Plan: | Kern Honselersdijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.ABP00000009-onhe |
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het gehele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoeras. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Risicovolle inrichtingen
Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met dit besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige redenen worden afgeweken. Zowel de grens- als de richtwaarde ligt op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze grenswaarden worden voldaan en moeten de richtwaarden in acht worden genomen, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.
Voor inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt is het Vuurwerkbesluit uit 2002 van toepassing. Op basis van dit besluit dienen alle bedrijven te voldoen aan afstanden tot kwetsbare objecten. Voor de opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg geldt, indien aan de eisen voor een bufferbewaarplaats wordt voldaan, een afstand van 8 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object. Bij meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk gaat het om 20 tot 30 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object, afhankelijk van de grootte van de deuropening.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.
Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.
Binnenkort zal het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen worden vastgesteld. Momenteel is een nieuwe AMvB voor het transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoorlijnen in voorbereiding. In deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi.
Vindplaatsen van explosieven
In de gemeente Westland worden op verschillende plaatsen munitie en explosieven gevonden. Er is een gemeentelijke kaart opgesteld met mogelijk verdachte locaties en vindplaatsen van explosieven. Ter plaatse van eventuele vindplaatsen wordt de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie' opgenomen. Binnen deze gebiedsaanduiding is het niet toegestaan werkzaamheden uit te voeren of werken aan te leggen, indien uit nader onderzoek blijkt dat dit niet verantwoord is.
Risicovolle inrichtingen
In de omgeving van het plangebied zijn een aantal risicovolle inrichtingen gelegen. Het gaat om de inrichtingen in tabel 3.2.
Tabel 3.2 Risicovolle inrichtingen
inrichting | adres | afstand PR 10-6-contour (m) | omvang invloedsgebied GR (m) |
Nic. Sosef | Stationsweg 23, Honselersdijk | 1701) | 520 |
Flora Holland | Middel Broekweg 29, Honselersdijk | 102 | 1.125 |
Van den Bos Flowerbulbs | Dijkweg 115, Honselersdijk | 70 | n.v.t. |
Het plangebied is (deels) gelegen binnen het invloedsgebied voor het GR van de bovenstaande inrichtingen. Er is echter sprake van een consoliderend bestemmingsplan, waardoor er geen gevolgen zijn voor de hoogte van het GR en hierdoor het GR niet nader verantwoord behoeft te worden. Uit de provinciale risicokaart blijkt dat de oriëntatiewaarde momenteel niet wordt overschreden. Ook liggen er in het plangebied geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contour van bovengenoemde inrichtingen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Uit gegevens van de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat over de N222 ten zuidoosten van Honselersdijk, gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De PR 10-6-contour van deze risicobron is niet buiten de weg gelegen. De PR 10-8-risicocontour – indicatief voor het invloedsgebied van het GR – bedraagt 151 m. Het plangebied ligt buiten dit invloedsgebied. Zodoende staat deze risicobron de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
Vindplaatsen van explosieven
Binnen het plangebied zijn geen locaties gelegen die worden verdacht als vindplaats van explosieven (zie onderstaande figuur). Ten aanzien van dit aspect worden dan ook geen extra maatregelen getroffen.
Figuur 3.2 Uitsnede explosievenkaart gemeente Westland
Conclusie
Het aspect externe veiligheid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.