direct naar inhoud van 3.11 Water
Plan: Kern Honselersdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000009-onhe

3.11 Water

Watertoets en waterbeheer

Voor het bestemmingsplan is de watertoets wettelijk verplicht. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Hoogheemraadschap van Delfland. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Westland. In het kader van de verplichte watertoets is over dit bestemmingsplan overleg gevoerd met de waterbeheerder. Vervolgens zijn de aandachtspunten van de waterbeheerder verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's. waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap van Delfland de strategische keuzes, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het Hoogheemraadschap gaat het beheer en onderhoud van het watersysteem optimaliseren en zal daarbij flink investeren in waterkwaliteit, waterkeringen en het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Voor de zuiveringstechnische infrastructuur ligt de nadruk op beheren, onderhouden en optimaliseren.

In het kader van de afstemming van het waterbeleid met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening heeft het Hoogheemraadschap in 2007 een Waterkansenkaart opgesteld. Deze Waterkansenkaart kan gezien worden als de nadere, gebiedsspecifieke uitwerking van de Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland. Ten slotte is in 2007 een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Met deze handreiking wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het Hoogheemraadschap Delfland procedureel en inhoudelijk omgaat met de watertoets.

Gemeentelijk beleid

Het Westland 2009-2015, met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2030 en de daarbij horende doelstellingen tot 2015 beschreven. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water en zichtbaar water'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2006-2010 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Binnen dit plan is er sprake van drie verschillende zorgplichten: stedelijk afvalwater, afstromend hemelwater en afvloeiend grondwater. De doelstellingen van de zorgplichten sluiten aan bij de uitgangspunten van de KRW. De hierin beschreven ontwikkelingen en het meerjaren onderhoudsprogramma vormen de basis voor de vastgestelde gemeentelijke rioolheffing over deze periode.

Huidige situatie 

Algemeen

Het plangebied beslaat de kern Honselersdijk en de sportvelden aan de zuidoostzijde, de Van Reenenbuurt en de gronden ten zuiden van de Van Reenenbuurt tot aan de dorpskern. Het plangebied is grotendeels verhard (stedelijk gebied). De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP 0 m en de bodem bestaat uit lichte zavel (kleihoudend zand).

Volgens de Bodemkaart van Nederland is ter plaatse van het plangebied sprake van grondwatertrap IV. Dat betekent dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m onder het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,8 m en 1,2 m onder het maaiveld ligt. Hydrologisch gezien betreft het infiltratiegebied.

Veiligheid en waterkeringen

Binnen het plangebied bevinden zich een aantal boezemwaterkeringen, namelijk langs de primaire boezemwateren in het plangebied.

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt vrijwel geheel in boezemland, dat betekent dat het gebied zonder gemalen afwatert op het boezemstelsel. Het boezempeil bedraagt NAP -0,4 m. Het boezemstelsel bevat momenteel onvoldoende bergend vermogen bij hevige en/of langdurige regenval. In het boezemstelsel bedraagt de toegestane peilstijging 0,3 m. Het boezemsysteem wordt periodiek doorgespoeld met water afkomstig uit het Brielse Meer.

De sportvelden, gelegen in het zuidoosten van het plangebied, maken onderdeel uit van de Oude en Nieuwe Broekpolder. Het polderpeil wordt hier gehandhaafd op NAP -1,2 m. Overtollig water wordt via de boezem afgevoerd in zuidoostelijke richting via de Strijp en het Zwethkanaal naar het boezemgemaal Westland. Ook de Oude en Nieuwe Broekpolder heeft momenteel een tekort aan waterbergend vermogen.

Afvalwater en riolering

Het grootste gedeelte van de kern is aangesloten op een gemengd rioolstelsel. Ten noordwesten van de Dijkstraat ligt een gescheiden rioolstelsel en ten noordwesten van de Kraaijesteijn een verbeterd gescheiden stelsel. De sportvelden zijn aangesloten op een mechanisch rioolstelsel.

In het plangebied bevinden zich verder een aantal riooloverstorten. Aan de oostzijde van het plangebied bevindt zich een rioolgemaal. In het plangebied liggen twee afvalwatertransportleidingen.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Binnen of in de omgeving van het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. De waterkwaliteit laat te wensen over, met name als gevolg van meststoffen, bestrijdingsmiddelen en andere diffuse verontreinigingen. Doorspoeling met water uit het Brielse Meer leidt niet tot verslechtering van de waterkwaliteit.

Duurzaam stedelijk waterbeheer in toekomstige situatie

Algemeen

Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats. Dit bestemmingsplan biedt daarom weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Mochten er in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden, dan is het van belang om de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer, overeenkomend met het beleid van het Hoogheemraadschap van Delfland, daar waar mogelijk toe te passen.

Veiligheid en waterkeringen

De boezemwaterkeringen hebben een Keurzone (kernzone en beschermingszone) met een breedte van 20 m, gemeten vanaf de insteek van het boezemwater. In geval van toekomstige werkzaamheden binnen deze zones dient bij het Hoogheemraadschap van Delfland een watervergunning te worden aangevraagd.

Waterkwantiteit

Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats naar aanleiding waarvan het bestaande waterbergingstekort kan worden verkleind. Mochten er in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, dient hierbij een bergend vermogen van 325 m³/ha te worden gerealiseerd.

Afvalwater en riolering

De huidige rioolstelsels blijven gehandhaafd. Bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen dient een gescheiden rioolstelsel te worden aangelegd. Dit betekent dat hemelwater afkomstig van schone verharde oppervlakken wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Afvalwater wordt uiteraard afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Hiermee wordt voldaan aan de Leidraad rioleringen West-Nederland en de Beslisboom Afkoppelen. Voor toekomstige lozingen (van schoon hemelwater) op oppervlaktewater dient een watervergunning te worden aangevraagd.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Toekomstige ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot maatregelen die een betere waterkwaliteit en hogere ecologische waarden tot gevolg hebben. Hierbij kan gedacht worden aan het combineren van waterberging met de aanleg van natuurvriendelijke oevers.

In ieder geval mogen ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Om die reden dienen toekomstige bouwwerkzaamheden uitgevoerd te worden met duurzame, niet-uitloogbare materialen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen.

Beheer en onderhoud

In zijn algemeenheid geldt dat voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem bij het Hoogheemraadschap een watervergunning dient te worden aangevraagd. Ook voor werkzaamheden binnen de Keurzone van waterkeringen dient een watervergunning aangevraagd te worden.

Bestemmingslegging

In het bestemmingsplan worden de watergangen bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone inclusief de beschermingszone) geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen. Een strook van 5 m aan weerszijden van de afvalwatertransportleiding wordt bestemd als 'Leiding - Riool'.

Conclusie

Aangezien dit bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk maakt, bestaan er vrijwel geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.