direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene ontheffingsregels
Plan: Het Stift
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.WEEBPHETSTIFT-0401

Artikel 22 Algemene ontheffingsregels

 

Burgemeester en Wethouders kunnen na gehoord te hebben de monumentencommissie, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

a.    de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van de wegen of de aansluiting van de wegen, onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

c.    de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m;

d.    het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:

1.    deze vergroting niet meer dan 10 m² per plaatselijke verhoging bedraagt;

2.    de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;

e.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

2.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

3.    erkers, luifels, balkons en ingangspartijen, met dien verstande dat:

-       de overschrijding ten hoogste 1,00 m bedraagt;

-       de breedte ten hoogste 2/3 deel van de breedte van de betreffende gevel van het hoofdgebouw bedraagt en de breedte van hoekerkers ten hoogste 50% van de betreffende gevel van het hoofdgebouw bedraagt. Deze bouwdelen dienen ten minste 0,50 m uit de zijgevel te zijn gesitueerd, met uitzondering van hoekerkers;

-       indien bestaande gevelopeningen dit noodzakelijk maken en dit uit architectonisch oogpunt noodzakelijk is, mag de breedte ten hoogste ¾ deel van de breedte van de betreffende gevel van het hoofdgebouw bedragen en de breedte van hoekerkers ten hoogste 2/3 deel van de betreffende gevel van het hoofdgebouw. De bouwdelen dienen ten minste 0,50 m uit de zijgevel te zijn gesitueerd, met uitzondering van hoekerkers;

-       de bouwhoogte ten hoogste 4,00 m bedraagt of indien de woning of dat woongebouw een hogere verdiepingsvloer bevat ten hoogste 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van die woning of dat woongebouw;

-       de afstand tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 2,00 m bedraagt. Bij twee aan elkaar gekoppelde erkers bij een dubbel blok die tegelijk worden aangevraagd, is de afstand van 2,00 m tot de perceelgrens niet van toepassing;

-       ten hoogste 1 hoekerker per woning wordt gerealiseerd.