direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Verzamelplan kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In het kader van de actualisatie van bestemmingsplannen van de gemeente Westland is het merendeel van de bestemmingsplannen voor de kernen rond 2012 herzien. De bestemmingsplannen waren conserverend van aard en de planregels zijn voor de verschillende kernen geüniformeerd .

Inmiddels is gebleken dat de bestemming van een aantal percelen niet in overeenstemming is met de in het verleden verleende omgevingsvergunningen, voorgaande bestemmingsplannen of de gemaakte afspraken. In de correspondentie tussen de perceelseigenaren en de gemeente is aangegeven dat deze 'hiaten' bij de eerst volgende herziening van het bestemmingsplan hersteld zouden worden.

Nu op 1 juli 2018 de verplichting om bestemmingsplannen en beheersverordeningen binnen tien jaar te actualiseren is komen te vervallen en door de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2021 is het nog niet duidelijk of en wanneer er een bestemmingsplan/omgevingsplan in procedure wordt gebracht.

Om de nagekomen afspraken tussen perceelseigenaren en de gemeente te waarborgen, is het bestemmingsplan Verzamelplan Kernen opgesteld.

In het 'Verzamelplan Kernen' worden eveneens de volgende percelen meegenomen:

Omgevingsvergunningen

In het verleden zijn er door de voormalige gemeenten of de gemeente Westland omgevingsvergunningen verleend die met dit verzamelplan worden geformaliseerd.

Verkoop gronden

Door de gemeente zijn gronden verkocht aan de eigenaren van de naastgelegen woningen. Deze gronden hebben in de vigerende bestemmingsplannen de bestemming 'Groen'. in dit 'Verzamelplan' krijgen deze gronden dezelfde bestemming als de gronden behorende bij de woningen.

Witte vlekken

Het overgrote deel van het grondgebied van de gemeente Westland is voorzien van een bestemmingsplan wat digitaal ontsloten is. Er zijn echter nog locaties welke niet voorzien zijn van een bestemmingsplan of van een bestemmingsplan wat niet digitaal ontsloten is.

Dit is van belang, aangezien deze locaties vanaf de invoering van de Omgevingswet geen deel uit zullen maken van het omgevingsplan van rechtswege. Deze 'witte vlekken' moeten dan ook vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden gedekt met een digitaal raadpleegbaar bestemmingplan In dit 'Verzamelplan' worden deze 'witte vlekken' opgenomen.

Vuurwerkverkooppunten

In het Westland zijn verschillende verkooppunten van consumentenvuurwerk. Voor niet verkooppunt is dit planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan. In dit verzamelplan worden de verkooppunten opgenomen die nog niet planologisch zijn vastgelegd. De verkooppunten van consumentenvuurwerk in het glastuinbouwgebied zijn opgenomen in het 'Verzamelplan Glastuinbouw'.

1.2 Ligging plangebied

Het bestemmingsplan betreft geen aaneengesloten gebied. Het plangebied beslaat verschillende percelen, welke gelegen zijn in de gemeente Westland. Het betreffen verschillende percelen, met een variërende oppervlakte.

In het bestemmingsplan zijn de volgende percelen opgenomen:

Aartsdijkweg 103 te Maasdijk  
Achter Laan van Delfland 2 t/m 12 te Monster  
Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk  
Arendshorst 42 en 44 te Honselersdijk  
Boedijnhof 2 te 's-Gravenzande  
De Beemd 1 te Wateringen  
Dijkweg 31 te Naaldwijk  
Dijkstraat 72 te Honselersdijk  
Dreeslaan 18 en 20 te Naaldwijk  
Dresdenweg 14 te 's-Gravenzande  
Dr. Weitjenslaan 67A t/m 105 en Nieuweweg 45 t/m 50C te Poeldijk  
Emmastraat 60 en 62 te Monster  
Groenelaan 124 t/m 130 te Honselersdijk  
Heenweg 47 t/m 57 te 's-Gravenzande  
Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk  
Herenstraat achter 89 te Wateringen  
Herenstraat 85 te Wateringen  
Herenstraat 87 en 89 te Wateringen  
Herenstraat 96 te Wateringen  
Heulweg 30A en 30D te Wateringen  
Heulweg 123 te Kwintsheul  
Hoflaan 48 te 's-Gravenzande  
Hoflaan 136 t/m 146 te 's-Gravenzande  
Hortensiastraat 13 te Monster  
Jan Barendselaan 40 te Poeldijk  
Kijckerweg 103A te de Lier  
Leeuwerik 85 te Kwintsheul  
Lierweg 20G te de Lier  
Lugtigheidstraat 20 te 's-Gravenzande  
Maasdijk 35A, 37, 37a, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk  
Maasdijk 135 te Maasdijk  
Maasdijk 137A t/m M te Maasdijk  
Meidoornhof 33 te De Lier  
Monsterseweg 27 te 's-Gravenzande  
Monsterseweg 29 en 29A t/m 29D te 's-Gravenzande  
Noordwind 4 en 6 te 's-Gravenzande  
Oranjetuin 7 t/m 23 te Naaldwijk  
Pietersonstraat 1A te Ter Heijde  
Pleinwand 1 t/m 30 te Wateringen  
Poeldijkseweg 29 te Wateringen  
Poelmolenweg 8 te 's-Gravenzande  
Populier 19A t/m 19D te Naaldwijk  
Prins Clausstraat 114 t/m 128 te Wateringen  
Prinses Margrietstraat nabij 5 te De Lier  
Rijnweg 263 t/m 293 te Monster  
Slotenmakerstraat 60 te Naaldwijk  
Sportlaan 23A t/m 23C, 27A t/m 27D te De Lier  
Stokdijkkade 29A, 30, 30A en 31 te Naaldwijk  
's-Gravenzandseweg 62N te Wateringen  
Tourmalijn 31 t/m 37 te 's-Gravenzande  
Vallumstraat 30 t/m 76 te Naaldwijk  
Van Catshuysenstraat 2 t/m 14 te Wateringen  
Verspycklaan 65 en 66 te Naaldwijk  
Waterpark 3 t/m 13 (oneven), 4 t/m 32 (even) en 56 t/m 64 (even) te Wateringen  
Willem III Straat 21 te Wateringen  
Zandeveltweg 75 te 's-Gravenzande  
Zuideinde 18 te Naaldwijk  

Daarnaast zijn er nog (delen van) percelen opgenomen die onderdeel uitmaken van de bestemmingen 'Groen', 'Natuur', 'Water', 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Het gaat om de volgende percelen:

Achter Hoflaan 170 en 172 te 's-Gravenzande  
Achter en naast Vreeburghlaan 95 t/m 117 te 's-Gravenzande  
Burgemeester Elsenweg ter hoogte van Tiendweg te Naaldwijk  
Herenstraat ter hoogte van Julialaan te Wateringen  
Middel Broekweg nabij 5 te Naaldwijk  
Naast Middel Broekweg 83a te Honselersdijk  
Otterschelp nabij 6 te Monster  
Tegenover Haagweg 37 te Monster  
Noordweg ter hoogte van Noordweg 59 te Wateringen  
Tegenover Azaleapark nabij 29A te Wateringen  
Tegenover Maasdijk 190 te Maasdijk  
Vreeburghlaan 's-Gravenzande ter hoogte van 95 t/m 117  

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0001.png"

1.3 Geldend bestemmingsplan

In het plangebied zijn momenteel onderstaande bestemmingsplannen van kracht, welke met dit pla (gedeeltelijk) worden herzien. Hieronder is aangegeven welke percelen het betreft en welke (delen van) bestemmingsplannen worden overschreven:

Adres   Bestemmingsplan  
Aartsdijkweg 103 te Maasdijk   Bedrijventerreinen A20 Westland  
Achter Laan van Delfland 2 t/m 12 te Monster   Kern Monster  
Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Arendshorst 42 en 44 te Honselersdijk   Kern Honselersdijk  
Boedijnhof 2 te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
De Beemd 1 te Wateringen   Kern Wateringen  
Dijkweg 31 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Dijkstraat 72 te Honselersdijk   Kern Honselersdijk  
Dreeslaan 18 en 20 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Dresdenweg 14 te 's-Gravenzande   Centrum 's-Gravenzande  
Dr. Weitjenslaan 67A t/m 105 en Nieuweweg 45 t/m 50C te Poeldijk   Kreken fase 3  
Emmastraat 60 en 62 te Monster   Kern Monster  
Groenelaan 124 t/m130 te Honselersdijk   Kern Honselersdijk  
Heenweg 47 t/m 57 te 's-Gravenzande   's-Gravenzande Heenweg  
Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk   Hoogeland  
Herenstraat achter 89 te Wateringen   Wijkpark  
Herenstraat 87 en 89 te Wateringen   Wijkpark  
Herenstraat 96 te Wateringen   Kern Wateringen  
Heulweg 30A en 30D te Wateringen   Heulweg achter 30B te Wateringen  
Heulweg 123 te Kwintsheul   Kern Kwintsheul  
Hoflaan 48 te 's-Gravenzande   Centrum 's-Gravenzande  
Hoflaan 136 t/m 146 te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
Hortensiastraat 13 te Monster   Kern Monster  
Jan Barendselaan 40 te Poeldijk   Kern Poeldijk  
Kijckerweg 103A te de Lier   Bedrijventerrein de Lier  
Leeuwerik 85 te Kwintsheul   Kern Kwintsheul  
Lierweg 20G te de Lier   Kern de Lier  
Lugtigheidstraat 20 te 's-Gravenzande   's-Gravenzande Heenweg  
Maasdijk 35A, 37, 37a, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   Bedrijventerrein Honderdland fase 1  
Maasdijk 135 te Maasdijk   Bedrijventerrein Honderdland fase 1  
Maasdijk 137A t/m M te Maasdijk   Bedrijventerrein Honderdland fase 1  
Meidoornhof 33 te De Lier   Kern De Lier  
Middel Broekweg nabij 5 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Monsterseweg 27 te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
Monsterseweg 29 en 29A t/m D te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
Noordweg ter hoogte van Noordweg 59 te Wateringen   Buitengebied Wateringen  
Noordwind 4 en 6 te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
Oranjetuin 7 t./m 23 te Naaldwijk   De Woerd  
Pietersonstraat 1A te Ter Heijde   Kern Ter Heijde  
Pleinwand 1 t/m 30 te Wateringen   Kern Wateringen  
Poeldijkseweg 29 te Wateringen   Glastuinbouwgebied Westland  
Poelmolenweg 8 te 's-Gravenzande   Waelplas  
Populier 19A, B, C en D te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Prins Clausstraat 114 t/m 128 te Wateringen   Kern Wateringen  
Prinses Margrietstraat nabij 5 te De Lier   Kern de Lier  
Rijnweg 263 t/m 293 te Monster   Kern Monster  
Slotenmakerstraat 60 te Naaldwijk   De Woerd  
Sportlaan 23A, 23B, 23C, 27A, 27B, 27C en 27D te De Lier   Kern de Lier  
Stokdijkkade 29A, 30, 30A en 31 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
's-Gravenzandseweg 62N te Wateringen   Bedrijventerrein Wateringen  
Tourmalijn 31 t/m 37 te 's-Gravenzande   Woonkern 's-Gravenzande  
Vallumstraat 30 t/m 76 te Naaldwijk   Hoogeland  
Van Catshuysenstraat 2 t/m 14 te Wateringen   Kern Wateringen  
Verspycklaan 65 en 66 te Naaldwijk   Woonkern Naaldwijk  
Vreeburghlaan 's-Gravenzande ter hoogte van 95 t/m 117   Woonkern 's-Gravenzande  
Waterpark 3 t/m 13 (oneven), 4 t/m 32 (even) en 56 t/m 64 (even) te Wateringen   Wijkpark  
Willem III Straat 21 te Wateringen   Kern Wateringen  
Zandeveltweg 75 te 's-Gravenzande   Centrum 's-Gravenzande  
Zuideinde 18 te Naaldwijk   Centrum Naaldwijk  

Voor alle percelen geldt eveneens het paraplubestemmingsplan Parkeernormen.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan "Verzamelplan kernen" bestaat uit een toelichting, planregels en een planverbeelding. De toelichting is als volgt opgebouwd. In Hoofdstuk 2 komt de gebiedsvisie aan de orde. Hierin wordt de ruimtelijke en functionele hoofdstructuur van het plangebied beschreven met aandacht voor cultuurhistorisch waardevolle elementen, overige ruimtelijke kwaliteiten, aanwezige knelpunten en te verwachte ontwikkelingen. Dit tezamen leidt tot een beschrijving van de gemeentelijke visie op het gewenste behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. In Hoofdstuk 3 wordt onderzoek op het gebied van milieu, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en water behandeld. In Hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen. Tot slot wordt in Hoofdstuk 5 ingegaan op de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Beleidskader

De beleidscontext voor de visie op het plangebied wordt gevormd door gemeentelijke, regionale, provinciale en landelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid samengevat. Het hier samengevatte beleidskader is niet uitputtend. In de toelichting wordt op een aantal plaatsen verwezen naar specifiek beleid of beleidsnotities die niet in deze paragraaf worden behandeld. Tot slot wordt in dit hoofdstuk een beschrijving gegeven van de visie op het plangebied. Deze visie is gericht op het behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit.

2.1.1 Gemeentelijk beleid

Omgevingsvisie 2.0: Visie op Westland

Op 8 december 2020 heeft de gemeenteraad de Omgevingsvisie 2.0: Visie op Westland vastgesteld. De Omgevingsvisie gaat onder andere in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. De Omgevingsvisie is breder dan alleen de fysieke leefomgeving; ook onderwerpen als gezondheid, veiligheid en duurzaamheid moeten onderdeel uitmaken van de visie. De Omgevingsvisie geeft weer waar we met Westland naartoe willen en bindt de gemeente aan haar eigen voornemens en ambities.

De Omgevingsvisie werkt door in het (later nog op te stellen) omgevingsprogramma, waarin beleidsvoornemens en maatregelen staan die dienen om de doelen in de leefomgeving te bereiken. De Omgevingsvisie geeft ook richting aan het ontwikkelen van het omgevingsplan. Hierin worden de algemene regels en vergunningsplichten vastgelegd die bindend zijn voor burgers en bedrijven (bestemmingsplannen en verordeningen worden hiermee vervangen).

De belangrijkste opgave is het verhogen van de leefkwaliteit in Westland, waarbij het sociaal-maatschappelijke en economische belang van het tuinbouwcluster niet uit het oog wordt verloren. De oorspronkelijke structuren in het landschap moeten behouden blijven, net als de gemeenschapszin in de dorpen. Westland wil een groenere, gezonde en aantrekkelijke gemeente zijn. Met een people – planet – profit benadering, vindt vergroening plaats langs de belangrijke groene verbindingen en in de wijken, terwijl initiatiefnemers en ontwikkelaars worden gevraagd groeninclusief te ontwerpen en in te richten. Een klimaatbestendig beleid wordt doorgevoerd in ruimtelijke inrichting, nieuwbouw en verkeersmaatregelen. Bodemwarmte moet worden benut en er wordt aangesloten op warmtenetten in de regio. Betere bereikbaarheid en een toonaangevende rol op het gebied van kennis, innovatie en duurzaamheid in de Greenport blijven een belangrijke rol spelen.

De autonome groei van inwoners wordt geaccommodeerd door het invullen van de zachte plannen voor woningbouw in combinatie met inbreiding door bv. hoger te bouwen. De kwaliteit van de omgeving wordt verbeterd met een groen/blauwe inrichting (groene daken, beleefbaar groen en waterberging) om hittestress en wateroverlast tegen te gaan. Voor 2040 wordt één vierkante meter groen per huishouden extra gerealiseerd, voor nieuwbouwprojecten geldt een norm van 50 m2 verblijfsgroen per woning. Bij projectontwikkeling worden zoveel mogelijk de minimale eisen uit het Convenant Klimaatadaptief Bouwen gehanteerd en is het uitgangspunt dat niet langer gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen. Het woningaanbod moet aansluiten uit bij de Westlandse behoeften en economisch verbondenen. Westland wil meer dan 8000 woningen realiseren, waarvan een grote opgave betaalbaar wonen. Er ligt ook een opgave voor de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten.

Het duurzaam glastuinbouwgebied behoudt voldoende kritische massa om een innovatieve glastuinbouwgemeente te blijven, maar het toevoegen van beleefbaar groen mag ten koste gaan van glastuinbouw. De glastuinbouw produceert in de toekomst circulair, wordt energieneutraal en klimaatadaptief. Om de modernisering en herstructurering op gang te brengen moet er letterlijk ruimte worden gemaakt, bv. door het uitplaatsen van (bedrijfs)woningen naar de dorpen. Integrale gebiedsplannen moeten betaalbaar en met voldoende draagvlak gerealiseerd kunnen worden. Langs de kust is een strand dat uitblinkt in rust en ruimte met een goede balans tussen natuur en recreatie. Daarnaast wil Westland sluitende recreatieve netwerken creëren voor verschillende gebruiksgroepen d.m.v. robuuste groen-blauwe aders. Er wordt ingezet op een hoogwaardige OV verbinding tussen Den Haag en de Hoekse Lijn richting Delft.

Bepaalde bedrijventerreinen kunnen uitbreiden, in de kernen worden (compacte) kernwinkelgebieden aangewezen. Rond 2030 zijn grote ingrepen nodig om de infrastructuur op orde te houden (vrijliggend logistiek netwerk, ongelijkvloerse kruispunten), er komt een verkenning naar de mogelijkheden voor lightrail. Het fietsnetwerk binnen en van/naar Westland wordt verbeterd met o.a. metropolitane fietspaden. Vrachtverkeer krijgt wellicht hubs en goede doorstroming naar de A4/A20 blijft een belangrijk aandachtspunt.

Natuurgebieden (Natura 2000 en het Natuur Netwerk Nederland) moeten robuust, veerkrachtig, aaneengesloten en beleefbaar worden gemaakt. Voor 2030 zijn ontbrekende zones en schakels in ecologische verbindingen ingevuld, zodat de biodiversiteit bevorderd wordt. De waterkwaliteit moet worden verbeterd en er komt meer ruimte voor het vasthouden van water. Dit vraagt ook inspanningen van de glastuinbouw om meer circulair te worden, minder grondwater te onttrekken en water te bergen.

De toekomstkaart van Westland:

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0002.png"

Mobiliteitsvisie Duurzaam Bereikbaar Westland

Op 10 december 2019 is de Mobiliteitsvisie Duurzaam Bereikbaar Westland vastgesteld door de gemeenteraad. Het gemeentelijk mobiliteitsbeleid was tot de vaststelling van deze Mobiliteitsvisie gebaseerd op het Westlands Verkeer- en Vervoerplan 2005-2015 (WVVP) en de Structuurvisie Westland 2025. Veel van de in het WVVP opgenomen doelstellingen en uitvoeringsprogramma's zijn gerealiseerd, dan wel waren aan herziening toe. Na vaststelling van de Mobiliteitsvisie is het WVVP komen te vervallen. De structuurvisie 2025 niet.   

Er komt steeds meer verkeer in Westland. Om ervoor te zorgen dat we nu en in de toekomst nog vlot tussen dorpen en van dorp naar steden kunnen reizen, maken we plannen en nemen we maatregelen. De volgende mobiliteitsdoelen zijn opgenomen in de Mobiliteitsvisie 2040:

  • Logistieke bereikbaarheid;
  • De auto minder dominant;
  • Volwaardige alternatieven voor de auto;
  • Westland verkeersveilig;
  • Duurzaam Bereikbaar Westland.

Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018

In de vergadering van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 is de 'Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018' vastgesteld. Hiermee vervalt de verwijzing naar het WVVP. In het beleid is de parkeernormering van de gemeente Westland geactualiseerd en in overeenstemming gebracht met de meest recente kerncijfers van het CROW (landelijke richtlijnen).

Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland

In de beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met diepte werkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van diepte werkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland. In het projectgebied zijn geen mogelijke vindplaatsen van conventionele explosieven aanwezig.

Handhaven op maat

Op 17 november 2015 hebben burgemeester en wethouders van Westland de beleidsnota 'Handhavingsbeleid, integrale handhaving Wabo taken' vastgesteld. Hierin zijn de doelen en richting voor milieuhandhaving en bouw- en woningtoezicht beschreven. De naleving van wet- en regelgeving is daarbij een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, burgers en bedrijven. De wet- en regelgeving zijn bedoeld om kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid binnen de leefomgeving te beschermen en bevorderen en dat is in ieders belang. Dit draagt bij aan een prettige woon-, werk- en leefomgeving voor de burgers en ondernemers van de Gemeente Westland. De handhaving van de regelgeving vervat in dit plan is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat daarmee vooral om de planregels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. Een aantal vormen van gebruik wordt specifiek aangeduid als strijdig met de bestemming, zodat handhavend optreden hiertegen eenduidig mogelijk te maken. Uiteraard betreft het hier een niet-limitatieve opsomming. Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid er van in stand te houden. Daarnaast heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. De planregels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de omgevingsvergunning en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op gebruiksactiviteiten. Binnen de gemeente heeft het team bouw- en woningtoezicht van de afdeling Ruimte, Omgeving en Veiligheid hierin een centrale taakstelling. Bij gebleken strijdigheid met het plan wordt, afhankelijk van de prioriteitsstelling, een handhavingstraject ingezet.

Woonvisie

“Westland is een unieke, internationaal toonaangevende, goed bereikbare en duurzame Greenportgemeente, waarin het goed wonen, werken, ondernemen en recreëren is”. Dit is de kernambitie van de Structuurvisie Westland 2025 (perspectief 2040), die in 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. De Woonvisie is een actualisatie van de Woonvisie Westland 2009 en richt zich op het deelonderwerp “wonen” van de structuurvisie Westland.

Karakter en functie Woonvisie

De woningmarkt is continu in beweging. Dit verdraagt geen strak gedetailleerd programma, maar een kader voor beslissingen. De Woonvisie biedt het kader voor besluiten over programma's, inzet van middelen en capaciteit en geeft richting aan het handelen van de gemeente en haar partners. De Woonvisie is in overleg met de woningcorporaties tot stand gekomen en via een discussiebijeenkomst met andere partners op volkshuisvestingsgebied besproken.

Prioriteiten en uitgangspunten van de Woonvisie

De "Woonvisie Westland 2030" geeft de prioriteiten, uitgangspunten en visie hoe Westland er in 2030 uit moet zien.

De hoofdthema's van Woonvisie zijn:

Betaalbaarheid

  • doelgroepen die aangewezen zijn op “betaalbare” woningen;
  • grootte en differentiatie sociale woningvoorraad;
  • woonlasten.

Doorstroming en wooncarrière (met name focus op)

  • “scheef woners” (inkomens > € 43.000 in de sociale woningvoorraad);
  • senioren (doorstroming vanuit sociale eengezinswoning).

Ruimtelijke verdeling (in en om de kernen)

  • vitale kernen (bevolkingsopbouw, voorzieningen en (openbare) ruimte);
  • slaagkansen inwoners Westland;
  • uitleglocaties (regiopotentie).

Kwaliteit van de woningvoorraad

  • levensloopgeschiktheid / aanpasbaarheid;
  • duurzaamheid.

Beleid en beleidsregels voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in Westland

In deze Nota wordt aangegeven dat het wenselijk is een goede ruimtelijke spreiding van de verkooppunten van consumentenvuurwerk te bewerkstelligen. Doel bij een ruimtelijke benadering is het bereiken van een gelijkmatige spreiding van (kleine) bedrijven voor verkoop en opslag van consumentenvuurwerk over Westland, om op deze wijze straathandel en vuurwerktoerisme zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet er binnen elk verzorgingsgebied sprake zijn van voldoende (vuurwerk)aanbod om de lokale markt te voorzien en zodoende illegale handel in principe overbodig te maken en te voorkomen.

Het uitgangspunt voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk van de gemeente Westland is:

Ruimte bieden aan ondernemers voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk met inachtneming van veiligheid en milieuregelgeving onder voorwaarde van een goede ruimtelijke spreiding.

Met daarbij de volgende randvoorwaarden:

  • in de gemeente Westland wordt alleen consumentenvuurwerk opgeslagen. Opslag en verkoop van professioneel vuurwerk is niet toegestaan;
  • iedere vestiging van opslag en verkoop van consumentenvuurwerk zal worden getoetst aan voldoende ruimtelijke spreiding in de gemeente Westland;
  • in de gemeente Westland worden maximaal 18 vestigingen voor opslag- en verkooppunten van consumentenvuurwerk toegestaan;
  • opslag tot en met 1.000 kg is beperkt toegestaan in de dorpskernen;
  • nieuwe vestiging in dorpskernen is niet toegestaan;
  • de vestiging van bedrijven met een opslag tot en met 10.000 kg heeft de voorkeur in gebieden waar een bedrijfsbestemming geldt of in tuincentra;
  • opslag boven de 10.000 kg consumentenvuurwerk is uitgesloten;
  • bestaande bedrijven in strijd met deze uitgangspunten mogen de activiteiten voortzetten.

In de planregels van het voorliggende bestemmingsplan is opgenomen dat opslag en verkoop van consumentenvuurwerk niet is toegestaan.

Bedrijventerreinenvisie Westland

De Bedrijvenvisie Westland vormt - via het gemeentelijke Actieprogramma Economische Zaken - een uitwerking van de Visie Greenport Westland en is gericht op:

  • het anticiperen op actuele en toekomstige marktontwikkelingen om voldoende ruimte te behouden voor groei van bedrijvigheid (inspelen op de vraag van bedrijven, kantoren en detailhandel);
  • het zijn van een toetsingskader voor de actualisering van bestemmingsplannen en de ruimtelijke onderbouwing van andere ruimtelijke besluiten;
  • het verschaffen van duidelijkheid over parkmanagement op bedrijventerreinen.

Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen

Als nadere uitwerking van de Bedrijventerreinenvisie Westland hebben burgemeester en wethouders de Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen vastgesteld om maatwerk te kunnen bieden voor publieksfuncties op lokale bedrijventerreinen. In deze nota is aangegeven wat wel en niet is toegestaan op lokale bedrijventerreinen. Wonen, detailhandel, horeca, leisure en care-functies zijn uitgesloten in bestemmingsplannen die betrekking hebben op bedrijventerreinen. Bij leisure kan worden gedacht aan fitness, kookstudio's en hobbyfuncties. Care-functies zijn onder andere kinderopvang, ouderenzorg, gehandicaptenopvang en huisartsen- en fysiotherapie-collectieven. In hoofdzaak zijn op bedrijventerreinen bedrijfsmatige en industriële functies toegestaan. Genoemd worden het vervaardigen, bewerken, installeren en inzamelen van goederen. Ook verhandelen van goederen wordt genoemd, waarbij detailhandel (verkoop aan een eindconsument) is uitgesloten. In de loop der tijd zijn daarop uitzonderingen gemaakt voor specifieke vormen van detailhandel, zoals verkoop van brand- en explosiegevaarlijke stoffen.

De verkoop van de zogenoemde ABC-goederen (Auto's, Boten en Caravans) is alleen toegestaan met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Ook bouwmarkten zijn met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid mogelijk, conform de provinciale regelgeving. Tegelijkertijd is vestiging van woonwinkels aan strenge regionale regels van Haaglanden gebonden. Een andere functie die in beperkte mate is toegestaan zijn zelfstandige kantoren.

Onzelfstandige kantoren, die ten dienste staan van een bedrijf blijven mogelijk. Elk bedrijf kan ruimte nodig hebben voor een administratie- en verkoopafdeling, waarbij de oppervlakte maximaal 3.000 m² bedraagt. Zelfstandige kantoren kunnen in bestemmingsplannen door middel van een afwijkingsprocedure mogelijk worden gemaakt tot 500 m² per gebouw. Hierbij kan worden gedacht aan accountants en architecten. De kantoren mogen echter geen baliefunctie hebben (zoals makelaars en uitzend- of reisbureaus) en moeten ingepast (kunnen) worden op het bedrijventerrein. Inpassing is mogelijk bij de entree, of op de eerste verdieping van bestaande panden. Daarnaast moet voldaan worden aan de parkeernorm, die voor kantoren hoger is dan voor bedrijven.

Binnen het plangebied bevinden zich diverse functies die in strijd zijn met deze nota. Voor deze gevallen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij vigerende regelgeving.

 

Detailhandelsstructuurvisie gemeente Westland 'Kleine Kernen Kordaat'

In de Detailhandelsstructuurvisie “Kleine kernen kordaat” 2008 is het beleid vervat dat elke Westlandse kern, in ieder geval voor wat betreft het dagelijks winkelaanbod, over voldoende detailhandelsvoorzieningen dient te beschikken. De omvang van die voorzieningen is gerelateerd aan de omvang van de betreffende kern. Voorts is het beleid erop gericht om zoveel mogelijk detailhandelsomzet voor het Westland te behouden. Het weglekken van deze omzet naar omliggende gemeenten, dient, zoveel als reëel mogelijk is, te worden voorkomen.

In onze detailhandelsstructuurvisie worden de volgende twee hoofdlijnen benoemd:

  • 1. Streven naar een situatie waarin de Westlandse kernen zelf voldoende detailhandelsvoorzieningen hebben. De omvang van die detailhandel heeft een sterke relatie met het lokale inwonertal, maar wordt ook bepaald door marktverhoudingen.
  • 2. Het behoud van zoveel mogelijk omzet in Westland zelf. Het weglekken van omzet naar omliggende gemeenten willen we, zoveel als reëel mogelijk is, voorkomen.

Kantorenvisie

De Westlandse dienstensector ontwikkelt zich de afgelopen jaren sterk, mede als gevolg van de toename van bedrijventerreinen en door de schaalvergroting in de glastuinbouw. Dienstverleners verbeteren het productieproces en verhogen de efficiëntie van ondernemers. In de glastuinbouw is dit goed zichtbaar. Met minder werknemers wordt meer geproduceerd omdat de bedrijfsprocessen steeds beter georganiseerd worden. Een tweede grote vraag naar kantoorruimte komt van bestaande Westlandse kantoorgebruikers die, vaak als gevolg van fusies, nieuwe kantoorpanden bouwen. Wat betreft de vraag naar nieuwe kantoorruimte, richt de visie zich op kantoorlocaties.

Kansrijke locaties voor concentratie van kantoren zijn:

  • Tiendweg met in het verlengde Flora Holland;
  • Centrum Naaldwijk;
  • ABC Westland;
  • Knooppunt Westerlee.

Daarbij heeft volgtijdelijke ontwikkeling de voorkeur, waarbij de locatie Tiendweg prioriteit verdient.

 

2.1.2 Regionaal beleid

Metropoolregio Den Haag-Rotterdam

In de metropoolregio Rotterdam Den Haag werken 23 gemeenten samen aan het verbeteren van de bereikbaarheid en het vernieuwen van de economie. Daarmee versterken ze onder meer de (internationale) concurrentiepositie van de regio. Met elkaar vormen deze 23 gemeenten het bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH).

Voor het overleg tussen de 23 gemeenten en het nemen van besluiten kent de MRDH de volgende besturen en commissies: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de bestuurscommissie Vervoersautoriteit (Va), de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat (EV) en de voorzitter. Met 23 gemeenten, 2,3 miljoen mensen, 1,2 miljoen banen met werk voor 13,5% van de Nederlanders en een bijdrage van 15% aan het BNP is de metropoolregio een regio die er toe doet. Voor een grootstedelijke regio waar het goed wonen, werken en recreëren is, heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) zichzelf twee belangrijke ambities gesteld: het vernieuwen van economie en het verbeteren van de bereikbaarheid. Het Rijk gaf de Metropoolregio Rotterdam Den Haag de status van vervoerregio. En daarmee ook wettelijke taken rond verkeer en vervoer. Aan het begin van elke nieuwe bestuursperiode (elke vier jaar) stelt het bestuur een regionale strategische agenda vast, van waaruit de regionale vraagstukken worden opgepakt. De huidige strategische agenda loopt tot en met 2022.

2.1.3 Provinciaal beleid

Het omgevingsbeleid Zuid-Holland is op 1 april 2019 in werking getreden. In het Omgevingsbeleid is al het bestaande provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving samengevoegd in een Omgevingsvisie en een Omgevingsverordening. Omdat onderdelen uit het Programma ruimte naar het visiedeel zijn omgezet, is het resterende deel hiervan nu onderdeel van het Omgevingsbeleid. Het gehele Omgevingsbeleid is alleen redactioneel gewijzigd, de beleidsinhoud is niet veranderd.

Het beleid is eenvoudiger, transparanter en toegankelijker gemaakt voor initiatiefnemers in Zuid-Holland. Al het sectorale beleid is samengevoegd in een digitaal systeem, dubbele teksten zijn er uit gehaald en samenhang is inzichtelijker gemaakt. Hiermee is een einde gekomen aan sectorale visies en nota's. Het beleid kan nu modulair worden aangepast en daarmee kan het Omgevingsbeleid doorontwikkeld worden richting inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Met het samenbrengen van verschillende beleidsplannen voor de fysieke leefomgeving tot 1 integraal Omgevingsbeleid sorteert de provincie voor op de Omgevingswet. De Omgevingswet verplicht provincies om 1 Omgevingsvisie en een Omgevingsverordening te maken.

De Omgevingsvisie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Een introductie op het Omgevingsbeleid, waarin opgenomen de ruimtelijke hoofdstructuur;
  • De ontwikkelrichting die is opgenomen in het deel Ambities en sturing;
  • Een beschrijving van de omgevingskwaliteit van Zuid-Holland, waaronder de provinciale inzet voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit;
  • Samenhangende beleidskeuzes, integraal toegankelijk via de digitale raadpleegomgeving.

Met het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Hieraan wordt richting gegeven door het maken van samenhangende beleidskeuzes, die volgen uit onze provinciale opgaven. Deze beleidskeuzes werken door naar uitvoeringsprogramma's en naar regels in de verordening. Het geheel aan bestaande beleidskeuzes, inclusief de doorwerking naar programma's en verordening, vormt het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving.

Ruimtelijke hoofdstructuur

De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:

  • het dagelijks stedelijk systeem, dat bestaat uit de stedelijke agglomeratie en de daarmee via h.o.v. verbonden regiokernen;
  • de hoogstedelijke zone tussen leiden en dordrecht;
  • het logistiek-industriële systeem van mainport, greenports langs vaarwegen en zware infrastructuur;
  • de samenhang van grote landschappelijke eenheden met de stedelijke agglomeratie;
  • de groene ruimte en de groenblauwe structuur;
  • het bodem- en watersysteem;
  • energie

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0003.jpg"

De ruimtelijke hoofdstructuur

Ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond

De drukte in de ondergrond neemt toe als gevolg van nieuwe mogelijkheden om de ondergrondse ruimte te benutten en de toenemende druk op de bovengrondse ruimte. Dat vraagt om een actieve ordening van ondergrondse functies, afgestemd met bovengrondse ontwikkelingen, in een driedimensionale planvorming (3D-ordening).

De ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond toont indicatief en informatief de huidige ruimtelijke situatie van de ondergrond en strategische doelstellingen voor de ondergrond. De kaart verbeeldt de grotere ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang én de gebieden met een specifieke betekenis vanuit een ondergronds belang. Onder de grote ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang zijn meegenomen de (buis)leidingen, warmtenetwerken, tunnels in het openbaar vervoer en wegennetwerk. Gebieden met een specifiek ondergronds belang hebben betrekking op de bescherming/reservering voor de drinkwatervoorziening, de ambitie voor bodemenergie, de stimulering van ondergrondse waterberging, aardkundige waarden en hoge archeologische waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0004.png"

Programma Ruimte

Een nieuwe versie van het Programma ruimte is gelijktijdig met de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening vastgesteld en in werking getreden. Het nieuwe Programma ruimte heeft een iets andere opzet gekregen dan voorheen. Er is gekozen om het algemene beleid zoveel mogelijk bij elkaar te zetten in de Omgevingsvisie. Een deel van het beleid uit het oude Programma ruimte is daarom overgezet naar de Omgevingsvisie. Het resterende deel van het Programma ruimte bevat vooral locatie specifieke en programmatische gegevens. Het gaat om een nadere invulling en uitwerking van een aantal ruimtelijk relevante onderdelen van de Omgevingsvisie. De 3 ha kaart en de tabellen met locaties groter dan 3 ha buiten bestaand stads- en dorpsgebied is terug te vinden in het nieuwe Programma ruimte.

Ambitie

Zuid-Holland is een strategisch gelegen, vruchtbare delta, grotendeels onder zeeniveau, met een dalende bodem en mede daardoor met een uniek gevarieerd kust-, veen- en rivierenlandschap. In dit gebied hebben inwoners het landschap gevormd en bewoonbaar gemaakt door inpoldering. Ook hebben onze inwoners het gebied verbonden met de rest van de wereld. In de loop der eeuwen heeft zich in Zuid-Holland een meerkernig stedelijk netwerk ontwikkeld. Een centrum van handel, cultuur en wetenschap, met als kenmerk en kracht de diversiteit aan mensen, landschap en economie. Een dynamische delta die altijd dreigingen heeft weten om te zetten in kansen.

Zuid-Holland is kwetsbaar voor veranderingen, zoals globalisering, klimaatverandering, demografische trends en nieuwe technologie. In ons laaggelegen deltagebied heeft de klimaatverandering grote ruimtelijke, economische en sociale gevolgen. Zuid-Holland is als open economie gevoelig voor de gevolgen van globalisering. De segregatie neemt toe. Onze energie-intensieve economie heeft, zoals ook benoemd in het klimaatakkoord van Parijs, alleen toekomst als wordt overgegaan tot verduurzaming. Daarnaast zorgt de trek naar de stad voor een toenemende druk op onze schaarse ruimte. Tegelijkertijd herbergt deze regio een groot reservoir van talent, creativiteit en ondernemerskracht.

De Provincie ziet zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze nevengeschikte ambities staan niet op zichzelf. Ze zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar deze regio voor staat. Onze ambities zijn de kaders waarbinnen wij ruimte geven.

  • Naar een klimaatbestendige delta;
  • Naar een nieuwe economie: the next level;
  • Naar een levendige meerkernige metropool;
  • Energievernieuwing;
  • Best bereikbare provincie;
  • Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

2.1.4 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte & AMvB ruimtelijke ordening

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. 

 

Doelen

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0005.jpg" 

Figuur - Uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur

 

Nationale belangen

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het projectgebied zijn geen nationale belangen in het geding.

2.2 Beschrijving bestaande en toekomstige situatie

2.2.1 Ambtelijke wijzigingen (omissies)
2.2.1.1 Dijkweg 31 te Naaldwijk

21 augustus 1984 hebben wij in afwijking van het bestemmingsplan Naaldwijk Noord-West een bouwvergunning verleend voor het oprichten van 15 appartementen tussen de woningen Dijkweg 27 en Dijkweg 35 te Naaldwijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0006.png"

In vervolg op de verleende bouwvergunning is er in 1985 een verzoek ingediend om de bouwvergunning te wijzigen van 15 appartementen naar 20 appartementen. Bij brief van 28 januari 1986 hebben wij aangegeven geen bezwaar te hebben tegen deze wijzigingen op de oorspronkelijke bouwvergunning.

In het thans geldende bestemmingsplan 'Woonkern Naaldwijk' hebben de woningen de bestemming 'Maatschappelijk' en niet de bestemming 'Wonen' gekregen. De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten.

Gelet op bovenstaande zijn de appartementen 1 t/m 20 in het bestaande pand aan de Dijkweg 31 te Naaldwijk met bouwvergunning gebouwd als zijnde woningen. Via dit verzamelplan worden de gronden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' conform de vergunde en feitelijke situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0007.png"

Locatie Dijkweg 31

2.2.1.2 Dr. Weitjenslaan 67A t/m 105 en Nieuweweg 45 t/m 50C te Poeldijk

Bij de uitvoering van de woonwijk 'De kreken fase 3' is de watergang opgeschoven richting de nieuwe woonwijk, waardoor er grond tussen de watergang en de percelen van de bestaande woningen over is gebleven. Deze gronden zijn verkocht aan de eigenaren van de percelen van deze woningen.

De gronden zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'De kreken fase 3' en hebben de bestemming 'Water'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0008.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

Aangezien deze gronden in gebruik zijn als tuin bij de aangrenzende percelen worden de gronden omgezet van 'Water' in de bestemming 'Wonen'.

2.2.1.3 Dresdenweg 14 te 's-Gravenzande

De woning is gelegen in het plangebied van het thans geldende bestemmingsplan 'Centrum 's-Gravenzande' en heeft de bestemming 'Bedrijf'. De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven. In de bestemmingsomschrijving is niet aangegeven dat eveneens bedrijfswoningen zijn toegestaan.

In 1979 is er een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een woning met bedrijfsruimte op het perceel aan de Dresdenweg. Wegens een strijdigheid met het bestemmingsplan 'Plan in Hoofdzaak' en het nog niet onherroepelijk zijnde bestemmingsplan 'Zandevelt' is de bouwvergunning op 20 december 1979 verleend door gebruik te maken van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0009.png"

Uitsnede bouwvergunning

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0010.png"

Uitsnede planverbeelding Zandevelt Noord 1988

In het voorgaande bestemmingsplan 'Zandevelt Noord' vastgesteld door de raad van de gemeente 's-Gravenzande (vergadering van 13 september 1988) is het perceel bestemd als zijnde 'Bedrijven'. Bij sommige percelen is de aanwijzing (zw) zonder bedrijfswoning opgenomen. Volgens artikel 11 lid 3 onder b mogen op de gronden met nadere aanwijzing (zw) geen bedrijfswoningen worden gebouwd. Dat geldt niet voor het perceel Dresdenweg 14.

Gelet op bovenstaande en het feit dat er volgens de basisregistratie er vanaf 1 juli 1980 personen staan ingeschreven op dit adres blijkt dat de bedrijfswoning niet is verdwenen. Op de planverbeelding wordt een aanduiding bedrijfswoning opgenomen.

2.2.1.4 Emmastraat 60 en 62 te Monster

De gronden kadastraal bekend gemeente Monster sectie G, nummer(s) 9114 en 9115 zijn onderdeel van de tuinen behorende bij de woningen Emmastraat 60 en 62 te Monster. De gronden zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'kern Monster' en hebben de bestemming 'Maatschappelijk'. Door het gebruik als tuin bij een woning worden de gronden niet gebruikt voor maatschappelijke doeleinden.

Via dit verzamelplan worden de gronden conform het huidige gebruik gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder bouwvlak (erf behorende bij een woning).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0011.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.1.5 Groenelaan 128 te Honselersdijk

Het perceel kadastraal bekend als sectie A, nummer 4690 is gelegen binnen het bestemmingsplan "Kern Honselersdijk". In het bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming: 'Wonen' en 'Waarde - Archeologie - 3'.

Het gebouw is sinds de vergunning is verleend in 1998 op de begane grond feitelijk in gebruik als tandartsenpraktijk. Met dit verzamelplan wordt het perceel voorzien van de functieaanduiding 'gezondheidszorg' die het gebruik van de tandartspraktijk op de begane grond mogelijk maakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0012.png" Huidige locatie Groenelaan 128 te Honselersdijk


2.2.1.6 Heenweg 47 t/m 57 te 's-Gravenzande

De gronden kadastraal bekend 's-Gravenzande, sectie G, nummer 6588 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan ''s- Gravenzande Heenweg' en hebben de bestemming 'Erven'. De woning Heenweg 57 is een hoofdgebouw en niet toegestaan volgens het vigerende bestemmingsplan. In het voorgaande bestemmingsplan Heenweg 1974 1ste herziening waren de gronden echter bestemd als zijnde 'Wonen (W6)'. Binnen deze bestemming was de woning wel toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0013.png"

Uitsnede 's-Gravenzande Heenweg                             Uitsnede Heenweg 1974 1ste herziening

Gelet op het feit dat het pand Heenweg 57 reeds voor de vaststelling van het bestemmingsplan 's-Gravenzande Heenweg bewoond werd, worden de gronden voorzien van de bestemming 'Wonen'. De percelen t/m 55 zijn consiliderend overgenomen.

2.2.1.7 Herenstraat 87 en 89 te Wateringen

In het bestemmingsplan Wijkpark is een deel van de gronden van de woning Herenstraat 89 te Wateringen ingetekend met de bestemming 'Groen' en 'Verkeer'. Deze gronden zijn echter in eigendom van de eigenaar van de woning Herenstraat 89 en worden sinds 2008 gebruikt als tuin behorende bij de woning. In 2010 is een schuur vergund als bouwwerk op deze gronden en is er een garage (dus ook verharding) aangebracht en een uitritvergunning verleend.

De gronden behorende bij de woningen Herenstraat 87 en 89 worden conform het eigendom ingetekend. De woningen krijgen de aanduiding cultuurhistorische waarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0014.png"

Luchtfoto met kadastrale eigendommen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0015.png"

Uitsnede planverbeelding bestemming Wijkpark

2.2.1.8 Heulweg 123 te Kwintsheul

De gronden kadastraal bekend Wateringen sectie A, nummers 5731 en 6280 met daarop de woning Heulweg 123 Kwintsheul hebben volgens het vigerende bestemmingsplan 'Kern Kwintsheul' de bestemming 'Bedrijf'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0016.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De woning is echter in gebruik als burgerwoning. In het voorgaande bestemmingsplan 'Kwintsheul 1993' hadden de gronden de bestemming 'Woondoeleinden, detailhandelsdoeleinden en dienstverlening (WD)'.

artikel 11 lid 1a

De gronden als zodanig op de kaart aangewezen zijn bestemd voor:

a. ter plaatse van de bestemming (WD): het wonen, detailhandelsbedrijven en dienstverlenende bedrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0017.png"

Uitsnede Kwintsheul 1993

Gelet op bovenstaande wordt de woning ingetekend met de bestemming 'Wonen'.

2.2.1.9 Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk

De gronden kadastraal bekend gemeente Wateringen sectie C, nummer(s) 3370 en 3371 zijn in eigendom van de eigenaren van de woningen Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk. De gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Hoogeland' en hebben de bestemming 'Wonen' en 'Groen'. De gehele percelen zijn echter in gebruik als woondoeleinden.

Via dit verzamelplan worden de gronden met de bestemming 'Groen' conform het huidige gebruik gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder bouwvlak (erf behorende bij een woning).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0018.png"

Uitsnede Gis

Daarnaast is er door de gemeente een gedeelte van de achterliggende gronden, kadastraal bekend sectie C, nummer 3578, verkocht aan de eigenaren van de woningen Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk. Deze gronden met de bestemming 'Groen' worden eveneens opgenomen met de bestemming 'Wonen'

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0019.png"

de verkochte gronden (gearceerd)

2.2.1.10 Maasdijk 135 te Maasdijk

De gronden kadastraal bekend Naaldwijk sectie F, nummers 6781 en 7014 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Honderdland fase 1' en hebben de bestemming 'Bedrijf'. Bij de totstandkoming van het bestemmingsplan is de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf' komen te liggen op de bedrijfswoning in plaats van de hal. Met dit bestemmingsplan wordt dit hersteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0020.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.1.11 Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk

27 juni 2017 is het bestemmingsplan 'Honderdland fase 2 vastgesteld door de raad van de gemeente Westland. Nu vaststelling is gebleken dat een deel van de gronden met de bestemming 'Wonen', 'Groen' en 'Bedrijventerrein - 2' niet correct en overeenkomstig de eigendomssituatie is ingetekend. Het gaat om de gronden van en achter de woningen Maasdijk 35A, 37, 37A en 39 te Maasdijk.

In dit verzamelplan wordt de bestemming 'Wonen', 'Groen' en 'Bedrijventerrein - 2' aangepast conform de huidige eigendomssituatie en de wens van de bewoners.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0021.png"

Uitsnede Ruimtelijkeplannen

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0022.png"

Aangepaste situatie

Alle onderliggende bestemmingen zijn overgenomen in de planregels van dit bestemmingsplan.

2.2.1.12 Oranjetuin 7 t/m 23 te Naaldwijk

De woningen aan de Oranjetuin en de nog te bebouwen kavels met omliggende gronden zijn gelegen in het plangebied van het thans geldende bestemmingsplan 'De Woerd' (onherroepelijk en vastgesteld in april 2009). De woningen en omliggende gronden hebben de bestemming Woon- en bedrijfsdoeleinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0023.png"

Uitsnede planverbeelding

Artikel 5: Woon- Bedrijfsdoeleinden

  • a. De op de plankaart voor 'Woon – Bedrijfsdoeleinden (WB)' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfswoningen in combinatie met aaneengesloten bedrijfshallen, bestemd voor bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van:
  • Detailhandelsbedrijven;
  • Geluidzoneringplichtige inrichtingen in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder;
  • Geluidzoneringplichtige inrichtingen in de zin van artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  • Zelfstandige kantoren
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. enz….

Een burgerwoning is dan ook niet toegestaan binnen deze bestemming. Doordat de woningen aan de Oranjetuin zijn gelegen in de woonwijk en niet op het bedrijvengedeelte van 'De Woerd' is onderzocht of er gevolgen zijn voor de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven, indien de woningen worden omgezet in de bestemming 'Wonen'. Uit het aangeleverde bedrijven en milieuzonering onderzoek (zie bijlage) blijkt dat de aanwezigheid van de bestaande bedrijven in de omgeving van het plangebied niet zal leiden tot belemmeringen voor de bedrijfsvoering bij de nabijgelegen bedrijven of een aantasting van een goed woon- en leefklimaat bij de woningen aan de Oranjetuin te Naaldwijk. Verder leidt een herbestemming in de praktijk niet tot belemmeringen voor de bedrijfsvoering bij de nabijgelegen bedrijven.

De bestaande woningen en de overgebleven kavels worden dan ook gewijzigd in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0024.png"

Luchtfoto

2.2.1.13 Overzijde Middel Broekweg 5 te Naaldwijk

De percelen kadastraal bekend als sectie D, nummers 9570 en 11490 zijn gelegen in het bestemmingsplan "Woonkern Naaldwijk". In het bestemmingsplan hebben de gronden de bestemmingen: 'Groen', 'Gemengd -3', 'Water' en dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2'.

Een deel van de gronden zijn in het bestemmingsplan "Woonkern Naaldwijk" bestemd als 'Gemengd - 3' en 'Groen' terwijl de gronden feitelijk al jaren in gebruik zijn als water. Met voorliggend verzamelplan worden de bestemmingen gewijzigd naar 'Water' conform het feitelijk gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0025.png"

Huidige locatie nabij Middel Broekweg 5 te Naaldwijk.

2.2.1.14 Pleinwand 1 t/m 30 te Wateringen

In het voorheen geldende bestemmingsplan 'Wateringen-Dorp' heeft de gemeenteraad van de voormalige gemeente Wateringen in haar vergadering van 21 september 1971 de gronden opgenomen met de bestemming 'Woondoeleinden en Kantoren (W.K.).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0026.png"

Op 2 april 1976 is er een bouwvergunning aangevraagd voor het oprichten van 30 woningen en een gezinsvervangend tehuis. Wegens een strijdigheid met het bestemmingsplan is de bouwvergunning op 29 november 1977 verleend door gebruik te maken van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Op 6 mei 1993 is er een bouwvergunning aangevraagd voor het constructief intern veranderen op het perceel. Gelet op het feit dat het wonen in overeenstemming was met het bestemmingsplan “Wateringen Dorp, na 4e herziening' (ingevolge de bestemming 'Woondoeleinden en Kantoren') is de bouwvergunning verleend op 29 juni 1993.

In het thans geldende bestemmingsplan 'Kern Wateringen' hebben de woningen de bestemming 'Maatschappelijk' en niet de bestemming 'Wonen' gekregen. De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten, openbare dienstverlening en verenigingsleven

Gelet op bovenstaande zijn de woningen in het gebouw aan de Pleinwand 1 t/m 30 met bouwvergunning gebouwd als zijnde woningen. De gronden worden dan ook opgenomen met de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0027.png"

In het thans geldende bestemmingsplan 'Kern Wateringen' hebben de woningen de bestemming 'Maatschappelijk' en niet de bestemming 'Wonen' gekregen. De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten, openbare dienstverlening en verenigingsleven

Gelet op bovenstaande zijn de woningen in het gebouw aan de Pleinwand 1 t/m 30 met bouwvergunning gebouwd als zijnde woningen. Het wonen in de woningen is op basis van het overgangsrecht toegestaan. Bij een herziening van het bestemmingsplan 'Kern Wateringen' zullen wij de gemeenteraad voor stellen om de woningen Pleinwand 1 t/m 30 te bestemmen als 'Wonen' conform de in het verleden verleende bouwvergunningen en het voorgaande bestemmingsplan 'Wateringen-Dorp'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0028.png"

Locatie Pleinwand 1 t/m 30

2.2.1.15 Poeldijkseweg 29 te Wateringen

In maart 2016 is een raadsbesluit genomen over de ontwikkeling van circa 150 woningen langs de Poeldijkseweg in Wateringen. In de volksmond staat dit gebied bekend als 'Tuin van der Lely'. Dit gebied maakt onderdeel uit van een groter gebied, namelijk het transformatiegebied Wateringen. Aanvankelijk was het de bedoeling om alleen het gebied 'Tuin van der Lely' te ontwikkelen, maar om een samenhangende (woon)wijk te kunnen realiseren is het belangrijk eerst een visie op te stellen voor het totale gebied.

Het totale gebied tussen de Ambachtsweg, Poeldijkseweg en de Erasmusweg in Wateringen  (Transformatiegebied Wateringen, ook wel Wateringen Noord) is circa 20 hectare groot, waarbij de gemeente eigenaar is van 5,5 hectare. De overige gronden zijn in eigendom van verschillende ontwikkelende partijen, o.a. Weboma, woningcorporatie Staedion en BPD Ontwikkeling. Voor het gebied wordt een gebiedsvisie gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0029.png" Plangebied Transformatiegebied Wateringen/Wateringen Noord

De woning Poeldijkseweg 29 te Wateringen is gelegen in het plangebied van het transformatiegebied. Deze voormalige agrarische bedrijfswoning en omliggende gronden hebben de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', maar wordt al jaren niet meer als zodanig gebruikt. De omliggende woningen met uitzondering van Poeldijkseweg 29A hebben reeds de bestemming 'Wonen'

De woning wordt vooruitlopend op het bestemmingsplan transformatiegebied Wateringen omgezet in de bestemming 'Wonen' conform de feitelijke situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0030.png"

Locatie Poeldijkseweg 29

2.2.1.16 Prinses Margrietstraat nabij 5 te De Lier

In de nota van beantwoording zienswijzen van het bestemmingsplan 'Kern de Lier' is opgenomen dat de in eigendom bij de aanvrager bestemde gronden met de bestemming ‘Verkeer–Verblijfs gebied’ opgenomen zou worden met de bestemming ‘Centrum ’ met de bouwhoogtes van 8 en 10 meter in lijn met de huidige bestemming ‘Centrum ’. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Kern De Lier’ in 2013 is per abuis het bouwvlak niet op de kadastrale grens ingetekend. Hierdoor is de bestemming ‘Centrum ’ te klein ingetekend. Zo heeft het gearceerde deel nu de bestemming ‘Verkeer–Verblijfsgebied’.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0031.png"

Uitsnede bestemmingsplan

Door het opnemen van de aangepaste bestemming 'Centrum' wordt een omissie hersteld. De gronden worden opgenomen met een maximale bouwhoogte van respectievelijk 8 en 10 meter (zie onderstaande tekening), zoals de naast gelegen gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0032.png"

Illustratie bouwhoogte

2.2.1.17 Stokdijkkade 29 te Naaldwijk

De percelen kadastraal bekend als sectie D nummer 8255 zijn gelegen in het bestemmingsplan "Woonkern Naaldwijk". In het bestemmingsplan hebben de gronden de volgende bestemmingen: 'Gemengd - 4' en 'Waarde - Archeologie - 3'.

In 1988 is een vergunning verleend om een orthodontie praktijk te vestigen op de eerste verdieping. De bestemming 'Gemengd - 4' in het bestemmingsplan "Woonkern Naaldwijk" laat echter enkel detailhandel en dienstverlening op de begane grond toe.

Met dit verzamelplan wordt het perceel voorzien van de functieaanduiding 'gezondheidszorg' die het gebruik van de orthodontie praktijk op de eerste verdieping mogelijk maakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0033.png"

Locatie Stokdijkkade 29 te Naaldwijk

2.2.1.18 Van Catshuysenstraat 2 t/m 14 te Wateringen

De percelen kadastraal bekend als sectie A, nummers 5863, 5864, 5865, 5866, 5867, 5868, 5869 zijn gelegen in het bestemmingsplan "Kern Wateringen". In het bestemmingsplan hebben de gronden de bestemmingen: "Wonen", "Tuin" en "Waarde - Archeologie - 2".

In 1988 is een bouwvergunning verleend voor het realiseren van een woning met garage voor de voorgevel. Bij het opstellen van de verbeelding voor het bestemmingsplan "Kern Wateringen" zijn de garages echter achter de voorgevel ingetekend.

In dit verzamelplan wordt de bestemming “Wonen” en “Tuin” aangepast conform de feitelijke situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0034.png"

Locatie Van Catshuysenstraat 2 t/m 14 te Wateringen

2.2.1.19 Verspycklaan 65 en 66 te Naaldwijk

De gronden kadastraal bekend gemeente Naaldwijk sectie G, nummer(s) 10771 en 10772 zijn onderdeel van de tuinen behorende bij de woningen Verspycklaan 65 en 66 te Naaldwijk. De gronden zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Woonkern Naaldwijk' en hebben de bestemming 'Maatschappelijk'. Door het gebruik als tuin bij een woning worden de gronden niet gebruikt voor maatschappelijke doeleinden.

Via dit verzamelplan worden de gronden conform het huidige gebruik gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder bouwvlak (erf behorende bij een woning).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0035.png"

Locatie Verspycklaan 65 en 66

2.2.1.20 Waterpark 3 t/m 13 (oneven), 4 t/m 32 (even) en 56 t/m 64 (even) te Wateringen

In het bestemmingsplan Wijkpark zijn de 26 woningen bestemd als 'Wonen' en 'Tuin' met een bouwhoogte van 9 meter. Alle bestaande woningen hebben een bouwhoogte van 6,4 meter en hebben daarmee al de maximaal toegestane volume van 600m³ bereikt. Het realiseren van een dakopbouw of derde bouwlaag binnen de maximaal toegestane 9 meter zal leiden tot een aanzienlijke vergroting van het volume van de woning. Dit is om onderstaande motivering niet gewenst:

“Wijkpark” is in eerste instantie bedoeld als park, waarbij de onderhavige woningen deel uitmaken van een cluster woningen met een patiokarakter en dat het volume van deze woningen beperkt dient te blijven omdat ze ten opzichte van het park niet te dominant mogen zijn. Vanuit ruimtelijk oogpunt is het wenselijk om het volume van deze woningen te vergroten door een dakopbouw of een derde bouwlaag, omdat dan de verhouding bebouwing/park wordt aangetast. Voorts hebben de woningen een sterke ensemblewerking en vormen ze een ruimtelijke eenheid, waardoor een rustig beeld wordt gecreëerd, hetgeen aansluit bij het uitgangspunt dat de woningen ten opzichte van het park niet te dominant mogen zijn. Een dakopbouw of derde bouwlaag zou deze ensemblewerking verstoren.

In het verleden is bij de behandeling van een weigering omgevingsvergunning voor een dakopbouw bij de behandeling in de rechtbank (AWB12/10594) en bij de Raad van State (201304205/1/A1) door de gemeente uiteengezet dat op de plankaart van het huidige bestemmingplan ter plaatse van de onderhavige woning(en) weliswaar een bouwhoogte van 9 meter is opgenomen - waarbinnen een dergelijk bouwplan zou passen - maar dat was beoogd een bouwhoogte van 6 meter op te nemen, hetgeen overeenstemt met de op de plankaart aangegeven bouwvlakken in combinatie met het ter plaatse toegestane maximale bouwvolume.

De planverbeelding wordt gelet op bovenstaande aangepast door de bouwhoogte te wijzigen van 9 meter naar 6,5 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0036.png"

luchtfoto Waterpark

2.2.1.21 Willem III straat 21 te Wateringen

De gronden kadastraal bekend gemeente Wateringen sectie A, nummer(s) 5822 en 6487 zijn i eigendom van de eigenaar van de woning Willem III Straat 21 te Wateringen. De gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Kern Wateringen' en hebben de bestemming 'Tuin', 'Wonen', en 'Bedrijf'. Het gehele perceel is echter in gebruik als woondoeleinden.

Via dit verzamelplan worden de gronden met de bestemming 'Bedrijf' conform het huidige gebruik gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder bouwvlak (erf behorende bij een woning).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0037.png"

Uitsnede Gis

2.2.1.22 Zandeveltweg 75 te 's-Gravenzande

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Centrum 's-Gravenzande' is de bedrijfswoning Zandeveltweg 75 's-Gravenzande kadastraal bekend sectie G, nummer 7075 niet ingetekend op de planverbeelding. Op 3 januari 1980 is de omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een bedrijfshal met bedrijfswoning. De bedrijfswoning is nog steeds in gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0038.png"

uitsnede ruimtelijkeplannen

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0039.png"

Uitsnede vergunning

Op de planverbeelding wordt een aanduiding bedrijfswoning opgenomen.

2.2.2 Omgevingsvergunningen

2.2.2.1 De Beemd 1 te Wateringen

De percelen kadastraal bekend sectie B, nummer 2375 is gelegen in het plangebied van bestemmingsplan "Kern Wateringen'. In het bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming 'Maatschappelijk' en 'Waarde-Archeologie-2'. Tevens geldt binnen de arcering gelegen gebied de functieaanduiding 'Bedrijfswoning' en is op het hele gebied ingevolge artikel 32.2 de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone-Molenbiotoop' van toepassing.

Op 25 januari 2017 hebben wij de omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van de woning met omliggende gronden (W-AV-2016-1911). Gelet op deze verleende omgevingsvergunning wordt de bestemming van de gronden gewijzigd van 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' conform de verleende vergunning.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0040.png"

Uitsnede gis

2.2.2.2 Arendshorst 42 en 44 te Honselersdijk

De percelen kadastraal bekend sectie G, nummers 4248, 4249 en 4250 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Honselersdijk' en hebben de bestemming 'Tuin', 'Wonen' en Verkeer - Verblijfsgebied'. Op 22 juli 2016 hebben wij de omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een twee-onder-een-kap woning op het perceel Arendshorst 42 en 44 te Honselersdijk (W-AV-2016-0094). Gelet op deze verleende omgevingsvergunning wordt de bestemming van de gronden gewijzigd conform de verleende vergunning met een goothoogte van 6 meter en een bouwhoogte van 11 meter.

 afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0041.png"

Uitsnede Gis

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0042.png"

Illustratie woningen

2.2.2.3 Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk

Het perceel kadastraal bekend als Naaldwijk sectie H, nummer 177 is onderdeel van het woonperceel Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk. Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan "Woonkern Naaldwijk" en heeft de bestemming 'Wonen' met de functieaanduiding 'garage'. Op 10 juli 2001 is er een vergunning verleend voor het verbouwen van de garage tot hobby-woonruimte.

Via dit verzamelplan wordt het perceel conform het huidige gebruik gewijzigd in de bestemming 'Wonen' zonder de functieaanduiding 'garage'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0043.png"

Locatie Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk.

2.2.2.4 Kijckerweg 103A te De Lier

De woning Kijckerweg 103A is gelegen in het plangebied van het thans geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Lier' en heeft de bestemming 'Bedrijventerrein' met een aanduiding 'bedrijfswoning'. De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven en bedrijfswoningen. In de bestemmingsomschrijving is niet aangegeven dat eveneens een burgerwoning is toegestaan.

In december 2004 (04-0022630) is er op grond van artikel 19 lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verleend van de voorschriften van het bestemmingsplan 'Kijckerweg 1983', in die zin dat de bewoners en eventuele rechtsopvolgers de woning kunnen gebruiken als 'gewone' woning. De woning was op dat moment reeds gedurende 16 jaar in gebruik als 'gewone' woning. Deze vrijstelling is tot op heden niet geformaliseerd in een bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0044.png"

Locatie Kijckerweg 103A De Lier

2.2.2.5 Maasdijk 137A t/m M te Maasdijk

De gronden kadastraal bekend sectie F, nummers 3970, 6720 en 7013 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Honderdland fase 1' en hebben de bestemming 'Bedrijf'. Voor deze gronden is op 22-12-2017 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het verbouwen van een kerkgebouw naar tien appartementen (W-AV-2017-2206). Deze omgevingsvergunning is verleend op 23-05-2018 en inmiddels onherroepelijk. Gelet op deze verleende omgevingsvergunning wordt de bestemming van de gronden gewijzigd van 'Bedrijf' in 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0045.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.2.6 Populier 19A,B,C en D Naaldwijk

De percelen kadastraal bekend sectie E, nummers 4850, 5145 en 5955 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Woonkern Naaldwijk' en hebben de bestemming 'Maatschappelijk', 'Groen' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3'.

Op 22 januari 2016 hebben wij de omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van 4 appartementen in een voormalig kinderdagverblijf (W-AV-2015-1618). Gelet op deze verleende omgevingsvergunning wordt de bestemming van de gronden gewijzigd conform de verleende vergunning van 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen'. De twee kadastrale percelen 5145 en 5955 worden eveneens ingetekend met de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0046.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.2.7 Prins Clausstraat 114 t/m 128 te Wateringen

De percelen kadastraal bekend als sectie A, nummers 7813, 7811, 7809, 7814, 7810, 7816, 7812 en 7815 zijn gelegen in het bestemmingsplan "Kern Wateringen". In het bestemmingsplan hebben de gronden de bestemmingen: 'Wonen' en 'Waarde - Archeologie - 3'. In het bestemmingsplan zijn op de verbeelding drie bouwvlakken voor twee-onder-één-kapwoningen ingetekend.

In 2012 is een verzoek ingediend voor het wijzigen van 6 verleende twee-onder-één-kapwoningen naar 8 rijtjes woningen. De vergunning hiervoor is in 2013 verleend maar de verbeelding van het bestemmingsplan is hier niet op aangepast. Met voorliggend verzamelplan worden de bouwvlakken aangepast naar de feitelijke situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0047.png" Huidige situatie Prins Clausstraat 114 t/m 128 te Wateringen
afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0048.png"

Verbeelding bestemmingsplan "Kern Wateringen".

2.2.2.8 Sportlaan 23A t/m 23C en 27A t/m 27D te De Lier

Het perceel is gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan 'Kern De Lier'. Volgens voormeld bestemmingsplan geldt ter plaatse van de gronden waarop het project is gesitueerd ingevolge artikel 9 de bestemming 'Groen', ingevolge artikel 12 de bestemming 'Maatschappelijk', ingevolge artikel 16 de bestemming 'Verkeer', ingevolge artikel 17 de bestemming 'Water' en ingevolge artikel 22 de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0049.png"

Fragment planverbeelding bestemmingsplan Kern De Lier met projectie ligging project (paarse

contouren)

Gelet op de huidige digitalisering en centralisatie van bibliotheken heeft Stichting Bibliotheek Westland te kampen met een te groot wordend, verspreidt binnen de gemeente gelegen aanbod aan bibliotheken. Gelet op het voorgaande is besloten uittrek te doen uit de bibliotheek aan de Sportlaan 27 in De Lier en het pand te verkopen. In navolg hiervan is door Gentlemen Development bv een omgevingsvergunningsaanvraag (W-AV-2016-1588) ingediend voor het slopen van de inmiddels leegstaande bibliotheek en het terugbouwen van 7 nieuwe grondgebonden woningen. Hierbij zal het op het perceel Sportlaan 25 gevestigde cafetaria 't Puntje' behouden blijven. De beoogde ontwikkeling is gesitueerd op een perceel met een totale oppervlakte van ca. 685m2 en binnen het projectgebied wordt het nabijgelegen bestaande oppervlakte water met circa 25m2 uitgebreid.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0050.png"

Nieuwe situatie perceel

De woningen bestaan uit twee bouwlagen met platdak met een goothoogte van 6,37 meter en beschikken over een eigen berging. Gelet op de verleende omgevingsvergunning wordt de planverbeelding aangepast.

2.2.3 Verkoop gronden
2.2.3.1 Dreeslaan 18 en 20 te Naaldwijk

De woningen Dreeslaan 18 en 20 met omliggende gronden hebben allebei een perceel in eigendom (kadastraal bekend sectie H, nummer 2936 en sectie H, nummer 2938) met de bestemming 'Groen'. De gronden zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Woonkern Naaldwijk'. Deze gronden zijn in eigendom van de eigenarenwoningen Dreeslaan 18 en 20 en worden ook als zodanig gebruikt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0051.png"

Uitsnede gis

De gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' conform de naastgelegen gronden. Het stuk 'Verkeer - Verblijfsgebied' wordt doorgetrokken tot aan de bestemming 'Verkeer'

2.2.3.2 Heulweg 30A en 30D te Wateringen

De percelen kadastraal bekend sectie G, nummer 6604 en 6605 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Wateringen' en hebben de bestemming 'Sport'. De gronden zijn gelegen aan de overzijde van de watergang gelegen om de sportvereniging. De gronden zijn verkocht aan de eigenaren van de naastgelegen gronden met de toezegging dat de bestemming gewijzigd wordt van de bestemming 'Sport' in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0052.png"

Luchtfoto Heulweg 30A en 30D

2.2.3.3 Hoflaan 48 te 's-Gravenzande

De gronden kadastraal bekend sectie G, nummer 7365 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Centrum 's-Gravenzande' en hebben de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' met de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie - 4'. Deze gronden zijn in eigendom van de woning Hoflaan 48 te 's-Gravenzande.

De gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' conform de overige gronden rondom de woning zoals als zodanig bestemd in het bestemmingsplan 'Woonkern 's-Gravenzande'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0053.png"

Luchtfoto Hoflaan 48 's-Gravenzande

2.2.3.4 Jan Barendselaan 40 te Poeldijk

Het perceel kadastraal bekend sectie G, nummer 7395 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Poeldijk' en heeft de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. De gronden zijn gelegen naast de woning Jan Barendselaan 40. De gronden zijn verkocht aan de eigenaren van de naastgelegen gronden met de toezegging dat de bestemming gewijzigd wordt in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0054.png"

Aan de bovenzijde van het perceel ligt nog een gedeelte van het perceel kadastraal bekend sectie G, nummer 8000 (zie pijl) met de bestemming 'Wonen'. Deze gronden zijn echter in eigendom van de gemeente Westland en zullen dan ook bestemd worden als 'Verkeer-Verblijfsgebied'.

2.2.3.5 Leeuwerik 85 te Kwintsheul

De gronden kadastraal bekend sectie C, nummer 6569 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Kwintsheul' en hebben de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. De gronden zijn in eigendom van en in gebruik door de eigenaren van de woning Leeuwerik 85. De bestemming wordt conform de naastgelegen gronden gewijzigd in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0055.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.3.6 Lierweg 20G te De Lier

De gronden kadastraal bekend sectie C, nummer 2806 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern De Lier' en hebben de bestemming 'Bedrijventerrein'. De gronden zijn in eigendom van en in gebruik door de eigenaren van de woning Lierweg 20G. De bestemming wordt conform de naastgelegen gronden gewijzigd in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0056.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

2.2.3.7 Lugtigheidstraat 20 te 's-Gravenzande

Het perceel kadastraal bekend sectie L, nummer 7848 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan ''s-Gravenzande Heenweg' en hebben de bestemming 'Verblijfsgebied'. De gronden zijn in eigendom van en in gebruik door de eigenaren van de woning Lugtigheidstraat 20. De bestemming wordt conform de naastgelegen gronden gewijzigd in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0057.png"

Uitsnede gis

2.2.3.8 Meidoornhof 33 te De Lier

Het perceel kadastraal bekend sectie A, nummer 7202 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern de Lier' en heeft de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. De gronden zijn gelegen naast de woning Meidoornhof 33. De gronden zijn verkocht aan de eigenaren van de naastgelegen gronden met de toezegging dat de bestemming gewijzigd wordt in de bestemming 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0058.png"

Uitsnede gis

2.2.3.9 Pietersonstraat 1A te Ter Heijde

De gronden kadastraal bekend sectie F, nummer 3508 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Ter Heijde' en hebben de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' met aanduiding parkeerterrein, 'Groen' en de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie - 3' en 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'. Deze gronden zijn in eigendom van de woning Pietersonstraat 1A Ter Heijde.

De gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' conform de overige gronden rondom de woning zoals als zodanig bestemd in het bestemmingsplan 'Kern Ter Heijde'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0059.png"

Luchtfoto Pietersonstraat 1A Ter Heijde

2.2.3.10 Poelmolenweg 8 te 's-Gravenzande

De gronden kadastraal bekend 's-Gravenzande, sectie G, nummer 6567 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Waelplas' en heeft de bestemming 'Water'. Een gedeelte van deze gronden (171m²) is verkocht aan de eigenaar van de woning Poelmolenweg 8. Vanwege het feit dat het om gronden met de bestemming 'Water' gaat, wordt er elders in het gebied vervangend water gegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0060.png"

uitsnede inrichtingstekening.

De gronden worden conform het overige gedeelte van de tuin ingetekend als 'Wonen'.

2.2.3.11 Tourmalijn 31 t/m 37 's-Gravenzande

De gronden kadastraal bekend sectie G, nummers 6709, 6710 en 7051 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Woonkern 's-Gravenzande' en hebben de bestemming 'Groen' met de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie'. De gronden zijn in eigendom van de woningen Tourmalijn 31 t/m 37 te 's-Gravenzande.

De gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' conform de overige gronden rondom de woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0061.png"

Luchtfoto Tourmalijn 35 en 37

2.2.3.12 Vallumstraat 30-76 te Naaldwijk

In augustus 2019 hebben de bewoners van de woningen aan de Vallumstraat 30 t/m 76 te Naaldwijk grond gekocht van de gemeente Westland. Het gaat om een stuk grond van circa 28m² welke is gelegen tussen het bestaande water en de tuin behorende bij de woning.

Volgens het vigerende bestemmingsplan 'Hoogeland' hebben de aangekochte gronden de bestemming 'Groen'. Volgens artikel 5.1.1. van de planregels zijn de voor bestemming 'Groen' aangewezen gronden bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting, fiets- en voetpaden, entrees naar percelen, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen en straatmeubilair. Het bouwen van bouwwerken ten behoeve van het woongenot valt hier niet onder. De overige gronden van de percelen hebben de bestemming 'Wonen – III'. Op deze gronden kunnen zowel vergunningsvrij als met vergunning bouwwerken bouwen ten behoeve van het woongenot.

Bij de verkoop van de gronden is aangegeven bij de eerst volgende herziening van het bestemmingsplan 'Hoogeland' de raad van de gemeente Westland voor te stellen de aangekochte gronden te bestemmen naar wonen. De bestemming van de gronden 'Groen' en 'Wonen - III' worden gewijzigd in 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0062.png"

locatie Vallumstraat 30 t/m 76

2.2.3.13 Zuideinde 18 te Naaldwijk

De gronden met een oppervlakte van circa 339m2 zijn gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Centrum Naaldwijk'. Een deel van de gronden heeft de bestemming 'Gemengd - 2' en een deel van de gronden heeft de bestemming 'Bedrijf'.

Aan de eigenaar is aangegeven dat de in eigendom zijnde gronden met de bestemming 'Bedrijf' met een oppervlakte van circa 160m2 bestemd worden conform de bestemming van de woning Zuideinde 18, te weten 'Gemengd – 2'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0063.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0064.png"

locatie Zuideinde 18

2.2.4 'Witte vlekken'

2.2.4.1 Achter Laan van Delfland 2 t/m 12 te Monster

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden achter Laan van Delfland 2 t/m 12 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Monster' en 'Bestemmingsplan Kust' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0065.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

Een deel van de gronden zijn in eigendom van de woningen en worden bestemd als 'Wonen'. De overige gronden zijn in eigendom van het Hoogheemraadschap van Delfland en worden bestemd als 'Water', 'Groen' en 'Verkeer-Verblijfsgebied'.

2.2.4.2 Boedijnhof 2 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de tuin van Boedijnhof 2 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande' en 'Centrum 's-Gravenzande' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0066.png"

uitsnede ruimtelijke plannen.

Het gedeelte maakt onderdeel uit van de tuin van de woning Boedijnhof 2. Het gedeelte krijgt dan ook de bestemming 'Wonen'.

2.2.4.3 Burgemeester Elsenweg naast bedrijventerrein Tiendweg te Naaldwijk

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden ter hoogte van de Burgemeester Elsenweg ter hoogte van kantoren Tiendweg Naaldwijk geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Hoogeland' en 'Buitengebied Naaldwijk' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0067.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden ingetekend conform het naastgelegen bestemmingsplan 'Hoogeland' als 'Water', 'Verkeer' en 'Kantoor'.

2.2.4.4 Herenstraat 85 te Wateringen

Op ruimtelijkeplannen heeft een klein gedeelte van de gronden aan de overzijde van De Colman 29 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Wateringen' en 'Bestemmingsplan Wijkpark' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0068.png"

Uitsnede ruimtelijke plannen

De gronden zijn in eigendom van verzorgingstehuis 'De Ark' en dienen conform de bestemming van de Ark 'Maatschappelijk' te worden bestemd. Een klein gedeelte is bestemd als 'Water' in het bestemmingsplan 'Wijkpark', maar is in werkelijkheid verhard, is in eigendom van 'De Ark en wordt gebruikt voor parkeren. Ook deze gronden worden bestemd als 'Maatschappelijk' met onderliggende dubbelbestemmingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0069.png"

2.2.4.5 Herenstraat ter hoogte van Julialaan te Wateringen

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden naast het appartementencomplex aan de Herenstraat in Wateringen geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern Wateringen' en 'Juliahof' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten. De gronden maken onderdeel uit van het openbare gebied en een deel is van het kerkbestuur. De gronden worden bestemd als 'Verkeer', 'Water' en 'Verkeer-Verblijfsgebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0070.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

 

2.2.4.6 Hoflaan 136 t/m 146 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden achter Hoflaan 136 t/m 146 te 's-Gravenzande geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern 's-Gravenzande' en 'Tuinveld uitwerking 1ste fase' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0071.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden conform de aanliggende gronden bestemd als 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Groen' en 'Wonen'. Dit laatste omdat een deel van de gronden in eigendom is van de woningen aan de Hoflaan.

2.2.4.7 Monsterseweg 27 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden achter de woning Monsterseweg 27 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande' en 'Vreeburgh' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten. De gronden maken onderdeel uit van het erf van de woning Monsterseweg 27 en worden dan ook bestemd als 'Wonen'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0072.png"

uitsnede ruimtelijke plannen

2.2.4.8 Monsterseweg 29 en 29A t/m 29D te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de percelen kadastraal bekend als 's-Gravenzande sectie I, nummers 5409, 6499, 6500, 6501, 6502, 6503, 6504 en 6505 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande' en 'Glastuinbouwgebied Westland' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten. De gronden maken onderdeel uit van het erf van de woningen. De gronden worden dan ook bestemd als 'Wonen' en 'Tuin'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0073.png"

Locatie de Monsterseweg 29 A t/m 29D te 's-Gravenzande.

2.2.4.9 Naast Middel Broekweg 83a te Honselersdijk

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden naast Middel Broekweg 83A te Honselersdijk geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Parckzight te Honselersdijk' en 'Glastuinbouwgebied Westland' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0074.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden conform de naastgelegen gronden bestemd als 'Water'.

2.2.4.10 Noordweg ter hoogte van Noordweg 59 te Wateringen

Op ruimtelijkeplannen hebben de gronden ter hoogte van de woning Noordweg 59 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Wateringen' en 'Juliahof' niet goed op elkaar aansluiten. Het gaat om een gedeelte van de Noordweg. Een ander gedeelte van de Noordweg is eveneens niet meegenomen in het bestemmingsplan 'Juliahof', maar daar geldt nog het oude bestemmingsplan 'Buitengebied'. Voor de leesbaarheid wordt de gehele weg meegenomen (zie onderstaande) als de bestemming 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' met onderliggende bestemmingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0075.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen 'witte vlek'

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0076.png"

Gedeelte bestemd als 'Verkeer'

2.2.4.11 Noordwind 4 en 6 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden naast de woning Noordwind 6, waarbij een gedeelte in eigendom is van het bedrijf op Noordwind 4 en een gedeelte van de woning, geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande' en 'Centrum 's-Gravenzande' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0077.png"

Uitsnede ruimtelijke plannen

Een gedeelte van de gronden is in eigendom van het bedrijf en een gedeelte in eigendom van de woning. De gronden worden dan ook bestemd als 'Bedrijf', 'Wonen' en 'Tuin'.

2.2.4.12 Otterschelp nabij 6 te Monster

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden ter hoogte van Otterschelp 6 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Duingeest' en 'Bestemmingsplan Kust 1e partiele herziening' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0078.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden zijn in eigendom van het Hoogheemraadschap van Delfland en zullen als 'Groen' bestemd worden conform de naastgelegen gronden.

2.2.4.13 Overzijde De Colman 29 te Wateringen

Op ruimtelijkeplannen heeft een klein gedeelte van de gronden aan de overzijde van De Colman 29 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Wateringen' en 'Bestemmingsplan Wijkpark' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0079.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden conform het bestemmingsplan 'Kern Wateringen' ingetekend als 'Verkeer-Verblijfsgebied' met onderliggende dubbelbestemmingen.

2.2.4.14 Tegenover Azaleapark nabij 29A te Wateringen

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden achter tegenover Azaleapark te Wateringen geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Wateringen' en 'Wijkpark' niet goed op elkaar aansluiten. afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0080.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden conform de naastgelegen gronden bestemd als 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

2.2.4.15 Tegenover Haagweg 37 te Monster

Op ruimtelijkeplannen heeft een klein gedeelte van de gronden aan de overzijde van de Haagweg ter hoogte van Haagweg 37 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Monster Noord', 'Westmade' en 'Bestemmingsplan Kust 1e herziening' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0081.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden zijn in eigendom van het Hoogheemraadschap van Delfland en worden conform het 'Bestemmingsplan Kust 1e herziening' bestemd als 'Natuur -Natuur' met onderliggende dubbelbestemmingen en aanduidingen.

2.2.4.16 Tegenover Maasdijk 190 te Maasdijk

Op ruimtelijkeplannen heeft een klein gedeelte van de gronden aan de overzijde van de Maasdijk ter hoogte van Maasdijk 190 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Glastuinbouwgebied Westland', 'Maassluis Noordwest' en 'Bedrijventerrein A20 Westland' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0082.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden worden ingetekend als 'Water' conform het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein A20 Westland' met onderliggende dubbelbestemmingen en aanduidingen.

2.2.4.17 Rijnweg ter hoogte van Rijnweg 263-293 te Monster

Op ruimtelijkeplannen hebben de gronden ter hoogte van de woningen Rijnweg 263-293 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Kern Monster' en 'Monster Noord' niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0083.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden zijn in eigendom van de eigenaren van de woningen Rijnweg 277-293 en zijn in gebruik als voortuin en de overige gronden zijn in eigendom van de gemeente Westland. De gronden worden bestemd als 'Tuin', 'Wonen' en 'Verkeer' met onderliggende dubbelbestemmingen.

2.2.4.18 Ter hoogte van Hoflaan 170 en 172 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden ter hoogte van de woningen Hoflaan 170 en 172 te 's-Gravenzande geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande', 'Tuinveld' en 'Tuinveld uitwerking 1e fase' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0084.png"

Uitsnede ruimtelijkeplannen

De gronden zijn in eigendom van de woningen Hoflaan 170-172, maar zijn in werkelijkheid water. Aangezien dempen niet zomaar mogelijk is en de gronden onderdeel uitmaken van een watergang worden de gronden bestemd als 'Water'.

2.2.4.19 Achter en naast Vreeburghlaan 95 t/m 117 te 's-Gravenzande

Op ruimtelijkeplannen heeft een gedeelte van de gronden achter de woningen Vreeburghlaan ter hoogte van de woningen 95 t/m 117 geen onderliggende digitale bestemming. Het is een witte vlek waarbij de bestemmingsplannen 'Woonkern 's-Gravenzande' en 'Vreeburgh' qua plangebied niet goed op elkaar aansluiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0085.png"

Uitsnede ruimtelijke plannen

Gelet op het feit dat de gronden de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' hebben volgens het bestemmingsplan 'Woonkern 's-Gravenzande worden de aansluitende gronden eveneens zo bestemd.

2.2.5 Verkooppunten consumentenvuurwerk
2.2.5.1 's-Gravenzandseweg 62N te Wateringen

Het perceel 's-Gravenzandseweg 62N Wateringen kadastraal bekend sectie C, nummer 5646 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Wateringen' en heeft de bestemming 'Bedrijventerrein'. Binnen dit bestemmingsplan is op de planverbeelding niet geregeld dat verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Middels het opnemen van een functieaanduiding op de planverbeelding en in de planregels wordt dit planologisch geregeld. Alle overige (dubbel) bestemmingen blijven van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0086.png"

Uitsnede gis

2.2.5.2 Dijkstraat 72 te Honselersdijk

Het perceel Dijkstraat 72 te Honselersdijk kadastraal bekend sectie B, nummer 1426 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Honselersdijk' en heeft de bestemming 'Centrum'. Binnen dit bestemmingsplan is niet geregeld dat verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Middels het opnemen van een functieaanduiding op de planverbeelding en in de planregels wordt dit planologisch geregeld. Alle overige (dubbel) bestemmingen blijven van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0087.png"

Uitsnede gis

2.2.5.3 Herenstraat 96 te Wateringen

Het perceel Herenstraat 96 Wateringen kadastraal bekend sectie A, nummer 5246 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Wateringen' en heeft de bestemming 'Gemengd - 1'. Binnen dit bestemmingsplan is niet geregeld dat verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Middels het opnemen van een functieaanduiding op de planverbeelding en in de planregels wordt dit planologisch geregeld. Alle overige (dubbel) bestemmingen blijven van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0088.png"

Uitsnede gis

2.2.5.4 Hortensiastraat 13 te Monster

Het perceel Hortensiastraat 13 te Monster kadastraal bekend sectie G, nummer 5375 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'Kern Monster' en heeft de bestemming 'Gemengd - 2'. Binnen dit bestemmingsplan is niet geregeld dat verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Middels het opnemen van een functieaanduiding op de planverbeelding en in de planregels wordt dit planologisch geregeld. Alle overige (dubbel) bestemmingen blijven van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0089.png"

Uitsnede gis

2.2.5.5 Slotenmakerstraat 60 te Naaldwijk

Het perceel Slotenmakerstraat 60 te Naaldwijk kadastraal bekend sectie H, nummer 3140 is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan 'De Woerd' en heeft de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden'. Binnen dit bestemmingsplan is niet geregeld dat verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Middels het opnemen van een functieaanduiding op de planverbeelding en in de planregels wordt dit planologisch geregeld. Alle overige (dubbel) bestemmingen blijven van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0090.png"

Uitsnede gis

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Ladder voor duurzame verstedelijking

3.1.1 Wettelijk kader

Een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voldoen de 'Ladder voor duurzame verstedelijking'. Het doel van de Ladder is zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik, met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en ontwikkelingen in de omgeving. Op 1 juli 2017 is de nieuwe 'Ladder voor duurzame verstedelijking' in werking getreden. Deze is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De Ladder houdt in dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, de volgende onderdelen moet bevatten:

  • Beschrijving van de behoefte aan de ontwikkeling.
  • Indien de ontwikkeling ligt buiten het bestaande stedelijk gebied moet tevens gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien.

Beoordeeld moet worden of sprake is van een nieuw beslag op de ruimte. Daarvan is in beginsel sprake als het nieuwe ruimtelijke besluit meer bebouwing mogelijk maakt dan er op grond van het voorheen geldende planologische regime aanwezig was, of kon worden gerealiseerd.

3.1.2 Onderzoek

Stedelijke ontwikkeling

Voordat de Ladder voor de duurzame verstedelijking wordt doorlopen, moet de vraag worden beantwoord of sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Of sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving.

Met voorliggend verzamelplan worden een aantal (kleine) ambtshalve wijzigingen/correcties doorgevoerd. Daarnaast worden verleende omgevingsvergunningen, bestemmingen van verkochte gronden, witte vlekken en de verkooppunten consumentenvuurwerk meegenomen.

Deze wijzigingen zijn in aard en omvang zo klein dat deze niet als nieuwe stedelijke ontwikkeling zijn aan te merken. Nadere motivatie van de ladder is dan ook niet van toepassing.

Behoefte

Wanneer de ladder niet van toepassing is op een plan is wel een motivering nodig waaruit blijkt dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. daarbij moet onder andere aandacht worden besteed aan de uitvoerbaarheid van het plan. In het kader van de uitvoerbaarheid moet aandacht worden besteed aan de behoefte.

De ontwikkelingen/ambtshalve wijzigingen die in voorliggend verzamelplan worden meegenomen vloeien voort uit directe behoeftes. De wijzigingen betreffen met name correcties van eerdere bestemmingsplannen, verleende omgevingsvergunningen, bestemmingen van verkochte gronden, witte vlekken en de verkooppunten consumentenvuurwerk .

3.2 Bedrijven en milieuzonering

3.2.1 Wettelijk kader

Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de aanwezige functies en wonen noodzakelijk. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies. In de brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen. Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken.

In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies naast elkaar voorkomen en zelfs gewenst zijn, wordt gebruikgemaakt van de SvB 'functiemenging'. Bij deze lijst wordt per bedrijfsactiviteit bekeken in welke mate deze direct naast woningen toelaatbaar is. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' wordt verwezen naar de bijlage.

Voor het zoneren van bedrijventerreinen en bedrijfsactiviteiten, die op enige afstand van woningen plaats dienen te vinden, wordt gebruikgemaakt van de SvB 'Bedrijventerreinen'. In deze lijst is per bedrijfscategorie een richtafstand ten opzichte van een rustige woonwijk bepaald. Door het aanhouden van de richtafstand tussen hindergevoelige functies en bedrijven wordt onaanvaardbare milieuhinder voorkomen en wordt het bedrijf niet in zijn bedrijfsvoering belemmerd. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerreinen' wordt verwezen naar de bijlage.

3.2.2 Onderzoek

Het verzamelplan voorziet niet in de vestiging van nieuwe bedrijven, dan wel in de uitbreiding of wijziging van bestaande bedrijven. Wel worden er woningen gelegen aan de Oranjetuin te Naaldwijk omgezet van bedrijfswoning in een burgerwoning. Door Aqua Terra Nova is een onderzoek gedaan naar de effecten van de omzetting (zie bijlage). Uit het onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van de bestaande bedrijven in de omgeving van het plangebied niet zal leiden tot een aantasting van een goed woon- en leefklimaat bij de woningen in het plangebied. Verder leidt de herbestemming op de planlocatie in de praktijk niet tot belemmeringen voor de bedrijfsvoering bij de nabijgelegen bedrijven.

3.3 Geluid

3.3.1 Wettelijk kader

Wet geluidhinder

Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven, ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld terwille van het woon- en leefklimaat.

3.3.2 Onderzoek

De ambtshalve wijzigingen betreffen met name correcties van eerdere bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk.

De locaties met een geluidsgevoelige bestemming, betreffen geluidsgevoelige functies die onder het voorheen geldende bestemmingsplan ook mogelijk waren, en als zodanig ook aanwezig waren.

3.3.3 Conclusie

Het aspect geluid vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Een akoestisch onderzoek voor dit bestemmingsplan is niet nodig.

3.4 Luchtkwaliteit

3.4.1 Wettelijk kader

Wet luchtkwaliteit

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer). De Wlk bevat grenswaarden voor
zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxide, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Stof   Toetsing van   Grenswaarde   Geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 ìg/m³   2010 t/m 2014   
    jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 ìg/m³      
    jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  
    24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 ìg/m³       
    24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); 
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); 
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); 
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); 
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

 

Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10; 
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.

3.4.2 Onderzoek

Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar herstelt in hoofdzaak onvolkomenheden. Er vinden geen voor de luchtkwaliteit relevante wijzigingen van toegestane functies plaats die niet al in het vorige bestemmingsplan of vrijstellingen/projectbesluiten ruimtelijk zijn vastgelegd. Het verzamelplan heeft dan ook geen negatief effect op de luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit is daarmee geen belemmering voor uitvoering van het bestemmingsplan.

3.5 Externe veiligheid

3.5.1 Wettelijk kader

Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de risico's van deze risicovolle activiteiten te reguleren.


Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de daarop gestoelde regelingen vereist. Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de betreffende regelgeving wordt uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding zichtbaar worden gemaakt door een (iso)risicocontour die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden van een calamiteit.

3.5.2 Onderzoek

Inleiding

Externe veiligheid gaat over de beoordeling van de risico's die verband houden met het gebruik van gevaarlijke stoffen. Tijdens de productie, de opslag, het gebruik en het transport kunnen er zich calamiteiten voordoen, waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding is. Dit houdt daarom een risico in voor de omgeving van dergelijke activiteiten. Externe veiligheid heeft geen betrekking op mogelijke gezondheidsschade door langdurige blootstelling aan gevaarlijke of schadelijke stoffen. Het gaat om plotseling optredende schadelijke effecten en de directe gevolgen van die effecten. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden.


In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het ruimtelijk besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden.


In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.


Met het oog op de Modernisering Omgevingsveiligheidsbeleid van het Rijk wordt het accent verlegd van de risicobenadering naar een effectbenadering. Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet zijn in dat verband de Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations (Stcrt. 2016, 31453) en de Circulaire externe veiligheid LNG-tankstations (Stb. 2015, 3125) gepubliceerd en in werking getreden.


Risicovolle inrichtingen

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn milieukwaliteitseisen geformuleerd ter bescherming van de mens tegen de kans om te overlijden als gevolg van het vrijkomen of ontstaan van gevaarlijke stoffen bij een ongeval in een bedrijf of ander risicovol object. Voor het PR geldt volgens het Bevi een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Binnen de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour gerealiseerd worden. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR. De aan te houden veiligheidsafstanden zijn voor nader beschreven situaties vastgelegd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen. Voor overige gevallen dient de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour te worden berekend.


Tot risicovolle inrichtingen behoren ook mijnbouwinrichtingen en inrichtingen voor de opslag van explosieven.


In de Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations wordt onderscheid gemaakt tussen (beperkt) kwetsbare objecten en zeer kwetsbare objecten. De effectafstanden zijn respectievelijk 60 m en 160 m, gerekend vanaf het LPG-vulpunt. Tot de zeer kwetsbare objecten behoren verblijfsfuncties voor mensen die beperkt zelfredzaam zijn zoals ziekenhuizen en kinderdagverblijven. De circulaire is niet van toepassing op het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan. De circulaire geldt evenmin voor zeer kwetsbare, kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten die al binnen de betreffende contouren aanwezig zijn. De effectafstanden voor LNG-tankstations zijn afhankelijk van de aanwezige veiligheidsvoorzieningen. De systematiek is vergelijkbaar met die voor LPG-tankstations.


Vervoer gevaarlijke stoffen

Op 1 april 2015 zijn de Wet basisnet en het Besluit externe veiligheid transport (Bevt) in werking getreden. De Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is daarmee komen te vervallen.


De wegen in beheer bij het Rijk zijn aangewezen als basisnetroute. Het bevoegd gezag neemt bij het vaststellen van een besluit dat betrekking heeft op gronden in de omgeving van een basisnetroute, ten aanzien van nieuw toe te laten kwetsbare objecten, de basisnetafstand in acht en houdt daarmee rekening ten aanzien van nieuw toe te laten beperkt kwetsbare objecten. De basisnetafstand volgt uit bijlage I van de Regeling basisnet. In regio Haaglanden zijn voor de A4, tussen Knooppunt Ypenburg en de gemeentegrens tussen Leidschendam-Voorburg en Zoeterwoude (wegvakken Z8 en Z7), en de A13, tussen knooppunt Ypenburg en Delft-Zuid (wegvakken Z29 en Z113), basisnetafstanden vastgelegd.


Daarnaast worden voor daartoe aangewezen rijkswegen binnen een zone van 30 meter vanaf de rand van de rijksweg beperkingen opgelegd vanwege eventuele plasbranden (plasbrandaandachtsgebied). De aanwijzing volgt eveneens uit bijlage I van de Regeling basisnet. Het betreft dezelfde wegvakken als hierboven genoemd.


Aan het bouwen van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in een veiligheidszone of een plasbrandaandachtsgebied zijn eisen gesteld op grond van artikel 2.3 eerste respectievelijk tweede lid van de Regeling Bouwbesluit 2012. Paragraaf 2.3 van deze regeling is eveneens op 1 april 2015 in
werking getreden (Stb. 2015, 92). In beide gevallen moet zijn voldaan aan de artikelen 2.5 t/m 2.9 van voornoemde regeling. Aanvullend moet het mechanisch ventilatiesysteem van een, als beperkt kwetsbare object aan te merken, bouwwerk binnen een veiligheidszone zijn uitgerust met een voorziening waarmee dat systeem bij een calamiteit handmatig kan worden uitgeschakeld (artikel 2.10 van de regeling).
Deze bepalingen gelden niet voor bouwwerken met een hoge infrastructurele waarde als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (bijvoorbeeld telefoon- of elektriciteitscentrale).


Voor het gedeelte van het plan dat binnen 200 m van een weg ligt waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (transportroute), moet in de toelichting het groepsrisico worden verantwoord. Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico onderscheidt het Bevt situaties waarin een 'volledige' verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is en situaties waarin met een beperktere verantwoording kan worden volstaan. Met een beperkte verantwoording kan worden volstaan wanneer het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde (OW) bedraagt of het groepsrisico (uitgedrukt in relatie tot de OW) met minder dan 10% toeneemt en tevens onder de oriëntatiewaarde blijft.


In de toelichting moet worden ingegaan op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp op die weg (bestrijdbaarheid). Deze verplichting geldt ongeacht of het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt binnen het invloedsgebied van de betreffende transportroutes. Op het vraagstuk zelfredzaamheid moet worden ingegaan wanneer (beperkt) kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van een dergelijke weg zijn geprojecteerd.


Buisleidingen

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking (Bevb) getreden. Voor nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten geldt dan een richtwaarde van 10-6 per jaar. Langs buisleidingen moeten belemmeringenstroken in acht worden genomen waarbinnen geen bebouwing (zowel boven- als ondergronds) of ondergrondse tanks zijn toegestaan. Daarnaast hanteert de Gasunie de Algemene VELIN voorwaarden voor grondroer- en overige activiteiten.


De noodzaak voor het verantwoorden van het groepsrisico wordt beoordeeld op grond van de inventarisatieafstanden zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 6 van het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen - Handreiking voor opstellers van bestemmingsplannen van maart 2010.


Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico onderscheidt het Bevb situaties waarin een 'volledige' verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is en situaties waarin met een beperktere verantwoording kan worden volstaan. Er zijn twee situaties waarin volstaan kan worden met een beperkte verantwoording:

  • 1. Indien het bestemmingsplan betrekking heeft op het gebied tussen de 100% letaliteitszone en de 1% letaliteitszone van de buisleiding, of
  • 2. Wanneer het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde (OW) bedraagt of het groepsrisico (uitgedrukt in relatie tot de OW) met minder dan 10% toeneemt en tevens onder de oriëntatiewaarde blijft.

Notitie 'advisering EV Veiligheidsregio Haaglanden'

In de notitie 'Advisering EV - Veiligheidsregio Haaglanden - invulling van de adviesrol bij ruimtelijke plannen', versie 2.1 van 22 oktober 2019 (zie bijlage) is de werkwijze beschreven van de VRH voor de ontwikkelingen die in het kader van externe veiligheid door de VRH van een specifiek advies worden voorzien. Deze notitie is afgestemd met de gemeenten.

De ontwikkeling waar het adviesverzoek betrekking op heeft, valt niet onder één van de categorieën ontwikkelingen uit de notitie. In het kader van externe veiligheid zullen de functiewijziging in het bestemmingsplan van deze percelen niet zorgen voor een significante toe- of afname van het huidige risico.

Echter liggen een aantal percelen die vallen onder dit bestemmingsplan wel in het invloedsgebied van (diverse) risicobron(nen). Omdat het gaat om reeds bestaande gebouwen en woningen kunnen er hier geen nieuwe maatregelen  worden getroffen. Indien er op het betreffende perceel in de toekomst een nieuwe ontwikkeling mocht komen, wordt er verwezen naar de notitie in de bijlage.

3.5.3 Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Mocht er in de toekomst een nieuwe ontwikkeling plaatsvinden op één van de percelen, wordt verwezen naar de notitie van de Veiligheidsregio Haaglanden in de bijlagen.

3.6 Water

3.6.1 Wettelijk kader

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.

 

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.
  • Nationaal waterplan

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Visie Ruimte en Mobiliteit;
  • Verordening Ruimte en de waterverordening Zuid-Holland.


Nationaal beleid
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.

Nationaal Waterplan

Op 10 december 2015 hebben de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken het Nationaal Waterplan 2016-2021 vastgesteld. In het Nationaal Waterplan 2016-2021 staan de volgende ambities centraal:

  • Nederland blijft de veiligste delta in de wereld;
  • Nederlandse wateren zijn schoon en gezond en er is genoeg zoetwater;
  • Nederland is klimaatbestendig en waterrobuust ingericht;
  • Nederland is en blijft een gidsland voor watermanagement;
  • Nederlanders leven waterbewust.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. De structuurvisie sluit aan op de uitgangspunten van het Nationaal Waterplan en vult deze op onderdelen aan. Uitgangspunten zijn het verbeteren van de waterkwaliteit, het voorkomen van wateroverlast, ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling.

 

Provinciaal beleid

Het provinciaal waterbeleid voor de periode 2016-2021 bestaat uit: de Visie Ruimte en Mobiliteit, Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) 2016 - 2021 en onderdelen van het Provinciaal Waterplan 2010 - 2015.

In de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) zijn de ruimtelijke componenten opgenomen van het waterbeleid. Hoofdstuk 4 geeft de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid:

  • de ambitie om een duurzaam, concurrerende en leefbare Europese topregio te zijn. De Provincie bevordert de transitie naar een water -en energie efficiënte samenleving. Daar spelen het verbeteren van toekomstwaarde, de gebruikswaarde en de belevingswaarde een belangrijke rol;
  • aan het watersysteem worden grote uitdaging gesteld door verzilting, klimaatverandering, inklinking, veranderd ruimtegebruik en de daarbij passende veranderingen van het watersysteem;
  • het beter benutten van de kansen en natuurlijke kwaliteiten van de bodem en de ondergrond is tevens een speerpunt van het provinciaal waterbeleid;
  • tenslotte door een verandering naar een duurzame voorziening in de energiebehoefte kan worden ingezet op een energie-efficiënte samenleving.

De doelen, maatregelen en afspraken voor de kwaliteit van het water van grond- en oppervlakte water zijn opgenomen het Stroomgebied beheerplan Rijn-West 201-2015 (SGB-1). Voor opvolgende periode 2016-2021 is het SGB-2 op 22 december 2014 gereedgekomen. De invulling van de verantwoordelijkheid in dit SGB-2 is vastgelegd in de KRW 2016-2021.

Het Waterplan Zuid-Holland 2015 was van kracht tot 22 december 2015. Op grond van artikel 48 Waterwet moet het plan om de zes jaar door de Provinciale Staten worden herzien. Het is niet noodzakelijk om een nieuw plan vast te stellen. Voldaan kan worden met het nemen van een planherzieningsbesluit. Dit besluit is genomen op 29 juni 2016 en bekend gemaakt op 8 juli 2016.

De onderdelen 'Waarborgen waterveiligheid (hoofdstuk 4)' en 'Realiseren mooi en schoon water (hoofdstuk 5)' en 'operationeel grondwaterbeleid (bijlage 7)' van het Waterplan 2015 blijven van kracht.

De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Visie Ruimte en Mobiliteit, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (Visie Ruimte en Mobiliteit), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (Verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (Uitvoeringsagenda). In de Verordening Ruimte zijn bijvoorbeeld regels opgenomen met betrekking tot regionale keringen in bestemmingsplannen. Daarnaast is de Waterverordening Zuid-Holland van belang. Daarin zijn onder meer veiligheidsnormeringen voor regionale keringen en waterkwantiteitsnormen opgenomen. De waterkwantiteitsnormen geven aan, waar de regionale wateren met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit op ingericht moeten zijn. Deze normen definiëren de gemiddelde overstromingskans vanuit het oppervlaktewater per jaar van daarbij aan te wijzen gebieden. Het beschermingsniveau verschilt per vorm van landgebruik en is gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachten schade bij overstromingen. De waterkwaliteitsnormen zijn gerelateerd aan het landgebruik en daarmee bepalend voor de mogelijkheden, die het bestemmingsplan biedt.

De provincie heeft samen met de gemeente Den Haag en Westland een Visie Vaartenland opgesteld, een visie op hoe de vaartenstructuur in Westland en Den Haag recreatief/toeristisch en economisch elkaar kan versterken. Het project Westlandse Waterlijnen heeft de provincie in samenwerking met heel veel stakeholders uit het gebied ten westen van het Rijn-Schiekanaal opgesteld (Westland, Den Haag, Delft, Midden-Delfland, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis). Dit heeft een wensenlijst met een soort top 5 opgeleverd, met betrekking tot versterking van de vaarrecreatie en economische spin-off, waar burgers, verenigingen en ondernemers hun zinnen op hebben gezet. Verder is in de Visie Ruimte en Mobiliteit aangegeven dat de juridische borging en versterking van het vaarnetwerk overgedragen is aan de gemeenten die hierop hun lokale beleid en bestemmingsplannen moeten aanpassen.

 

Waterschapsbeleid
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2016-2021 'Strategie richting een toekomstbestendig en samenwerkingsgericht waterschap'. In dit Waterbeheerplan 5 (WBP 5) heeft het Hoogheemraadschap van Delfland (Delfland) zijn strategie voor de uitvoering van de kerntaken voor de komende jaren beschreven. Het is de leidraad voor het handelen van Delfland in de planperiode 2016-2021. Het WBP 5 is tevens een uitnodiging aan private, particuliere en publieke partijen om binnen de uitgezette koers met initiatieven te komen. Bij de uitvoering van het WBP 5 staan de kerntaken vanzelfsprekend voorop:

  • de waterveiligheid;
  • het waterbeheer;
  • de waterkwaliteit;
  • het zuiveren van afvalwater.


Delfland zal hierbij nadrukkelijk kijken naar een doelmatige uitvoering daarvan waarbij ambities, kosten en het tempo op een evenwichtig manier zijn afgewogen. Delfland voert zijn kerntaken uit ten behoeve van het behouden en verbeteren van de leefomgeving voor inwoners, medeoverheden, bedrijven en de natuurwaarden in het beheergebied. Het is een uitdaging om bij de uitvoering van die taken aan te sluiten bij de beleving en de behoeften van de maatschappij. Waterbewustzijn vormt de onmisbare schakel voor draagvlak. Delfland wil dat mensen zich in de komende planperiode bewust worden van het water om hen heen, van de gevolgen van klimaatverandering en van hun eigen gedrag. Het vergroten van waterbewustzijn is daarom verweven in alle programma's en handelingen van Delfland in de komende planperiode.


De werkzaamheden en projecten die de komende zes jaar geïnitieerd worden zijn terug te brengen tot de volgende vier speerpunten van het waterschap:

  • 1. In stand houden: Investeringen in de infrastructuur worden op een adequate manier in stand gehouden. De waterkeringen, het watersysteem, de ecologische structuren en het afvalwatersysteem worden met beheer verder geoptimaliseerd. Delfland werkt bij het bestendigen van het beheer van de infrastructuur toe naar de levenscyclusbenadering;
  • 2. Investeren: Veranderende wetgeving en veranderingen in de omgeving vragen om aanpassing en verdere verbetering van ons watersysteem, de waterkeringen en het afvalwatersysteem. Dit betekent de kans op natte voeten verkleinen door bij het zoeken naar oplossingen om water langer vast te houden, de waterkeringen op orde te houden met oog voor de multifunctionaliteit, de waterkwaliteit te verbeteren en toe te spitsen op de potenties van het gebied en de waterzuiveringen om te bouwen tot zoetwaterfabrieken. Bij elk project, proces en activiteit worden de innovatieve mogelijkheden en de meest duurzame wijze van uitvoering meegenomen in de afwegingen;
  • 3. Samenwerken: Het waterschap kan en doet het niet alleen, sterker nog, waterbeheer is ook een taak van andere overheden zoals gemeenten en van burgers en bedrijven. De samenwerking in het waterbeheer is pluriform van karakter. Het waterschap speelt hierop in door goed omgevingsmanagement en door op basis van transparantie en vertrouwen de samenwerking te zoeken en structureel te onderhouden. Delfland wil het waterbewustzijn bevorderen door samenwerking met belanghebbenden en delen van verantwoordelijkheden;
  • 4. Flexibel en duidelijk: Partners komen een flexibel waterschap tegen die rol en houding afstemt op basis van vraagstukken die voorliggen. Duidelijke kaders worden neergezet, zoals financieel gezond en bijdragen aan toekomstbestendig waterbeheer, maar dogma's zijn er niet. Dit betekent dat er in de werk- en beleidsprocessen van de ambtelijke organisatie en bij bestuurlijke besluitvorming binnen de wettelijke mogelijkheden voldoende ruimte moet zijn om maatwerk te leveren. Innovatie fungeert daarbij als aanjager om te blijven vernieuwen, mee te bewegen met veranderingen en te voorkomen dat het waterschap statisch wordt.

In 2007 (herzien in oktober 2018) is een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De watertoets berust op twee uitgangspunten:

  • Standstill-beginsel - negatieve effecten van ruimtelijke ontwikkelingen op het watersysteem worden voorkomen; Het is belangrijk om water al bij de locatiekeuze en het ontwerp van ruimtelijke ontwikkelingen als ordenend principe te gebruiken. Dat voorkomt het ontstaan van knelpunten achteraf, zoals (grond)wateroverlast of slechte waterkwaliteit;
  • Verbetering - in ruimtelijke ontwikkelingen worden de kansen die zich voordoen om bestaande knelpunten in het watersysteem te helpen oplossen, benut. Het gaat daarbij ook om de relatie tussen de verschillende waterthema's (droogte en wateroverlast, afvalwater, waterkwaliteit en ecologie, waterkeringen). Waterknelpunten en/of problemen met waterkeringen worden niet afgewenteld op de omgeving of verschoven naar de toekomst

De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten:

  • Beleidskader omtrent water;
  • Veiligheid en waterkeringen;
  • Waterkwantiteit;
  • Grondwater en voorkomen van (zoet) water te kort;
  • Onderhoud en bagger;
  • Watersysteemkwaliteit en ecologie;
  • Afvalwater en riolering;
  • Klimaatadaptie.

Gemeentelijk beleid

Het Waterplan Westland , met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2027 en de daarbij horende uitvoeringsplan 2015 tot 2018 beschreven. De thema's: ”Toekomstig ruimtelijk beleid, Duurzaamheid, Schoon water, waterkeringen, Droge voeten, Afvalwaterketen Beheer en onderhoud, Zoetwatervoorzieningen en grondwater, Recreatie“, worden hierin uitgewerkt. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0091.jpg"

3.6.2 Onderzoek

Veiligheid en waterkeringen

Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op het (veilig) functioneren en het beheer en onderhoud van waterkeringen. Om die reden is het van belang, dat initiatiefnemers van ruimtelijke plannen rekening houden met de effecten van die plannen op de aanwezige waterkeringen.

In de legger van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn de ligging en de minimale afmetingen van de waterkeringen vastgelegd. Rondom de keringen is een keurzone vastgesteld. Deze bestaat uit het waterstaatswerk (de daadwerkelijke kering) en een beschermingszone. Binnen het waterstaatswerk en de beschermingszone zijn op basis van de Keur Delfland beperkingen gesteld aan activiteiten die het waterkerend vermogen van de kering nu en in de toekomst kunnen aantasten.

In het plangebied komen wel waterkeringen voor. Op de planverbeeldingen zijn zowel de waterkering zelf als de beschermingszone als dubbelbestemming opgenomen. Voor de werkzaamheden die worden uitgevoerd en werken die worden aangelegd binnen de zonering van de waterkering, is over het algemeen een watervergunning nodig. De definitieve uitwerking moet daarbij voldoen aan de criteria, die het Hoogheemraadschap van Delfland stelt, en wordt nader met het Hoogheemraadschap van Delfland afgestemd.

Jan Barendselaan 194A t/m 194K te Poeldijk

De gronden van het perceel zijn gelegen in de beschermingszone van de waterkering (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0092.png"

Uitsnede leggerkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0093.png"

Kijckerweg 103a te De Lier

De gronden van het perceel zijn gelegen in de beschermingszone van de waterkering (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0094.png"

Uitsnede leggerkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0095.png"

Otterschelp nabij 6 te Monster

De gronden van het perceel zijn gelegen in de beschermingszone van de zeewering (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0096.png"

Uitsnede Leggerkaart

Tegenover Maasdijk 190

De gronden van het perceel zijn gelegen op de polderkade en in de beschermingszone (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0097.png"

Uitsnede Leggerkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0098.png"

Heulweg 123 Kwintsheul

Een gedeelte van de gronden met de bestemming 'Bedrijf'' is gelegen in de beschermingszone van een regionale waterkering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0099.png"

Uitsnede Leggerkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0100.png"

Maasdijk 135 Maasdijk

De gronden van het perceel zijn gelegen in de beschermingszone van de polderkade (zie hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0101.png"

Uitsnede Leggerkaart

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0102.png"

Waterkwantiteit

Delfland streeft naar een duurzame, robuuste waterstructuur met voldoende mogelijkheden voor waterberging. Dit streven heeft uiteindelijk tot doel wateroverlast voor de nieuwe en de al aanwezige functies in het gebied te voorkomen. Bij het voorkomen van wateroverlast en het verwerken van hemelwater hebben perceeleigenaar, gemeente en Delfland elk een verantwoordelijkheid. De perceeleigenaar moet het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken en vasthouden bij de plaats waar het valt, bijvoorbeeld een (slimme)regenton. De gemeente draag zorg voor de inzameling en verwerking van het afstromend hemelwater. Dit betekent, dat de gemeente in eerste instantie en initiatiefnemers/perceel eigenaren inspanning moet doen om dit hemelwater vast te houden of terug te brengen in de bodem. Vervolgens kan het (al dan niet na zuivering) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Delfland is vervolgens verantwoordelijk voor de ontvangst van hemelwater in het oppervlaktewater.

Het bestemmingsplan biedt, in vergelijking tot het voorheen geldende bestemmingsplan, geen ruimere mogelijkheden om verhardingen aan te brengen. Het plan heeft daarmee geen planologisch effect op het watervasthoudend vermogen binnen het plangebied.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

In het kader van de herstructurering wordt er gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen en voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Ten aanzien van de KRW maatregelen moet er rekening worden gehouden met de afspraken uit de Bestuursovereenkomst KRW Delfland en de afspraken die op dit moment gemaakt worden voor het Stroomgebiedbeheersplan 2015-2021. Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van deze overeenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen.

Het bestemmingsplan heeft geen planologisch effect op de watersysteemkwaliteit en ecologie binnen het plangebied.

Onderhoud en bagger

Delfland is verantwoordelijk voor het onderhoud van het primaire watersysteem en de waterkeringen. Voor secundair boezemwater en polderwateren zijn veelal andere partijen (gemeente, grondeigenaar) onderhoudsplichtig. Onderhoudsplichtigen zijn in de Legger Delfland vastgesteld. Onderhoud aan water en waterkering betekent dat deze toegankelijk moeten zijn voor onderhoud. Ook houdt Delfland ruimte die eventueel nodig is voor dijk- of kadeverzwaring, vrij van andere, conflicterende functies. Het beheer en onderhoud van het watersysteem binnen het plangebied is vastgelegd in de Keur Delfland en Legger Delfland.
Voor onderhoud van watergangen is het van belang rekening te houden met de benodigde onderhoudsstroken. Onderhoudsstroken zijn noodzakelijk voor onderhoudsmateriaal en werkruimte, en er kan bagger op de onderhoudsstroken worden gezet.

Er gelden de volgende criteria:

  • als er sprake is van 'varend' onderhoud van watergangen, natuurvriendelijke oevers en waterkeringen zijn de dimensionering van het doorstromingsprofiel en van de kunstwerken aan specifieke ontwerpeisen gebonden, bijvoorbeeld een vaardiepte en doorvaarthoogte van 1,0 m en een minimale doorvaarbreedte van 3,1 m bij bruggen. Dit is zeker het geval bij een breedte van meer dan 10 m (gemeten op de waterlijn).
  • voor onderhoudsdoeleinden langs primaire watergangen is aan weerszijde een onderhoudsstrook (4 m) vrij van bebouwing en obstakels. Is de primaire watergang 5 m of smaller, dan kan in veel gevallen volstaan met een strook van 5 m aan één zijde en 1 m aan de andere zijde.
  • voor natuurvriendelijke oevers langs watergangen, bijvoorbeeld in verband met de Kaderrichtlijn Water, is ruimte nodig om onderhoud te plegen. Hierbij geldt hetzelfde als voor primaire watergangen.

Wanneer onderhoudsstroken niet of moeilijk realiseerbaar of te behouden zijn, overleg dan met Delfland over alternatieven of maatregelen.

Bodem en grondwater

Het bestemmingsplan biedt, in vergelijking tot het voorheen geldende bestemmingsplan, geen ruimere mogelijkheden om bebouwingen aan te brengen Het bestemmingsplan heeft dan ook geen planologisch effect op de bodem en grondwater binnen het plangebied.

Afvalwater en riolering

De bestaande bebouwing is aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel ter plaatse. Afvalwater wordt afgevoerd naar de dichtsbijzijnde afvalwaterzuivering. Voor zover bekend zijn er geen problemen bekend omtrent de capaciteit van riolering of zuivering.

Voor de afvoer van het hemelwater zijn creatieve en efficiënte maatregelen mogelijk, zoals het ophogen van gronden, een hoger bouwpeil van woningen, open verharding ter plekke van parkeerplaatsen of water vasthouden op particulier terrein, bijvoorbeeld door middel van de aanleg van wadi's, (slimme)regenton, groene daken, het afkoppelen van hemelwaterafvoer, en dergelijke.

3.7 Bodem

3.7.1 Wettelijk kader

Een verontreinigde bodem kan zorgen voor gezondheidsproblemen en tast de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu aan. Daarom is het belangrijk om bij ruimtelijke plannen de bodemkwaliteit mee te nemen in de overwegingen. De Wet bodembescherming (Wbb), het Besluit bodemkwaliteit en de Woningwet stellen grenzen aan de aanvaardbaarheid van verontreinigingen. Indien bij planvorming blijkt dat (ernstige) verontreinigingen in het plangebied aanwezig zijn, wordt op basis van de aard en omvang van de verontreiniging én de aard van de ruimtelijke plannen beoordeeld welke gevolgen dit heeft.

Wet bodembescherming

De Wet bodembescherming (Wbb) regelt zaken rond bodembescherming en bodemsanering. Vertrekpunt van de Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie. De wettelijke doelstelling is functiegericht saneren. De wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:

  • a. het geschikt maken van de bodem voor het voorgenomen gebruik;
  • b. het beperken van blootstelling aan en de verspreiding van de verontreiniging;
  • c. het wegnemen van actuele risico's.

Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het huidige en toekomstige gebruik van de bodem. Het is niet nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak.

3.7.2 Onderzoek

Met betrekking tot de kwaliteit van de bodem en grondwater kan worden opgemerkt dat het onderhavige plan een actualisering betreft. Het bestemmingsplan heeft betrekking op de bestaande situatie. Voor nieuwe ontwikkelingen of functiewijzigingen in het plangebied, dient het aspect bodem nader onderzocht te worden.

3.8 Ecologie

3.8.1 Wettelijk kader

Natuurnetwerk Nederland

Op basis van het nieuwe rijksbeleid zoals opgenomen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), heeft de provincie Zuid-Holland in december 2013 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) herijkt. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones.


Bij de herijkte EHS is de prioriteit komen te liggen bij het bereiken van de doelen van de Natura-2000-gebieden en de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor wat betreft het beleidsveld Natuur richt de provincie zich niet alleen op de kwantitatieve prestaties (output: hoeveel hectare verworven en ingericht, hoeveel beheerplannen Natura 2000 vastgesteld) maar vooral ook op de effecten (outcome: de natuurkwaliteit, hoe ontwikkelt de Zuid-Hollandse biodiversiteit zich). Het voorgaande is breder dan de reikwijdte van het NNN omdat er door de provincie van uitgegaan wordt dat de bijdrage aan de biodiversiteit ook buiten de begrenzing van het NNN plaatsvindt, bijvoorbeeld het leveren van een bijdrage aan de biodiversiteit door recreatiegebieden en het agrarisch gebied.


Wet natuurbescherming
Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking. De Wnb is het nieuwe wettelijke stelsel voor natuurbescherming en vervangt drie tot dan bestaande wetten, namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. Het beschermingsregime gaat uit van het "nee, tenzij-principe". Dit betekent dat de genoemde verbodsbepalingen in de Wnb voor bescherming van gebieden, soorten en houtopstanden altijd gelden. Het afwijken hiervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Zuid-Holland is het bevoegd gezag voor het verlenen van toestemming door middel van een vergunning, ontheffing of vrijstelling.


In de Wnb zijn bepalingen opgenomen voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten. Het gaat onder meer om soorten die in Nederland, maar ook in Europa in hun voortbestaan bedreigd worden. De Wnb kent drie beschermingsregimes:

  • Vogels: het gaat hier om alle inheemse vogels in hun natuurlijk verspreidingsgebied. Ze zijn
    beschermd via de vogelrichtlijn;
  • Dieren en planten: het gaat hier om alle inheemse dieren en planten. Ze zijn beschermd via de Habitatrichtlijn en de verdragen van Bern en Bonn;
  • Nationale soorten: het gaat hier om de soorten, die niet onder de reikwijdte van de Vogel- of Habitatrichtlijn vallen. Deze soorten zijn wel nationaal beschermd.


Per beschermingsregime is bepaald welke verboden er gelden en onder welke voorwaarden ontheffing, vergunning of vrijstelling kan worden verleend door het bevoegd gezag. De bepalingen zijn samengevat in onderstaande tabel. De bepalingen voorzien in een bescherming van verblijfplaatsen, evenals de bescherming tegen verstorende invloeden. Gedeputeerde Staten van provincie Zuid-Holland kan een ontheffing verlenen van de verboden als genoemd in de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10. van de Wnb.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01_0103.png"

Vrijstellingen
In de Wnb is een aantal algemene soorten amfibieën en zoogdieren beschermd onder de categorie "Nationale soorten", zoals gewone pad, bruine kikker en konijn. Provincie Zuid-Holland heeft bevoegdheid om bij verordening deze soorten "vrij te stellen" van de ontheffing/vergunningsplicht (Provincie Zuid-Holland, 2016). Dit betekent dat geen ontheffing nodig is voor werken gericht op ruimtelijke inrichting en ontwikkeling en beheer en onderhoud. Vrijgestelde soorten zijn niet meegenomen in deze toetsing.

Zorgplicht
De zorgplicht (artikel 1.11. Wnb) houdt in dat handelingen, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor in het wild levende dieren en planten:

  • 1. Achterwege gelaten worden, of
  • 2. Noodzakelijke maatregelen treft om die gevolgen te voorkomen, of
  • 3. Deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt


Het betreft alle in het wild levende dieren en planten. De zorgplicht dient onder meer als vangnet voor de bescherming van soorten waarvoor op grond van de Wnb geen specifiek verbod geldt. De zorgplicht is daarnaast van toepassing op beschermde gebieden.

3.8.2 Onderzoek

Het bestemmingsplan leidt niet tot nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen welke van invloed zijn op de duurzame instandhouding van enige aanwezige flora en fauna.

3.9 Cultuurhistorische aspecten

3.9.1 Wettelijk kader

Erfgoedwet

De Monumentenwet 1988 is op 1 juli 2016 overgegaan in de Erfgoedwet. De Erfgoedwet bundelt de voorgaande wet- en regelgeving voor behoud en beheer van het cultureel erfgoed in Nederland. Bovendien is aan de Erfgoedwet een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd. Het beschermingsniveau zoals deze in de oude wetten en regelingen gold, blijft gehandhaafd. Het behoud en beheer van het Nederlandse erfgoed was geregeld in zes verschillende wetten en een regeling, waarin roerend, onroerend en archeologisch erfgoed allemaal hun eigen specifieke definities, procedures en beschermingsmaatregelen hadden. In de Erfgoedwet is vastgelegd hoe met ons erfgoed wordt omgegaan, wie welke verantwoordelijkheden daarbij heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgeoefend. Overbodige regels zijn geschrapt en de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het cultureel erfgoed ligt waar mogelijk bij het erfgoedveld zelf. Onderdelen van de Monumentenwet die de fysieke leefomgeving betreffen, worden overgeheveld naar de Omgevingswet die in 2022 van kracht wordt. Voor deze onderdelen is een overgangsregeling in de Erfgoedwet opgenomen voor de periode 2016-2022. Het gaat daarbij om de volgende zaken:

  • Vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten
  • Verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie
  • Bescherming van stads- en dorpsgezichten
3.9.2 Onderzoek

Dit bestemmingsplan beoogt niet om de archeologische waarden aan te passen. De bestaande archeologische waarden worden overgenomen op de planverbeelding en in de planregels.

3.10 Milieueffectrapportage

Op grond van de Wet milieubeheer worden activiteiten aangewezen welke belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu, of waarvoor beoordeeld moet worden of deze activiteiten nadelige invloed hebben. In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage is aangegeven welke activiteiten in het kader van een bestemmingsplan planMER-plichtig, projectMER-plichtig of MER-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit milieueffectrapportage drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de genoemde activiteiten welke niet aan de drempelwaarden voldoen, te beoordelen of de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben (gelet op kenmerken, locatie en potentiële effecten). Het bestemmingsplan betreft geen activiteit als genoemd in het Besluit milieueffectrapportage, waardoor in samenhang met dit bestemmingsplan geen MER-beoordeling vereist is.

3.11 Parkeren

In het verzamelplan zijn de planregels opgenomen van het paraplubestemmingsplan Parkeernormen. Deze planregels verwijzen naar de beleidsregel 'Parkeernormering gemeente Westland'. Op die manier kunnen de parkeernormen zo nodig tussentijds geactualiseerd worden, zonder dat alle bestemmingsplannen aangepast hoeven te worden. In de bestemmingsplanregeling is hier rekening mee gehouden door een zogenoemde 'dynamische verwijzing' op te nemen. Er wordt verwezen naar de beleidsregel 'Parkeernormering gemeente Westland' of – indien deze beleidsregel gedurende de planperiode wordt gewijzigd – aan die wijziging.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Planvorm

4.1.1 Wettelijk voorgeschreven standaardisering

De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008).

Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening.

Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de jurisprudentie over die uitleg.

Voorts is de "Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare bestemmingsplannen" van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010.

4.1.2 Aanvulling en geoorloofde afwijking van de SVBP 2012

De planregels en planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn toegesneden op de specifieke behoefte aan planregulering voor het gegeven plangebied. In de hierna volgende paragrafen is de aan het bestemmingsplan eigen plansystematiek toegelicht voor zover die een aanvulling of een geoorloofde afwijking vormt van de SVBP 2012.

4.1.3 Systematiek van de planregels

Opbouw planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Inleidende regels; 
  • Bestemmingsregels; 
  • Algemene regels;  
  • Overgangs- en slotregels;

 

Inleidende regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

 

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

 

Bestemmingsregels

De bestemmingsregels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • doeleindenomschrijving (gebruiksregels); 
  • bouwregels; 
  • nadere eisen; 
  • afwijkingsregels.

 

Gebruiksregels

De doeleindenbeschrijving van de bestemming of de dubbelbestemming, waarvan opname in de planregels is geboden in artikel 3.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, is in de planregels voor elke bestemming in eerste instantie vervat in het onderdeel "Bestemmingsomschrijving". Van het onderdeel "Specifieke gebruiksregels" wordt in de planregels vooral gebruik gemaakt om regels te geven voor de onder de bestemming of dubbelbestemming vallende functieaanduidingen en bouwaanduidingen en andere aanduidingen.

 

Afwijkingsregels

In het onderdeel "Afwijken van de gebruiksregels" wordt alleen die afwijkingsbevoegdheid opgenomen die uitsluitend ziet op het gebruik. Zodra sprake is van het afwijken van de bouwregels - ook al vormt dat bouwen een (klein) onderdeel van het gebruik in ruime zin - wordt de bevoegdheid daartoe geplaatst in het onderdeel "Afwijken van de bouwregels".

 

Aanleggen of slopen

De aanlegregels of sloopregels zijn uitvoerig met het oog op een zorgvuldige verlening van de omgevingsvergunning daartoe, voor zover regels daarvoor niet reeds zijn voorzien in de Wet ruimtelijke ordening of het Besluit ruimtelijke ordening. De aanlegregels of sloopregels kennen de volgende onderverdeling:

  • het aanlegverbod of sloopverbod zelf;
  • de voorwaarden waaronder een omgevingsvergunning mag worden verleend en het inwinnen van deskundigenadvies;
  • de specifieke aanlegverboden of sloopverboden met de daarop gegeven uitzonderingen.

 

Algemene gebruiksregels

In het artikel "Algemene gebruiksregel" zijn naast een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod van artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, specifieke gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het gebruik van bouwwerken.

 

Overgangs- en slotregels

In het artikel "Slotregel" zijn de volgende onderdelen opgenomen:

  • het onderdeel "Vervangen bestemmingsplannen" waarin een overzicht van de bestemmingsplannen en andere planregimes is opgenomen die met dit bestemmingsplan zijn vervangen;
  • en het onderdeel "Citeertitel".

4.1.4 Systematiek van de planverbeelding

Wettelijke vereisten

De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Hierbij vormt de inhoud van de digitale versie de beslissende versie. De digitalisering brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

De planverbeelding is digitaal vorm gegeven overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. De digitale planverbeelding en de andere onderdelen van de dataset hebben het volgende planidentificatie-nummer gekregen:

NL.IMRO.1783.KRNVERZAMELPLNabp-VA01

De dataset bestaat uit:

  • het GML-bestand van de planverbeelding;
  • het XML-geleideformulier;
  • de onderliggende bestanden zoals ondergrond en overige topografische informatie;
  • de PDF- en HTML-bestanden voor respectievelijk de verbeelding van plantoelichting en planregels.

 

Leeswijzer verbeelding

Wegwijzer via internet

Met de digitalisering van ruimtelijke plannen is het lezen en interpreteren van de verbeelding (voorheen plankaart) een nieuwe aangelegenheid. Via de website www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen bestemmingsplannen (ook in voorbereiding zijnde plannen voor zover deze ter inzage zijn gelegd) worden ingezien. Via het tabblad 'bestemmingsplannen' kan worden doorgeklikt naar de provincie, de woonplaats of nog specifieker de straatnaam. De gebieden die zwart omlijnd op de kaart staan aangeduid, zijn de gebieden waarvoor een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is.

Zodra het gewenste bestemmingsplan is gevonden en deze voldoende is ingezoomd, wordt de betreffende bestemmingslegging zichtbaar. Om een beter beeld van de omgeving te krijgen, kan voor verschillende ondergronden worden gekozen (luchtfoto, topografie). Zodra linksonder 'legenda' wordt aangeklikt, wordt inzichtelijk wat de verschillende kleuren betekenen. Door vervolgens op een locatie binnen het plangebied te klikken wordt aan de rechterzijde van de kaart de bijbehorende informatie getoond. Indien meer informatie is gewenst, kan worden doorgeklikt naar de toelichting en/of de regels van het plan.

 

Analoge verbeelding

Alhoewel de digitale verbeelding het uitgangspunt vormt, blijft het mogelijk het bestemmingsplan analoog in te zien. Het lezen van de analoge verbeelding is verschillend van de digitale verbeelding. Op de analoge verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes.  

 

Bestemmingsvlak en bouwvlak

Vrijwel elke bestemming bestaat doorgaans uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Bouwvlakken worden doorgaans voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering. Soms komt het voor dat het bestemmingsvlak en het bouwvlak met elkaar samenvallen. Op de plankaart is dan uitsluitend een bouwvlak te zien (het bestemmingsvlak ligt hieronder).

 

Aanduidingen

Op de digitale plankaart is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. Voorbeelden van functieaanduidingen zijn 'bedrijfswoning', 'detailhandel' en 'kantoor'.

Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. Voorbeelden van bouwaanduidingen zijn 'gestapeld' en 'onderdoorgang'.

Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringaanduidingen.

4.2 Bestemmingsregeling

De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van bestemming).

4.2.1 Enkelbestemmingen

In het bestemmingsplan zijn de volgende enkelbestemmingen overgenomen van de overschreven bestemmingsplannen. Het gaat om de volgende enkelbestemmingen:

4.2.1.1 Bedrijf

Binnen de bestemming Bedrijf zijn zowel bedrijven toegestaan, alsmede wegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en overige bijbehorende voorzieningen.

Bedrijven zijn toegestaan voor zover deze behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijvigheid. De milieucategorie van de bedrijven wordt bepaald aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' en Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging' die zijn opgenomen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan.
De milieuzonering is op de kaart aangegeven door middel van categorieaanduidingen binnen de bestemming Bedrijf. Op de kaart is na de letter die de bestemming aangeeft, de hoogst toelaatbare categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (tussen haakjes) aangegeven (bijvoorbeeld b<2). Een aantal bedrijven voldoet niet aan de aldaar maximale toelaatbare categorie, maar kunnen ter plaatse wel gehandhaafd blijven. Voor deze bedrijven zijn maatbestemmingen opgenomen. Dit betekent dat bij verplaatsing of beëindiging van een dergelijk bedrijf eenzelfde soort bedrijf is toegestaan of een bedrijf dat past binnen de toelaatbare categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken. Op de kaart en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven.
Er is binnen het plangebied een aantal bedrijfswoningen aanwezig. Deze bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan, maar daarbij geldt dat de inhoud van de woningen maximaal 600 m³ mag bedragen. De vestiging van nieuwe bedrijfswoningen is niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken om bedrijfsactiviteiten toe te staan die genoemd worden in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar is en voor bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, op voorwaarde dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is in de regeling geïmplementeerd door middel van het uitsluiten van risicovolle inrichtingen. In de begrippen is het begrip 'risicovolle inrichtingen' verklaard. Daarnaast zijn geluidshinderlijke inrichtingen eveneens niet toegestaan.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   omschrijving   Staat van Bedrijfsactiviteiten (Verzamelplan)  
Dresdenweg 14 te 's-Gravenzande   Bedrijf   - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning.  
Bedrijf van categorie 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging)  
Maasdijk 135 te Maasdijk   Bedrijf   - bedrijven;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2 (b<2)': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf' (sb-kb) tevens een bedrijf met SBI-code 222.3 uit categorie 3.1.  
Bedrijf t/m categorie 2 (Staat van bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein')  
Noordwind 4 te 's-Gravenzande   Bedrijf   - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';   Bedrijf t/m categorie 2 (Staat van bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein')  
Zandeveltweg 75 te 's-Gravenzande   Bedrijf   - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
- ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens detailhandel in volumineuze goederen;
- ter plaatse van aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning.  
Bedrijf van categorie 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging)  

4.2.1.2 Bedrijventerrein - 2

Bestemmingsregels

Op de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - 2' zijn zowel bedrijven toegestaan, alsmede wegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en overige bijbehorende voorzieningen. De oppervlakte van een bedrijfsgebouw binnen deze bestemming dient minimaal 110 m² te bedragen, dit is dus de footprint of grondoppervlak van het gebouw. Tevens is de vestiging van 1 zelfstandige kantoorvestiging mogelijk.

Deze bestemming kent een ruimtelijke koppeling met de bestemming Groen met de aanduiding 'kantoren'. Deze parkeergronden kunnen wel worden uitgegeven aan bedrijven ten behoeve van parkeren. Om het groene karakter te borgen, is dit weergegeven met de bestemming Groen.

Bedrijven zijn toegestaan voor zover deze behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijvigheid. De milieucategorie van de bedrijven wordt bepaald aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten die is opgenomen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan. Anders dan bijvoorbeeld de pure agrologistieke bedrijventerreinen in de gemeente is er in het bestemmingsplan een algemene Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Hierdoor zijn verscheidene bedrijven met een regionaal karakter toegestaan. Wel is de algemene Staat van Bedrijfsactiviteiten aangepast om ongewenste situaties, zoals bijvoorbeeld een puinbreker (veel stof) naast een voedselverwerkend bedrijf, te voorkomen. In de bedrijvenlijst zijn dergelijke bedrijven verwijderd en daarmee niet toegestaan. Voor het vaststellen van de milieuzonering is uitgegaan van de bestaande woonbebouwing of solitaire woningen (burgerwoningen en bedrijfswoningen) in of langs de randen van het plangebied. Bedrijven uit een zwaardere categorie dienen op een grotere afstand van de woonbebouwing te worden gesitueerd dan de bedrijven uit lagere milieucategorieën. Aangezien de bedrijfspercelen dichter op de woonbebouwing liggen, zijn bedrijven toegestaan uit maximaal categorie 2 tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De milieuzonering is op de verbeelding aangegeven door middel van categorieaanduidingen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein - 2'. Op de verbeelding is na de letter die de bestemming aangeeft, de hoogst toelaatbare categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (tussen haakjes) aangegeven (bijvoorbeeld BT - 1 (b<4.1)).

Bouwregels

Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken. Op de verbeelding en in de regels zijn de minimale en maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in gebouwen en overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Het bebouwingspercentage binnen de bestemming bedraagt maximaal 70%. Hiervan kan alleen worden afgeweken met het oog op intensief ruimtegebruik.

Afwijken van de bouwregels

In dit lid is een aantal bepalingen opgenomen in welke gevallen bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels. Het gaat hier om het aanpassen van het maximum bebouwingspercentage en het toestaan van een hogere bouwhoogte van erfafscheidingen.

Specifieke gebruiksregels

In dit lid is een aantal bepalingen opgenomen die bepaalde gebruiksvormen uitsluiten. Het Bevi is in de regeling geïmplementeerd door middel van het uitsluiten van risicovolle inrichtingen. In de begrippen is het begrip 'risicovolle inrichtingen' verklaard. Ook geluidshinderlijke inrichtingen zijn niet toegestaan. Daarnaast zijn een aantal specifieke gebruiksvormen uitgesloten zoals zelfstandige kantoren, opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, activiteiten waarvoor een planMER-plicht geldt. Tot slot zijn specifieke gebruiksregels opgenomen die te maken hebben met het bereiken van de gewenste beeldkwaliteit op het bedrijventerrein. Het gaat hierbij om regels ten aanzien van opslag, in-/uitritten en de realisatie van groen.

Afwijken van de gebruiksregels

In het eerste lid is bepaald dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijfsactiviteiten toe te staan die genoemd worden in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar is en voor bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein', op voorwaarde dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën. In het tweede lid is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het toestaan van opslag van materialen voor de voorgevel, mits wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. In het derde lid is een bepaling opgenomen met betrekking tot het toestaan van een extra in-/uitrit of een bredere in-/uitrit.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   Omschrijving   bestemming (Verzamelplan)  
Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   Bedrijventerrein - 2   - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' (b<2): bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' (b<3.1): bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' (b<3.2): bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' (k): tevens zelfstandige kantoren zonder baliefunctie;  
Bedrijventerrein - 2 (Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein 2)  

4.2.1.3 Centrum

De bestemming Centrum voorziet in de functies detailhandel en dienstverlening, horeca en wonen.

 

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   Omschrijving   bestemming (Verzamelplan)  
Prinses Margrietstraat nabij 5 te de Lier   Centrum   - detailhandel en dienstverlening (*);
- horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten (*);
- het wonen (**) met dien verstanden dat het wonen op de begane grond mag worden voortgezet, indien er sprake is van bestaand gebruik;  
Centrum  
Dijkstraat 72 Honselersdijk   Centrum   - detailhandel en dienstverlening (*);
- horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten (*);
- het wonen (**), met dien verstande dat het wonen op de begane grond mag worden voortgezet, indien er sprake is van bestaand gebruik;
- een vuurwerkverkoop-
punt: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sdh-vvp'.
 
Centrum met de aanduiding 'sdh-vvp'  

* uitsluitend op de begane grond

** uitsluitend op de verdiepingen

4.2.1.4 Gemengd

De bestemmingen Gemengd zijn toegekend aan gebieden met gemengde functies.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   omschrijving   bestemming (Verzamelplan)  
Herenstraat 96 te Wateringen   Gemengd - 1   - het wonen;
- detailhandel en dienstverlening, uitsluitend (*);
- kantoren;
- gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en verenigingsleven, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat deze activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk uitgesloten' niet zijn toegestaan;
- horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat deze activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' niet zijn toegestaan;
-een vuurwerkverkooppunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vuurwerkverkooppunt'.  
Gemengd - 1  
Hortensiastraat 13 te Monster   Gemengd - 2   - het wonen;
- detailhandel en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
- een vuurwerkverkooppunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vuurwerkverkooppunt'.  
Gemengd - 2  
Stokdijkkade 29 te Naaldwijk   Gemengd - 4   - het wonen;
- detailhandel en dienstverlening (*);
- kantoren (*);
- maatschappelijke voorzieningen (*);
 
Gemengd - 4 met de aanduiding 'gezondheids
zorg' een orthodontie praktijk op de eerste verdieping;  
Zuideinde 18 te Naaldwijk   Gemengd - 2   - het wonen;
- maatschappelijke voorzieningen;
- dienstverlening (*);
- kantoren (*).  
Gemengd - 3  
Zandeveltweg 75 's-Gravenzande / Dresdenweg 14 's-Gravenzande   wro-zone wijzigingsgebied -1 (wijzigen naar Gemengd - 2 en Verkeer - Verblijfsgebied)   - het wonen;
- maatschappelijke voorzieningen;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.  
Gemengd  

* uitsluitend op de begane grond

** uitsluitend op de verdiepingen

4.2.1.5 Groen

De groenvoorzieningen met een structurerend karakter zijn ondergebracht in de bestemming Groen. Naast beplantingen en plantsoenen zijn hier voetpaden, nutsvoorzieningen, bermen en bermsloten mogelijk. Onder deze bestemming komen ook specifieke aanduidingen voor:

Adres   aanduidingen (vigerende bestemmingsplan)   omschrijving   aanduiding (Verzamelplan)  
Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   'specifieke vorm van groen - geluidwerende voorziening' (sg-gel)   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - geluidwerende voorziening' (sg-gel) is een geluidwerende voorziening mogelijk   'specifieke vorm van groen - geluidwerende voorziening' (sg-gel)  
Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   'specifieke vorm van groen- parkeren' (sg-par)   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen- parkeren' (sg-par) is een beperkt aantal parkeerplaatsen voor bezoekers toegestaan voor de voorgevel van bedrijfsgebouwen, alsmede in-/uitritten en/of ontsluitingswegen   'specifieke vorm van groen- parkeren' (sg-par)  
Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   'specifieke vorm van groen - ontsluitingsweg/inrit 1' (sg-oi1)   Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - ontsluitingsweg/inrit 1' (sg-oi1) is ten hoogste 1 (gecombineerde) in-/uitrit, of ontsluitingsweg toegestaan ten behoeve van de ontsluiting van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - 2',   'specifieke vorm van groen - ontsluitingsweg/inrit 1' (sg-oi1)  

4.2.1.6 Kantoor

De bestaande kantoren hebben de bestemming 'Kantoor' gekregen. In dit geval gaat het om een gedeelte van een perceel langs de Burgemeester Elsenweg waar geen bouwvlak opzit. De gehele bestemming 'Kantoor' is overgenomen in de planregels.

4.2.1.7 Maatschappelijk

Gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals de bibliotheek, de kerken, de scholen, woon-zorgvoorzieningen en verenigingsgebouwen zijn onder de bestemming 'Maatschappelijk' gebracht. De regeling binnen deze bestemming is primair afgestemd op de aanwezige bebouwing; voor zover ruimtelijk passend, kan binnen het bouwvlak uitbreiding of verbouw plaatsvinden.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   omschrijving   bestemming (Verzamelplan)  
Tegenover Azaleapark nabij 1 te Wateringen   Maatschappelijk   - bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten, openbare dienstverlening en verenigingsleven;   Maatschappelijk  
4.2.1.8 Natuur

De bestemming Natuur is toegekend aan de duingebieden die onderdeel uitmaken van het Natura 2000 gebied. De gronden zijn bestemd voor het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden en extensief recreatief medegebruik met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, fiets-, wandel- en ruiterpaden, groen, water en overige voorzieningen. recreatie en educatie zijn in beperkte mate als ondergeschikt medegebruik toegestaan en het gebruik van de gronden mag geen afbreuk doen aan de instandhouding en zo mogelijk versterking van natuur- en landschapswaarden.

4.2.1.9 Tuin

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen en gedeeltelijk de zijtuinen bij de burgerwoningen. Daarnaast zijn ontsluitingswegen en in-/uitritten mogelijk. Binnen deze bestemming is tevens een regeling opgenomen om erkers te realiseren.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   Omschrijving   bestemming (Verzamelplan)  
Heliniumstraat 24 en 26 te Naaldwijk   Wonen   Parkeren toegestaan   Tuin met aanduiding 'sv-pk'  
Prins Clausstraat 114 t/m 128 te Wateringen   Tuin     Tuin met aanduiding 'sv-pk'  
Tourmalijn 31 t/m 37 te 's-Gravenzande   Tuin met de aanduiding 'sba- 1'   Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2 m.   Tuin met de aanduiding 'sba- 1'  

4.2.1.10 Verkeer

Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.

4.2.1.11 Verkeer - Verblijfsgebied

Het openbaar gebied in een woongebied heeft een verblijfs- en verplaatsingsfunctie. Deze gronden zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en reclame uitingen.

4.2.1.12 Water

De bestaande watergangen in het plangebied zijn bestemd als Water. Op de gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de bestemming toegestaan, zoals steigers, bruggen en duikers.

4.2.1.13 Wonen

Bouwvlakken hoofdgebouwen

Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de bestemmingsplankaart bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. Daar waar niet duidelijk is waar de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen is een gevellijn opgenomen. Sommige woningen zijn voorzien van bouwaanduidingen die specifiek regelen of woningen gestapeld gebouwd dienen te worden. Per hoofdgebouw is tot slot de goot- en bouwhoogte vastgelegd.

Erfbebouwing

De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen. De regeling bevat bepalingen met betrekking oppervlakte en hoogte van erfbebouwing. In het bestemmingsplan worden er voldoende erfbebouwingsmogelijkheden geboden, terwijl de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast.

Aan-huis-gebonden beroepen

Aan-huis-gebonden beroepen zijn als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen voorkomen zolang de omvang niet meer dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 50 m² per woning.

Overige functies naast het wonen

Op verschillende plaatsen in het plangebied zijn naast de woonfunctie ook andere functies aanwezig. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld een tandartsenpraktijk, kapsalons of beperkte detailhandel. Deze functies hebben een specifieke functieaanduiding om het huidige gebruik goed mogelijk te maken.

Adres   bestemming (vigerende bestemmingsplan)   Omschrijving aanduiding vigerende bestemmingsplan   bestemming (Verzamelplan Kernen)  
Agnes van Wendelnessestraat 6 te Naaldwijk   Wonen met aanduiding 'sba-6'   ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - 6" mogen dakopbouwen worden gebouwd waarbij het voorste dakvlak van de kap wordt doorgezet tot boven de bestaande nok en waarbij aan de achterzijde de maximaal toegestane goothoogte wordt overschreden. De situering, vorm en maatvoering dienen aan te sluiten bij de reeds aanwezige exemplaren binnen het bouwvlak   Wonen met aanduiding 'sba-6'  
Dr. Weitjenslaan 67A t/m 105 en Nieuweweg 45 t/m 50C te Poeldijk   Wonen met aanduiding 'ga': garage   ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend huishoudelijke garages voor voertuigen en bergplaatsen   Wonen met aanduiding 'ga': garage  
Emmastraat 60 en 62 te Monster   Wonen met aanduiding 'sba - 3'   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' ofwel '(sba-3)': tevens een gemeentelijk monument;   Wonen met aanduiding 'sba - 2'  
Groenelaan 124 t/m 130   Wonen     Wonen met de aanduiding 'gz': ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' tevens een tandartsenpraktijk op de begane grond;  
Herenstraat 87 en 89 te Wateringen   Wonen met aanduiding 'cw': Cultuurhistorie waarde   het gebruik voor een gebouw met
cultuurhistorische waarde (monument)  
Wonen met aanduiding 'sba- 2' (gemeentelijk monument)  
Meidoornhof 33 te De Lier   Wonen met aanduiding 'sba-11'   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 11' mag een derde bouwlaag worden gebouwd – voorzien van een plat dak en gesitueerd op een plat dak – met dien verstande dat deze maximaal 65 % mag beslaan van het oorspronkelijke dakoppervlak en de situering, vorm en maatvoering ervan identiek is aan de derde bouwlaag, zoals die elders in dezelfde rij met woningen is gerealiseerd;   Wonen met aanduiding 'sba-11'  
Monsterseweg 27 te 's-Gravenzande   Wonen met aanduiding 'ka': karakteristiek (planregels in overige regels)   Het is verboden bouwwerken met de aanduidingen 'karakeristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk te slopen.   Wonen met aanduiding 'ka': karakteristiek. (planregels in overige regels)  
Monsterseweg 29A t/m D te 's-Gravenzande   Wonen met aanduiding 'ka': karakteristiek (planregels in overige regels)   Het is verboden bouwwerken met de aanduidingen 'karakeristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk te slopen.   Wonen met aanduiding 'ka': karakteristiek. (planregels in overige regels)  
Pietersonstraat 1A Ter Heijde   Wonen met aanduiding 'vrij': vrijstaand   als hoofdgebouw zijn uitsluitend toegestaan:
ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand": vrijstaande woningen;  
Wonen met aanduiding 'vrij': vrijstaand  
Van Catshuysenstraat 2 t/m 14 te Wateringen   Wonen met de aanduiding 'sba - 3'   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 3' mogen dakkapellen/dakopbouwen worden gebouwd waarbij aan de achterzijde de maximaal toegestane goothoogte wordt overschreden door een dakkapel/dakopbouw die minder dan 0,5 m uit een of meerdere randen van het dakvlak ligt. De situering, vorm en maatvoering dienen aan te sluiten bij de reeds aanwezige exemplaren binnen het bouwvlak;   Wonen met de aanduiding 'sba - 3'
 
Waterpark 3 t/m 13 (oneven), 4 t/m 32 (even) en 56 t/m 64 (even) te Wateringen  





ter plaatse van de aanduiding (-kap) "kap uitgesloten" is een kap op de woning uitgesloten.  
De bruto-inhoud van het hoofdgebouw voor het wonen bedraagt ten hoogste
600 m³ .  
Wonen met de aanduiding 'sba-7'




ter plaatse van de aanduiding (-kap) "kap uitgesloten" is een kap op de woning uitgesloten.  

4.2.2 Dubbelbestemmingen
4.2.2.1 Leiding - Gas

Ter bescherming van de in het plangebied aanwezige planologisch relevante gasleiding is de bestemming Leiding - Gas opgenomen. Het betreft hier een dubbelbestemming. Bouwen is slechts mogelijk op basis van een door burgemeester en wethouders verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is een omgevingsvergunningplicht opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan burgemeester en wethouders.

4.2.2.2 Waarde - Archeologie / Waarde - Archeologie - 1 / Waarde - Archeologie - 2 / Waarde - Archeologie - 3 / Waarde - Archeologie - 4 / Waarde - Archeologie Bekende Archeologische Vindplaats;

Ter bescherming en veiligstelling van mogelijke archeologische waarden in het gebied zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde – Archeologie' opgenomen. Voor het realiseren van bouwwerken groter dan een bepaald oppervlakte (afhankelijk van de verwachtingswaarde ter plaatse) dient middels een onderzoek de daadwerkelijke archeologische waarde van de locatie te zijn onderzocht en deze, indien aanwezig, niet door de bouwactiviteiten te worden geschaad. Voorts is een aantal werken of werkzaamheden aan een omgevingsvergunning verbonden. Geen omgevingsvergunning is vereist indien door archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.

4.2.2.3 Waarde - karakteristiek

De dubbelbestemming 'Waarde - Karakteristiek' is opgenomen ter behoud van de karakteristieke ruimtelijke kwaliteit. Bij herbouw van gebouwen en herinrichting van het openbaar gebied dient te worden voldaan aan de eisen uit het beeldkwaliteitsplan. Hier geldt dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning niet mag worden gesloopt.

4.2.2.4 Waarde - Winkelgebied;

De dubbelbestemming 'Waarde – Winkelgebied' is opgenomen ter behoud van de karakteristieke ruimtelijke kwaliteit van het kernwinkelgebied. Hier geldt dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning niet mag worden gesloopt.

4.2.2.5 'Waterstaat - Waterkering'

De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' is overgenomen, maar verdeeld in twee dubbelbestemmingen:

 

  • Waterstaat - Waterstaatswerk;
  • Waterstaat - Beschermingszone;
4.2.3 Gebiedsaanduidingen

De onderliggende gebiedsaanduidingen van de overschreven bestemmingsplannen zijn overgenomen:

4.2.3.1 Milieuzone - gezoneerd industrieterrein

Om enerzijds de omwonenden te beschermen tegen gecumuleerde geluidsniveaus van de bedrijven op Honderdland fase 2 en om anderzijds op beheersbare wijze voldoende geluidruimte te bieden voor die bedrijven zijn in het plan geluidsregels opgenomen. In het kort komt het erop neer dat het industrieterrein is verdeeld in 38 geluidkavels (AGE's) en per AGE is in het bestemmingsplan een eigen maximale geluidruimte vastgesteld als toetswaarde (zijnde immissiewaarden per AGE op ontvangerpunten op woningen en zonepunten). Als de geluidruimte van iedere AGE volledig wordt benut, dan is er nog steeds sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het beheer van de geluidruimte wordt gerealiseerd met behulp van een zonebeheermodel, opgemaakt met het rekenprogramma GeoMilieu (v4.10).

In het bestemmingsplan is voor efficiënt beheer van de geluidruimte, bescherming van de omwonenden of het belang van de bedrijven een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met betrekking tot de AGE's. Met de wijzigingsbevoegdheid kan de geluidruimte, de omvang en de ligging van de AGE's door burgemeester en wethouders gewijzigd worden. De wijzigingsbevoegdheid voorziet in het aanpassen van de geluidverkaveling aan de hand van de werkelijke realisatie van de bedrijven in de te realiseren situatie.

4.2.3.2 Geluidzone - industrie

Deze aanduiding geldt vanwege een geluidszone van het Industrieterrein Europoort-Maasvlakte. In het artikel is bepaald dat er geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogen worden gebouwd ter plaatse van de genoemde gebiedsaanduiding. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de bouw van een geluidsgevoelig object mogelijk is, dan wel een besluit hogere grenswaarden van toepassing is op het betreffende gebied.

4.2.3.3 milieuzone - waterwingebied

Het duinwaterwingebied Solleveld heeft in het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding "milieuzone – waterwingebied" gekregen. Aan deze gebiedsaanduiding is tevens de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten gekoppeld.

4.2.3.4 molenbiotoop

Een gedeelte van het plangebied valt binnen de vrijwaringszone van een Molen. Om die reden is een gebiedsaanduiding molenbiotoop op de plankaart opgenomen en is een algemene aanduidingsregel opgenomen.

4.2.3.5 Veiligheidszone - munitie

In het bestemmingsplan zijn de mogelijke locaties van conventionele explosieven op de plankaart aangeduid door middel van een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-munitie'. In de regels is in dit artikel een omgevingsvergunningplicht opgenomen. Dit houdt in dat voor specifieke werkzaamheden, zoals ophogen, afgraven en/of heiwerkzaamheden, een omgevingsvergunning is vereist.

4.2.4 Wijzigingsbevoegdheden

Voor verschillende percelen is in de huidige vigerende bestemmingsplannen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Het gaat om de volgende percelen:

Adres   Bestemming vigerende bestemmingsplan   Omschrijving   Bestemming Verzamelplan Kernen  
Dresdenweg 14 te 's-Gravenzande   Wro - zone - wijzigingsgebied - 1   ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied - 1' wijzigen naar de bestemmingen Gemengd -2 en Verkeer - Verblijfsgebied.   Wro - zone - wijzigingsgebied - 1. In de planregels wijzigen naar de bestemmingen Gemengd en Verkeer - Verblijfsgebied, zodat de inhoud van Gemengd -2 overeenkomt met de nieuwe bestemming Gemengd.  
Maasdijk 35A, 37, 37A, 39 en achterliggende gronden te Maasdijk   Wetgevingszone - wijzigingsgebied   Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' de bestemming Groen'', wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein - 2',   Wro - zone - wijzigingsgebied - 2  
Maasdijk 135 en Maasdijk 137A te Maasdijk   Wetgevingszone -wijzigingsgebied - 1   Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Bedrijf' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin'.   Wro - zone - wijzigingsgebied - 3  
Zandeveltweg 75 te 's-Gravenzande   Wro - zone - wijzigingsgebied - 1   ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied - 1' de bestemming 'Bedrijf' wijzigen naar de bestemmingen Gemengd -2 en Verkeer - Verblijfsgebied.   Wro - zone - wijzigingsgebied - 1. In de planregels wijzigen naar de bestemmingen Gemengd en Verkeer - Verblijfsgebied, zodat de inhoud van Gemengd -2 overeenkomt met de nieuwe bestemming Gemengd.  

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de gemeente bekostigd worden. De economische uitvoerbaarheid van dit conserverende plan kan daarom als aangetoond worden beschouwd.

5.2 Exploitatieplan

Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel 6.2.1 van het besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient, indien sprake is van één van de in artikel 6.2.1 van het Bro genoemde bouwactiviteiten, een exploitatieplan te worden vastgesteld. Een exploitatieplan heeft onder meer tot doel om te komen tot een adequaat publiekrechtelijk kostenverhaal, het realiseren van een goede inrichting van de openbare ruimte door middel van het stellen van locatie-eisen en het bieden van een goede grondslag om de verdeling van woningbouwcategorieën te ondersteunen.

De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is, staan in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Indien een exploitatieplan vereist is moet de gemeenteraad het exploitatieplan tegelijk vaststellen met de planologische maatregel die het bouwen mogelijk maakt. Een gemeente behoeft geen exploitatieplan op te stellen indien het kostenverhaal al op een andere manier geregeld is ('anderszins verzekerd') en tevens locatie-eisen en regels voor woningbouwcategorieën niet nodig zijn. Die laatste situatie kan zich voordoen wanneer met alle eigenaren een overeenkomst is gesloten waarin de inrichting van de locatie en het kostenverhaal is geregeld. Het bestemmingsplan maakt geen bouwplannen mogelijk als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro, waardoor geen aanleiding bestaat tot het vaststellen van een exploitatieplan.

5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.3.1 Overleg

Over het voorontwerp van dit bestemmingsplan heeft bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierbij hebben een aantal instanties gereageerd. De uitkomsten van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder c., van het Besluit ruimtelijke ordening, zijn opgenomen in Bijlage I van deze toelichting.

5.3.2 Zienswijzen

Van 21 augustus 2020 tot 1 oktober 2020 heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gedurende de periode van tervisielegging zijn 14 zienswijzen ingediend.

De ontvangen zienswijzen zijn beoordeeld. Voor een overzicht en een beantwoording van de zienswijzen wordt verwezen naar een bijlage Bijlage 7 van deze toelichting.