In de inleidende regels zijn regels opgenomen die betrekking hebben op de gehanteerde begrippen en de wijze van meten. Zie hiervoor de artikelen 1 en 2, voorafgaand aan de bestemmingen.
In de algemene regels zijn de bepalingen opgenomen die betrekking hebben op het plan als geheel. Dit betreft onder meer de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouw- en gebruiksregels en de algemene ontheffingsregels. In de overgangs- en slotregels volgen het overgangsrecht en de slotregel.
In het bestemmingsplan "Tilligte West" zijn naast de volgende bestemmingsregels opgenomen: "Agrarisch", "Groen", "Verkeer" en "Wonen".
Bestemming "Agrarisch"
Voor deze bestemming is gekozen omdat de betreffende gronden direct aansluiten op agrarische gronden die zijn gelegen binnen de grenzen van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2010'.
De gronden binnen de bestemming ‘Agrarisch’ hebben als hoofdfunctie de uitoefening van de agrarische functie. Hier worden mogelijkheden geboden voor de voortzetting van de landbouwfunctie op bedrijfseconomische grondslag. De bescherming van het landschap is nevengeschikt aan het agrarisch gebruik. In het gebied worden de waardevolle landschapselementen, zoals de houtwallen en bosjes, ouder dan 60 jaar, voor zover aanwezig specifiek beschermd door middel van een dubbelbestemming. Voor een aantal werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen om structurele veranderingen op het landschap te voorkomen dan wel structurele ingrepen in het landschap af te kunnen wegen.
De agrarische gronden in het onderhavige plangebied en in de directe omgeving kennen geen bouwperceel voor grondgebonden agrarische bedrijven. Bouwregels voor agrarische gebouwen kunnen daarom achterwege blijven.
Bestemming "Groen” (G)
Bepaalde gronden krijgen binnen het plangebied de bestemming “Groen”. Binnen deze bestemming kunnen onder meer speelvoorzieningen en waterhuishoudkundige werken worden opgericht. Voor wat betreft de bebouwing zijn alleen andere bouwwerken ten dienste van de bestemming toegelaten. De bouwhoogte daarvan mag niet meer bedragen dan vijf meter.
De groenstrook achter de woningen wordt ingericht als een overgangszone tussen de woonlaag en het landelijk gebied. In de groenzone langs de Ootmarsumsestraat en Frensdorferweg wordt ook een wandelpad gemaakt.
Bestemming “Verkeer” (V)
Een gedeelte van het plangebied zal bestemd worden als “Verkeer”. Hierbinnen mogen gronden gebruikt worden voor straten en paden en de daarbij behorende voorzieningen zoals, parkeergelegenheden en afvoer van water en/of voorzieningen om de afvoer van water te regelen. Gebouwen zijn niet toegestaan. Andere bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen een hoogte hebben van niet meer dan 8,50 meter. Hieronder worden niet de vergunningsvrije objecten ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer gevat.
Binnen de bestemming “Wonen” is via een bouwvlak geprojecteerd waarbinnen de hoofdgebouwen opgericht mogen worden. De woningen worden vrijstaand dan wel twee aaneen gebouwd.
Op de verbeelding is ook de maximale goot- en bouwhoogte (4 en 10 meter) voor bebouwing binnen het bouwvlak opgenomen. De regels over de situering van de hoofdgebouwen en de afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen beïnvloeden de ruimte om te bouwen. De diepte van het bouwvlak bedraagt 12 m.
Binnen de bestemming “Wonen” zijn ook aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen toegestaan. De goothoogte van een aanbouw, uitbouw, aangebouwd bijgebouw of een vrijstaand bijgebouw mag niet meer bedragen dan drie meter.
Onder wonen is de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mede begrepen. De woning moet wel in overwegende mate haar woonfunctie behouden en een ruimtelijke uitstraling of uitwerking hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie. Voor het beroep aan huis mag ten hoogste 30% van het vloeroppervlak (= woonoppervlak) van de woning worden gebruikt.
Binnen deze bestemming zijn ook afwijkingregels opgenomen voor onder meer aan/ en bijgebouwen, dakopbouw, carports etc. Het gaat hier om regels die de gemeente Dinkelland in meerdere bestemmingsplannen toepast. Zo ontstaat ten aanzien van afwijkingen voor bij/ en aanbouwen bij vergelijkbare bestemmingsplannen uniformiteit in de gehele gemeente.