direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Kern Ter Heijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.OBP00000012-onhe

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "religie" tevens voor religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "begraafplaats" uitsluitend voor een begraafplaats;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - reddingsmaatschappij" uitsluitend voor een reddingsmaatschappij;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie 1" tevens voor horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "wonen" uitsluitend voor bijzondere woonvormen waaronder begrepen groepswoningen, seniorenhuisvesting, een bejaardentehuis en/of verzorgingshuis, gezinsvervangende woningen of daarmee gelijk te stellen woonvormen, met de daarbij behorende voorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "speeltuin" tevens voor een speeltuin;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en water.
6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding "maximale goothoogte (m)" aangegeven goothoogte;
  • d. voor zover geen bouwhoogte is aangegeven geldt de bestaande maatvoering als maximum;

6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "wonen" aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd buiten het bouwvlak waarbij geldt dat:
    • 1. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50 % van het zij- en achtererf van de woning tot een maximum van 50 m2;
    • 2. indien het zij- en achtererf een grotere oppervlakte heeft dan 100 m2 mag bij de maximale oppervlakte van 50 m2 een percentage van 10% van het meerdere worden opgeteld, tot een maximum van 75 m2;
    • 3. indien niet in de erfafscheiding wordt gebouwd bedraagt de afstand tot de erfscheiding ten minste 1 m;
    • 4. de diepte van een aan- en uitbouw, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan gebouwd wordt, bedraagt ten hoogste 3 meter;
    • 5. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m en ten hoogste 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw op de aangrenzende gronden;
    • 6. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 7. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
    • 8. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 9. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 10. de situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dient als volgt te worden vormgegeven:
      • tenminste 2 meter achter de voorgevel
      • indien het zijerf grenst aan de openbare ruimte en geen sprake van tweede voorgevelrooilijn dan maximaal 3,5 meter breed;
    • 11. indien sprake is van meerdere voorgevelrooilijnen, zijn deze middels een aanduiding 'gevellijn' aangegeven; voor zover één aanduiding 'gevellijn' is opgenomen, duidt deze de voorgevel aan.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor of op ten hoogste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "speeltuin" speeltoestellen mogen worden opgericht met een hoogte van ten hoogste 6 m.
6.3 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Maatschappelijk' geheel of gedeeltelijk wijzigen ten behoeve van andere maatschappelijke doeleinden als bedoeld in artikel 1 Begrippen, recreatieve inrichtingen als bedoeld in artikel 1 Begrippen (al dan niet met woningen) of woningen, mits:
    • a. er aantoonbaar vraag is naar de beoogde functie;
    • b. geen sprake is van onevenredige milieubelasting op de omgeving;
    • c. voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is;
    • d. voldaan kan worden aan de (milieu)wetgeving;
    • e. de bouwregels als bedoeld onder 6.2 van toepassing blijven.
  • 2. Alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld onder 1 dient te worden voldaan aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:
    • a. luchtkwaliteit;
    • b. geluid;
    • c. bodemkwaliteit;
    • d. watertoets;
    • e. archeologie;
    • f. externe veiligheid;
    • g. ecologie;
    • h. verkeersaantrekkende werking;
    • i. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal.