Plan: | Kern Kwintsheul |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE |
Nota Ruimte/Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid (2008)
In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten wordt gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd.
|
Kwintsheul maakt als onderdeel van de gemeente Westland deel uit van het economisch kerngebied Zuidvleugel Randstad. Daarnaast is de hele gemeente Westland aangewezen als Greenport.
Centraal thema voor wat betreft dit gebied is dat bundeling van verstedelijking en economische activiteiten in steden en dorpen het mogelijk maakt functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen, arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten vereist een in onderlinge samenhang optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daarbuiten. Volgens de Realisatieparagraaf dient in bestaand stedelijk gebied optimale benutting van bestaand bebouwd gebied plaats te vinden, om verrommeling een halt toe te roepen. Hierdoor neemt de noodzaak af om open ruimte te gebruiken voor bebouwing. Het wordt moeilijker gemaakt om nieuwbouw in het buitengebied te realiseren. De bundelingsdoelstellingen uit de Nota Ruimte blijven actueel. Het Rijk toetst of provincies het bundelingsbeleid voor verstedelijking en economische activiteiten in het provinciale en regionale ruimtelijke beleid opnemen.
Het ontwikkelingsperspectief is erop gericht de ruimtelijke, culturele en economische diversiteit van de ruimtevraag binnen de Randstad, waar Kwintsheul deel van uitmaakt, op te vangen. In de Randstad moet tussen 2010 en 2030 rekening worden gehouden met een vraag naar 360.000 tot 440.000 woningen. Een deel van de woningen kan worden gebouwd door 'verdichting' in bestaand stedelijk gebied. Het streefgetal voor de realisatie van woningen en arbeidsplaatsen in het bestaand bebouwd gebied van stedelijke netwerken is 40% van het totale uitbreidingsprogramma, hoewel het Rijk rekening houdt met 25% op basis van de tegenvallende praktijk. Een optimale benutting van het bebouwd gebied blijft van groot belang.
Herstructurering, revitalisering en transformatie van bestaande stedelijke gebieden leveren een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de nodige diversiteit van het woningaanbod in de steden. Daarnaast kan met herstructurering, revitalisering en transformatie van bestaande verouderde stedelijke gebieden een belangrijk deel van de ruimtevraag naar wonen en werken in de periode 2010-2030 worden opgelost.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (ontwerp 2011) & AMvB ruimtelijke ordening (ontwerp 2011)
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De ontwerpstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.
Doelen
In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport (zie afbeelding).
Uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur
De Nederlandse open economie raakt steeds meer verweven met die van sterke concurrenten als Duitsland, China en India. De kansen in het internationale speelveld liggen vooral bij de zogenoemde topsectoren: logistiek, water, hightech, creatieve industrie, energie, chemie en voedsel en tuinbouw. Veel van die sectoren zijn geconcentreerd in de stedelijke regio's rond de mainports, brainport en greenports. De ambitie is dat Nederland in 2040 behoort tot de top 10 concurrerende landen van de wereld door een goede ruimtelijk-economische structuur voor een excellent vestigingsklimaat voor bedrijven en kenniswerkers. Dit betekent onder andere een optimale internationale bereikbaarheid van stedelijke regio's in 2040 en uitstekende (logistieke) verbindingen van de mainports Rotterdam en Schiphol, de brainport Zuidoost Nederland en de greenports met Europa en de rest van de wereld.
De meeste topsectoren concentreren zich in stedelijke regio's en dan vooral in de stedelijke regio's rond de mainports, brainport en greenports. Vanwege deze concentratie en de nationale baten die daarmee gemoeid zijn, wil het Rijk in deze regio's extra inzetten op versterking van de concurrentiekracht. Hiervoor wordt een gebiedsgerichte, programmatische urgentieaanpak ingezet waarin afspraken over de versterking van de ruimtelijk-economische structuur in brede zin worden gemaakt met de decentrale overheden.
Nationale belangen
De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de ontwerp AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de ontwerp AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het plangebied is de volgende bepaling relevant:
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2020 (2010)
Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'. De structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vervangt het interim-beleid op basis van de huidige vier streekplannen in Zuid-Holland. Met de vaststelling van de provinciale structuurvisie en de provinciale Verordening Ruimte wordt aansluiting gezocht bij de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De visie is vastgesteld op 2 juli 2010.
Uitsnede functiekaart Structuurvisie
Op de functiekaart van de structuurvisie is het plangebied voornamelijk aangewezen als stads- en dorpsgebied. De sportvelden zijn aangewezen als stedelijk groen buiten de contour. Het bebouwinglint langs de Heulweg valt binnen het glastuinbouwbedrijvengebied van de Greenport Westland.
De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Zo biedt de kaart ruimte aan de diverse belangen in Zuid-Holland. De functiekaart is vergelijkbaar met de voormalige streekplankaarten.
Het provinciaal belang voor bestaand bebouwd gebied richt zich op de volgende ambities:
Het uitgangspunt voor de leef-, werk- en woonomgeving in 2020 is bundeling van verstedelijking. Dit is meer dan het concentreren van wonen in steden. Zuid-Holland richt zich op een betere relatie tussen infrastructuur en verstedelijking, het onderling afstemmen van de verschillende voorzieningen en intensivering van het stedelijk gebied vooral in de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer.
De verstedelijkingsopgave richt zich vooral op het bestaand stads- en dorpsgebied. Hier staat gedifferentieerd ruimtegebruik centraal. Dit maakt dit gebied aantrekkelijk voor mensen om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen. Dit betekent een verdergaande concentratie en intensivering van stedelijke functies in de stedelijke centra en rond haltes van het Zuidvleugelnet. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen stedelijk gebied met hoogwaardig openbaar vervoer en het 'overig' stedelijk gebied. Kwintsheul maakt onderdeel uit van het 'overig' stedelijk gebied.
De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. Alle kernen in de provincie zijn omgeven door bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en de kernen, rekening houdend met plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd en waarbinnen de woningbouwopgave tot 2020 kan worden geaccommodeerd.
Provinciale Verordening Ruimte (2010)
Samen met de Provinciale Structuurvisie is op 2 juli 2010 ook de provinciale Verordening Ruimte vastgesteld door Provinciale Staten. Waar de visie een zelfbindend document is voor de provincie, daar bevat de Provinciale Verordening regels die algemeen bindend zijn. Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe functies mogelijk maakt, zijn de regels uit de Verordening niet in het geding.
Regionaal structuurplan Haaglanden (2008)
Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP 2020) vastgesteld.
Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen, etc.
De ambitie is dat het in heel Haaglanden voor iedereen goed wonen, werken en ontspannen is. De ruimtelijke structuur moet mensen stimuleren maatschappelijk actief te zijn en zich te ontwikkelen. Voldoende (ruimte voor) werkgelegenheid, een goed leefmilieu, een veilige leefomgeving, sociale cohesie en een herkenbare omgeving met identiteit zijn hiervoor van belang. Ook moeten de gewenste voorzieningen voor onderwijs, zorg, cultuur en sport goed bereikbaar zijn. Het RSP2020 heeft voor deze onderwerpen vooral een faciliterende, stimulerende en attenderende rol.
De vraag naar woningen, bedrijven en kantoren houdt aan, maar de ontwikkeling van nieuw stedelijk gebied gaat al snel ten koste van het groen, de Greenport of de ruimte voor water. Dit betekent dat deze ruimte in het bestaande stedelijke gebied gevonden moet worden en efficiënt moet worden gebruikt. Herstructurering en intensief ruimtegebruik zijn hierbij belangrijke middelen. Als onderdeel van het intensief en meervoudig ruimtegebruik in binnenstedelijke wijken en buurten moet functiemenging mogelijk zijn.
Het beheer en onderhoud van groengebieden heeft aandacht nodig. Onvoldoende en versnipperd beheer van bestaande bossen en recreatiegebieden leidt tot verwaarloosde zones die ongewenste activiteiten aantrekken. In het onderhoud van deze gebieden is het ontwikkelen van de 'tweede generatie' beplanting achterwege gebleven. Bovendien moet de inrichting worden aangepast aan de wensen van de hedendaagse recreanten. Barrières en onaantrekkelijke, niet onderhouden entrees van bestaande groengebieden dragen bij aan slechte bereikbaarheid. Een goed bomenbeleid helpt om landschappelijke eigenheid te waarborgen.
Visie Greenport Westland 2020 (2005)
De in 2005 vastgestelde 'Visie Greenport Westland 2020' schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met het glastuinbouwcluster (inclusief de niet-ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen, biedt de visie ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, het glastuinbouwcluster en de maatschappelijke en economische voorzieningen.
In de Visie Greenport Westland 2020 wordt aangegeven dat de kernen een belangrijke rol spelen in de aantrekkelijkheid en diversiteit van de gemeente Westland. Versterking van de Greenport door behoud van het duurzame glas heeft als consequentie dat uitbreiding en versterking van de functies wonen, maatschappelijke voorzieningen en detailhandel, infrastructuur, groen, water en milieu zoveel mogelijk binnen de bestaande kernen dienen plaats te vinden. Er ligt een stevige verdichtingsopgave. De noodzakelijke inhaalslag voor het bouwen van woningen voor jongeren en ouderen dient in de kernen plaats te vinden. In de kernen zijn dan ook de beste combinaties te maken tussen woningen en voorzieningen.
Uitsnede Greenportvisie
Kwintsheul is in de visie aangeduid als een 'ruimdorps' gebied. De visie geeft voor de ruimdorpse kernen aan dat deze in omvang, dichtheid en voorzieningenniveau duidelijk kleiner zijn dan de andere kernen. Ieder van de kernen heeft daarbij zijn eigen karakter en identiteit. Bij verdichting zal worden ingezet op versterking en behoud van het voorzieningenniveau op de schaal en het karakter van de betreffende kern.
Evaluatie Greenport Visie Westland 2020 (2010)
Deze evaluatie van de Greenportvisie verwoordt het standpunt van de gemeenteraad over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie. Voor het wonen (de belangrijkste functie in het plangebied) zijn de volgende beleidsuitgangspunten relevant.
Analyse van de woningbouw laat zien dat de woningvoorraad tussen 2004 en 2009 met 2.000 woningen is toegenomen. De uitleglocaties zijn vrijwel allemaal in ontwikkeling genomen, maar de verdichting van de kernen blijft achter bij het gestelde doel. Tot 2020 kan de woningbehoefte opgevangen worden met de bestaande locaties zoals aangegeven op de plankaart van de Greenportvisie inclusief een bijgestelde verdichtingsopgave.
De woningbouwopgave blijft ambitieus maar wel realistisch. De oorspronkelijke woningbouwopgave tot 2020 wordt naar beneden bijgesteld. Voor de periode 2009 tot 2020 is de ambitie om 6.300 woningen netto aan de woningvoorraad, inclusief Westlandse Zoom, toe te voegen. Het gaat daarbij om 2.000 woningen op inbreidingslocaties in de kernen.
Uitgangspunten ruimtelijke ontwikkelingskaders voor de kernen (2007)
In de beleidsnota 'Uitgangspunten ruimtelijke ontwikkelingskaders voor de kernen' die in september 2007 is vastgesteld, is een aantal uitgangspunten voor de diverse kernen geformuleerd.
Kenmerken
Kwintsheul kenmerkt zich door een sterk ontwikkeld bloeiend verenigingsleven. Dat varieert van topsport tot gezelligheid, van jong tot oud, met een aantrekkingskracht van lokaal tot bovenregionaal. Door de ontwikkeling naar het oosten groeit het dorp in de richting van Wateringen. Met het behoud van het bedrijventerrein en met de doorsnijding van de Wippolderlaan, zal de huidige woonkern niet versmelten met de nieuwe woonwijk of Wateringen.
De kern is opgebouwd uit overwegend laagbouwwoningen, sporadisch afgewisseld met lage gestapelde woningbouw. De voorzieningen bevinden zich langs de Kerkstraat met een (voormalig) winkelpleintje bij de kerk. De bedrijven bevinden zich deels nog langs de Heulweg en geconcentreerd aan de oostkant van de kern in bedrijventerrein Bovendijk. De kern kende zijn grootste groei na de jaren 50 van de vorige eeuw. Van elke buurt is herkenbaar uit welke periode het is gebouwd. Gemeenschappelijk kenmerk is de kleinschalige maat van elke buurt.
Doel
De doelstelling voor Kwintsheul is gericht op behoud en versterking van het verenigingsleven, door herstructurering van het centrum tot het dorpshart met een diversiteit aan functies. Daarnaast is bouwen voor ouderen een speerpunt: woningen en voorzieningen. Ook de positie als enige dorp in de route Westlandse Zoom van kust naar Midden Delfland moet worden benadrukt. Bedrijven dienen geconcentreerd te worden op bedrijventerrein Bovendijk.
Centrumgebied
Aangegeven wordt dat het centrumgebied dringend een nieuwe impuls en herstructurering nodig heeft. De meeste winkelruimtes staan leeg of zijn in gebruik door een andere functie dan detailhandel. Het winkelplein maakt mede hierdoor een desolate indruk. Ook de huidige stedenbouwkundige opzet draagt niet bij aan een uitnodigend en levendig beeld. Mede in het licht van de in de Greenportvisie geformuleerde verdichtingopgave is een herinrichting van deze omgeving gewenst, die leidt tot een levendig, herkenbaar, aantrekkelijk en multifunctioneel dorpshart van de kern Kwintsheul. Hierbij zullen zoveel mogelijk voorzieningen rondom het huidige winkelplein geconcentreerd moeten worden.
Heulweg
De Heulweg is een historisch lint. Van oudsher kenmerkt een dergelijk lint zich door een menging van verschillende kleinschalige functies. In Kwintsheul staan een aantal bedrijven langs deze weg die niet passen in de sfeer, de kleinschaligheid en de hedendaagse functie van dat lint. Verplaatsen van deze bedrijven naar een bedrijventerrein en het invullen van deze locaties met woningbouw in de schaal, maat en uitstraling van het lint zal een gewenste verbetering opleveren.
Groen en recreatie
Aangegeven wordt dat de kern Kwintsheul slecht is bedeeld met gestructureerd, openbaar groen. De kern zelf is echter klein en bewoners konden altijd terugvallen op de groene ruimte in het buitengebied. Daar is door de oprukkende tuinbouw echter een eind aan gekomen. De ligging aan de Westlandse Zoom biedt kansen.
Woningdifferentiatie
Bij woningbouw komt de nadruk te liggen op doorstromers (met name ouderen) om de vergrijzingsgolf op te vangen. Belangrijk daarvoor is dat ook het voorzieningenniveau op peil blijft en het verenigingsleven gestimuleerd wordt, op sportgebied maar vooral ook andere vlakken.
Accent op senioren en starters
In de ontwikkelingskaders voor de kernen is voor Kwintsheul de doelgroep ouderen genoemd om nadruk op te leggen. Woningmarktgegevens en de bewoners leggen daarnaast ook de nadruk op starters. Gekozen wordt om bij inbreiding in het centrum, gezien de voorzieningen, de nadruk te leggen op senioren. Hierbij moet gedacht worden aan (middel) dure huurappartementen en dure koopappartementen. Bij inbreiding op mogelijk overige locaties in Kwintsheul wordt het accent op starters gelegd, en in dit geval ligt de nadruk op goedkope en bereikbare koopwoningen.
Gebiedskader ontwikkellocaties Kwintsheul Centrum + Quintus/Leeuwerik (vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders in 2012)
Het doel van dit beleid is om randvoorwaarden en uitgangspunten te geven voor herontwikkeling op de locaties Centrum en Quintus/Leeuwerik in Kwintsheul. In dit gebiedskader is de huidige situatie geanalyseerd vanuit verschillende invalshoeken zoals verkeer, groen, water, de ruimtelijke opbouw en de het economisch en sociaal perspectief. Uiteindelijk wordt voor de betreffende gebieden een visie gegeven met de gewenste ontwikkelingsrichting. Dit gebiedskader fungeert als toetsingskader bij de beoordeling van (toekomstige) plannen.
Westlands Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015
Met het Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) wordt vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer invulling gegeven aan het strategische beleid voor de gemeente Westland, zoals dat is beschreven in de Greenportvisie 2020. Op basis van deze vertaling zijn concrete projecten en maatregelen benoemd. Daarbij zijn prioriteiten bepaald en is een volgorde voor uitwerkingen realistisch weergegeven.
Door het uitvoeringsprogramma wordt de stap gezet van papier (beleid) naar de praktijk (uitvoering). Het uitvoeringsprogramma en bijbehorende investeringsprogramma passen binnen de huidige begroting. Tot 2011 zijn de budgetten voor dit uitvoeringsprogramma gereserveerd, wat maakt dat het plan realistisch en financieel uitvoerbaar is.
Met de wegcategorisering is aangegeven welke de voor het verkeer belangrijke gebiedsontsluitingswegen zijn.
Milieubeleidsplan 2005-2010 'Westland, glashard voor het milieu' / MUP 2011
De inspanningen uit het verleden waren voornamelijk gericht op het verbeteren van de sectorale milieukwaliteit. In de toekomst moet ook een bredere kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Het milieubeleidsplan moet een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.
Het milieubeleidsplan is door de raad in 2005 vastgesteld en heeft als doelstelling: 'Het verbeteren van de leefbaarheid op de korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op de lange termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten op te lossen en toekomstige te voorkomen'.
Het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) 2011 is een overgangsprogramma tussen het inmiddels aan het eind van zijn looptijd gekomen Milieubeleidsplan 2005-2010 en een te ontwikkelen 'Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid'. Het zal daarbij gaan om een concreet uitvoeringsprogramma, dat bijdraagt aan te formuleren gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Het MUP is een instrument om onder meer de uitvoering van de milieuambities te kunnen sturen.
Voor wat betreft het aspect ruimtegebruik is de milieustrategie gericht op de volgende doelstelling: 'Functiemenging waar het kan en functiescheiding waar het moet.' Deze en alle andere relevante milieuambities en uitgangspunten worden ingebracht in ruimtelijke ontwikkelingsprojecten.
Beleid Duurzaam Bouwen 2006-2010
De doelstelling van de gemeente is door middel van duurzaam bouwen de milieubelasting terug te dringen: bouwen met zorg voor het milieu. Dit betekent dat in een vroeg stadium de schade voor het milieu moet worden beperkt, dus al tijdens het ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp en in alle fasen van de bouw. De gemeente stelt beleid Duurzaam Bouwen op, op gebouwniveau en op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Beleid Duurzaam Bouwen op stedelijk niveau, voor ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling, is opgenomen in het Milieubeleidsplan 2005-2010. Als instrument voor duurzaam bouwen bij nieuwbouw, woning- en utiliteitsbouw wordt het pakket Gemeentelijk Praktijk Richtlijn (GPR-gebouw) gebruikt. Dit is een digitaal instrument om de duurzaamheid van nieuwbouwwoningen en utiliteitskantoren (kantoren en schoolgebouwen) in kaart te brengen door middel van rapportcijfers, met als doel duurzaam bouwen meetbaar en bespreekbaar te maken. Thema's van dit instrument zijn energie, materiaal, afval, water, gezondheid en integrale woonkwaliteit.
Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland (2006)
In de beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met dieptewerkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van dieptewerkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland. In het plangebied zijn twee locaties aanwezig van mogelijke vindplaatsen van conventionele explosieven. Zie verder ook paragraaf 3.6 Externe veiligheid.
Beleid en beleidsregels voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in Westland
In deze nota wordt aangegeven dat het wenselijk is een goede ruimtelijke spreiding van de verkooppunten van consumentenvuurwerk te bewerkstelligen. Doel bij een ruimtelijke benadering is het bereiken van een gelijkmatige spreiding van (kleine) bedrijven voor verkoop en opslag van consumentenvuurwerk over Westland, om op deze wijze straathandel en vuurwerktoerisme zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet er binnen elk verzorgingsgebied sprake zijn van voldoende (vuurwerk)aanbod om de lokale markt te voorzien en zodoende illegale handel in principe overbodig te maken en te voorkomen.
Het uitgangspunt voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk van de gemeente Westland is:
Ruimte bieden aan ondernemers voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk met inachtneming van veiligheid en milieuregelgeving onder voorwaarde van een goede ruimtelijke spreiding.
Met daarbij de volgende randvoorwaarden:
In de planregels van het voorliggende bestemmingsplan is opgenomen dat opslag en verkoop van consumentenvuurwerk niet is toegestaan. Het aanwezige verkooppunt van consumentenvuurwerk in het plangebied heeft een maatbestemming gekregen.
Ruimtelijk kader kinderopvang gemeente Westland (2011)
In deze beleidsnotitie staat één centrale vraag centraal, namelijk hoe kan door het opstellen van een ruimtelijk kader de vraag naar en het aanbod van kinderopvang beter op elkaar afgestemd worden, zodat aan de toenemende vraag naar kinderopvang plaatsen voldaan blijft worden, er voldoende mogelijkheden voor doorontwikkeling van kinderopvang in Westland blijven en er duidelijkheid aan de kinderopvang en andere organisaties wordt gegeven.
Uit deze beleidsnotitie wordt duidelijk dat wat betreft buitenschoolse opvang (bso) voor kinderen in de naar school gaande leeftijd de gemeente mee wil werken aan de vestiging daarvan op onder andere locaties buiten de woonkernen die zijn ingericht voor sport. Reden is dat de naar schoolgaande kinderen veelal behoefte hebben om te bewegen. Op sportterreinen is hier voldoende gelegenheid voor.
Het plangebied wordt beschouwd als bestaand ruimdorps gebied en valt binnen de rode contour. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe functies mogelijk en vormt zodoende geen basis voor inbreiding van de kern Kwintsheul. Het plan draagt zodoende niet bij aan de uitvoering van het beleid. Uitzondering hierop is de wijziging van de bestemmingen op de kavel van "De Kastanjehof" en de oude supermarkt aan De Raaphorst/Kerkstraat. In het bestemmingsplan wordt de nieuwbouw van de supermarkt mogelijk gemaakt door het wijzigen van de maatschappelijke en verkeersdoeleinden bestemming in een detailhandelsbestemming. Het huidige zalencentrum "De Kastanjehof" wordt gesloopt en op de locatie van de oude Speelhoek teruggebouwd. Voor de bouw van de nieuwe Kastanjehof is geen wijziging in het bestemmingsplan noodzakelijk. De locatie van de Speelhoek heeft immers al een maatschappelijke bestemming en de nieuwbouw is hier passend in. Het beleidskader staat de uitvoering van voorliggende bestemmingsplan zodoende niet in de weg.