn de regels in artikel Artikel 12 van toepassing.
Op de locaties met de functie 'Leiding - Water' zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, regels mede gesteld voor een ondergrondse waterleiding.
Op de locaties met de functie 'Veiligheidszone - Invloedsgebied' zijn, naast de aldaar voorkomende functies, de regels in dit artikel gesteld met het oog op de beheersing en vermindering van de effecten van een incidenten afkomstig van de risicobron N211 (transport gevaarlijke stoffen).
Binnen het 'Veiligheidszone - Invloedsgebied' van de risicobron N211 kan het bevoegd gezag met het oog op het aspect Externe Veiligheid, ter beheersing van uitpandige vluchtroutes en de bereikbaarheid voor de brandweer, voor zover dit niet elders in dit omgevingsplan is vastgelegd nadere eisen stellen aan:
Op locaties met de functie 'Waarde - Archeologie' zijn de regels in dit artikel, naast voor de andere daar voorkomende functies, gesteld met het oog op het behoud en de bescherming van de archeologische waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bestaande hoogten van hoofdgebouwen mogen worden overschreden door antenne installaties, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 5 m. bedraagt , alsmede door schoorstenen, trappenhuizen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 1,00 m. bedraagt.
De bestaande hoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door liftkokers, indien en voorzover deze overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
De bestaande hoogte van hoofdgebouwen mogen, behalve op het dak van de bovenste verdieping, worden overschreden door balustrades, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
1. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen. Het is eveneensverboden meerdere woningen samen te voegen tot een kleiner aantal woningen..
2. Het is verboden bestaande gebouwen en gronden met een bestemming waar volgens de functie- of bestemmingsomschrijving het wonen naast andere functies en/of bestemmingen is toegestraan te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen .Woonmogelijkheden binnen functies en/of bestemmingen op grond waarvan wonen is toegestaan - maar nog niet wordt toegepast- zijn bestemd voor een (1) huishouden;
3. Bij herbouw van een of meerdere woningen binnen de functie en/of de bestemming Wonen of binnen een bestemming en of functie waar wonen is toegestaan, is in de nieuwe situatie een gelijk aantal woningen toegestaan.
1. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.3, mits;
b. de te splitsen woning gelgen is op de verdieping binnen een bestemming of functie die wonen mogelijk maakt;
c. de ontstane woonruimten een minimale gebruiksoppervlakte van 40 m2 hebben en voldoen aan de bepalingebn van het Bouwbesluit 2012;
d. de belangen van de eigenaren en/of de gebruikers van betrokken en nabijgelgegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
e. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden geschaad;
f . de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivering.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en werksituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het omgevingsplan, voor:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Omgevingsplan Dorpscentrum Poeldijk'