Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Tilligte West
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.TILBPTILLIGTEWEST-0401

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Woonvisie 2011+

In het voorgaande is aangegeven dat binnen het plangebied ongeveer negen woningen gebouwd kunnen worden. Dit aantal past binnen de op 20 maart 2012 door de gemeenteraad vastgestelde 'Woonvisie 2011+' met betrekking tot wonen. 
Belangrijke dragers voor deze woonvisie zijn ook:
  1. de in 2010 met de provincie gemaakte prestatieafspraken, waarin wordt aangesloten bij de provinciale omgevingsvisie;
  2. het in 2011 uitgevoerde woonwensenonderzoek;
  3. de in 2011 vastgestelde beleidsvisie Woonservicegebieden. 
Het college van gedeputeerde staten van Overijssel heeft in februari 2012 haar instemming op de 'Woonvisie 2011+' gegeven.
 
In deze visie zijn diverse prestatieafspraken met de provincie Overijssel gemaakt. Omdat overeenstemming is bereikt met de woningbouw in Tilligte wordt hieronder volstaan met het benoemen van de afspraken:
 
Woningbouwprogramma
De gemeente Dinkelland richt haar beleid op een toename van de woningvoorraad voor de gehele gemeente van 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 met ca 280 woningen. Hieraan zijn door de provincie de volgende
voorwaarden verbonden:
1. De nieuwbouw is bestemd voor ingezetenen of economisch gebondenen en
2. er vertrekken meer inwoners uit de gemeente dan er zich vestigen in de gemeente.
 
In 2012 zal door de gemeente en provincie tussentijds evaluatie plaats vinden. Bij deze evaluatie zullen de dan gegeven raming van de woningbehoeftevraag en gemeentelijke woonvisie worden betrokken op basis van de actuele woningbehoefteprognoses. Als daartoe aanleiding bestaat zal neerwaarts, dan wel opwaarts tussentijds bijstelling plaatsvinden.
De gemeente Dinkelland richt zich in haar woonvisie en structuurvisie op het behoud en de ontwikkeling van een toereikend voorzieningenniveau en een passend aanbod van woonmilieus voor haar inwoners.
 
Ruimtelijke kwaliteit
Provincie en gemeente streven naar een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit. De focus wordt daarbij gelegd op:
  • cultureel erfgoed;
  • stedenbouwkundige en architectonische ontwerpen;
  • overgang stad en platteland. 
Duurzaamheid en Woonkwaliteit
De gemeente en provincie kennen een hoge prioriteit toe aan duurzaamheid en energiebesparing. Daarom wordt de volgende verbetering in de bestaande woningvoorraad afgesproken:
  • met de corporaties worden afspraken gemaakt over renovatie van de woningvoorraad en de verbetering van de energieprestatie;
  • de gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor energiebesparingsmaatregelen in de particuliere woningvoorraad middels een subsidie- en/of leningsregeling voor energiemaatregelen;
  • de instandhouding van een lokaal energieloket dat inwoners kunnen benaderen voor de advisering over energie- of duurzaamheidsmaatregelen op of aan hun huis. 
Wonen, zorg en Welzijn
De gemeente Dinkelland heeft (na overleg met de kernraden, zorgaanbieders en de betrokken woningcorporaties) een beleidsvisie op het thema wonen en zorg vastgesteld. Deze beleidsvisie is sinds 1 april 2011 beschikbaar en hieraan is een uitvoeringsplan gekoppeld.
De gemeente Dinkelland streeft er naar dat per 1 januari 2015 ten minste 50% van de huishoudens in enigerlei vorm van een woonservicegebied woont, zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Een woonservicegebied biedt algemene voorzieningen en of aanpasbare woningen of woningen die geschikt zijn voor zorgbehoevenden (bijvoorbeeld levensloopbestendige en 0-tredenwoningen).
Bestaande afspraken over de huisvesting van bijzondere doelgroepen, zoals statushouders dak- en thuislozen en woonwagenbewoners worden ongewijzigd voortgezet. Daarnaast draagt de gemeente zorg voor voldoende woningen/woonruimte voor jongeren die uitstromen uit de residentiële jeugdzorg.
 
Gemeentelijk beleid
Concentratie in verzorgingskernen
In het collegeprogramma 2010-2014 “Samen kiezen voor kwaliteit” is een aantal doelstellingen opgenomen op het gebied van wonen, zorg en leefomgeving. Belangrijk is dat de kernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo als verzorgingskern zijn aangewezen. In deze kernen willen de gemeente Dinkelland onder meer de grotere  gemeenschapsvoorzieningen en woningen voor ouderen concentreren.
 
Levensloop bestendig bouwen
Het is uit een oogpunt van duurzaamheid en vitaliteit belangrijk dat mensen ook op oudere leeftijd “gewoon” thuis kunnen blijven. Hierom is in het collegeprogramma 2010-2014 onder het programmaveld “Wonen” als doelstelling opgenomen dat er bij nieuw te bouwen woningen standaard aandacht moet worden besteed aan levensloopbestendig bouwen. In 2012 zal deze standaard zijn ingevoerd.
 
Grondbeleid
Het grondbeleid van Dinkelland dat in 2005 is vastgesteld, is destijds opgesteld op basis van economische groeiverwachtingen. Onderkend is dat een dergelijk beleid met de huidige inzichten niet houdbaar is. Op 25 januari 2011 heeft de gemeenteraad een nieuwe Nota grondbeleid vastgesteld, waarin rekening wordt gehouden met een krimpscenario op langere termijn.
 
Conform de Omgevingsvisie en de gemaakte prestatieafspraken wordt ook in de Nota grondbeleid 2011 bevestigd dat Dinkelland alleen mag bouwen voor lokale behoefte. Gekozen wordt voor afronding van reeds voorgenomen of bestaande exploitatiegebieden.
 
In 2011 is door de gemeente een woonwensenonderzoek gestart. In dit onderzoek is onder meer gevraagd naar de woonbeleving van de inwoners van Dinkelland en de behoefte naar nieuwe woningen. Uit het onderzoek is gebleken dat de inwoners van Dinkelland zeer tevreden zijn met hun woonomgeving. Verder is duidelijk geworden dat er een voorkeur bestaat naar vrijstaande en ruime koopwoningen (45%). Ook is geconstateerd dat er een toenemende krapte aan seniorenwoningen is.  
Deze concrete gegevens hebben invloed op het woningbouwprogramma. Met de verkregen gegevens zal meer toegespitst kunnen worden op de plaatselijke situatie en behoefte. Niet alleen in de grote dorpen, maar ook in de kleinere dorpen.
Voor Tilligte is de volgende uitkomst van belang: de inwoners van Tilligte hebben aangegeven vooral behoefte te hebben aan kavels in de kern zelf waarop een woning gebouwd kan worden. De twee-onder-een-kappers en vrijstaande woningen zijn favoriet.
Met de bouw van de beoogde woningen wordt voldaan aan het woningbouwprogramma en wordt tegemoet gekomen aan de wensen van de inwoners van Tilligte. Aan de hand van uitgiftebepalingen zullen in Tilligte West tot 1 januari 2015 vijf kavels worden uitgegeven. Daarna worden de overige kavels, tot 2020, uitgegeven.
  
Nieuw bestemmingsplan voor de kom Tilligte
Het vigerende bestemmingsplan voor een groot gedeelte van de bebouwde kom van Tilligte dateert uit 1980. Op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening mogen bestemmingsplannen niet ouder zijn dan 10 jaar. In dat kader is de gemeente Dinkelland bezig met de actualisatie van alle verouderde bestemmingsplannen. Het nieuwe bestemmingsplan voor de kern Tilligte bevindt zich op dit moment nog in de ontwikkelingsfase. De gerealiseerde nieuwe woongebieden en het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan zullen te zijner tijd opgenomen worden in het nieuwe bestemmingsplan voor de gehele kern.
 

3.3.2 Archeologie

De gemeente Dinkelland heeft gemeentelijk archeologiebeleid ontwikkeld dat op 27 mei 2008 is vastgesteld. In dat beleid zijn vrijstellingen opgenomen van de plicht tot het doen van een onderzoek. Deze vrijstelling zijn hierna weergegeven.
  1. vrijstelling van de onderzoeksverplichting bij bodemingrepen dieper dan 40 cm voor plangebieden met een omvang kleiner dan 2500 m2 waarbinnen gebied met een hoge archeologische verwachting valt;
  2. idem voor plangebieden met een omvang kleiner dan 5000 m2 in gebieden waarbinnen gebied met een middelmatige archeologische verwachting valt;
  3. algemene vrijstelling voor plangebieden of ingrepen met een lage archeologische verwachting;
  4. algemene vrijstelling voor delen van verwachtings- of bufferzones die als verstoord op de verwachtingskaart zijn aangegeven.
  5. aan elke vrijstelling wordt de voorwaarde verbonden dat tijdens (bouw)werkzaamheden (amateur)archeologen in de gelegenheid worden gesteld om waarnemingen te verrichten en dat gelegenheid wordt geboden om archeologisch (nood)onderzoek toe te staan.  
Op de verwachtingswaardenkaart, waarvan een fragment hierna in een afbeelding is weergeven, heeft het grootste gedeelte van de betrokken grond de aanduiding 'dekzandhoogten en –ruggen met een plaggendek'.
 
Fragment archeologische verwachtingswaarden en advieskaart gemeente Dinkelland, de zwarte cirkel duidt de ligging van het plangebied aan
 
De verwachting voor deze gebieden is hoog voor resten uit alle perioden. Archeologische resten zijn afgedekt door een plaggendek > 50 cm en zijn daardoor minder kwetsbaar voor bodemingrepen. Archeologische resten zijn hierdoor goed geconserveerd.
Het beleidsadvies voor deze gronden luidt: 'archeologisch onderzoek noodzakelijk in plangebieden groter dan 2500 m² bij bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor gebieden kleiner dan 2500 m² geldt vrijstelling voor archeologisch onderzoek.'
 
Het plangebied is groter dan 2500 m² en de bodemingrepen zullen dieper zijn dan 40 cm. Dit betekent dat archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op archeologie en het onderzoek dat verricht is.

3.3.3 Welstand

In de welstandsnota van de gemeente Dinkelland is het plangebied (in dit geval het gebied waar de woningen gebouwd zullen worden) gelegen in het gebied dat is aangeduid als ‘Individuele bouw (W2)’. De onderstaande afbeelding laat dit zien. De projectlocatie is op deze kaart globaal omcirkeld.
 
Fragment typologiekaart welstand gemeente Dinkelland
 
Gebieden met individueel ontworpen, vooral vrijstaande gebouwen, hebben een beperkte samenhangende karakteristiek tussen cultuurhistorie, stedenbouwkundig concept en architectuurstijl. Deze gebieden zijn met name ontstaan aan randen van wijken en kernen. De gebouwen zijn individueel ontworpen en de wijken en straten hebben daardoor een gevarieerd gezicht.
 
Specifiek voor het plangebied is separaat aan het bestemmingsplan een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan beoogt nadere invulling te geven aan de criteria uit de welstandsnota. Vanwege de ligging aan de dorpsrand dient aandacht besteed te worden aan de achterkanten van de kavels. Deze dienen voorzien te worden van een hoge beukenhaag, zodat geen willekeurige schuttingpartijen opduiken en er een mooie groene overgang ontstaat naar het akkerland.
In de dorpsrand zullen de woningen lage goten hebben en grote samengestelde dakvlakken. In hoeksituaties is er sprake van een dubbele oriëntatie.

3.3.4 Externe Veiligheid

In 2007 is het rapport "Externe veiligheidsbeleid, hoe veilig wil de gemeente Dinkelland zijn?" vastgesteld.
Doel van het externe veiligheidsbeleid is om een transparant toetsingskader te hebben voor het omgaan met huidige maar ook eventuele toekomstige externe veiligheidssituaties. Dit betekent dat onder meer invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichting om het groepsrisico en plaatsgebonden risico te overwegen.
 
De gemeente Dinkelland kent voor wat betreft risicobronnen:
  • Eén CPR 15-2 inrichting (opslag met meer dan 10 ton aan gevaarlijke stoffen). De opslag geeft op dit moment geen plaatsgebonden risico knelpunten of overschrijding van de oriënterende waarde. De PR-contour blijft binnen de inrichtingsgrens.
  • Elf LPG tankstations; waarvan vijf in Denekamp, één in Ootmarsum en Rossum, twee in Weerselo en drie in Deurningen. Eén LPG tankstation verdient nadere aandacht. Dit in verband met de toekomstige realisatie van een multifunctioneel centrum en de nabijgelegen voetbalvelden. Om het plaatsgebonden risico te reduceren dienen mogelijk bronmaatregelen getroffen te worden.
  • Binnen de gemeente bevindt zich een opslagbunker van de NAM voor de opslag van springstof. De bunker wordt al 3 jaar niet meer gebruikt. 
  • Twee chlooropslagen voor zwembaden en bijbehorende chloortransporten. Het zwembad in Denekamp heeft besloten om in 2007 over te stappen op een andere zuiveringsmethode dan chloor, namelijk zoutelektrolyse. Hierdoor vindt er minder chloortransport en –opslag plaats.
Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vindt plaats over de weg. Hierbij bestaan geen risicovolle aandachts- of knelpunten. Na het treffen van eventuele bronmaatregelen van een LPG-tankstation resteren geen knelpunten vanuit het plaatsgebonden risico. Wel dient aandacht aan de mogelijkheid van vestiging van objecten binnen de resterende PR 10-6 contouren besteed te worden. Hierdoor worden nieuwe saneringssituaties voorkomen. 
Binnen een woongebied wordt het algemene uitgangspunt gehanteerd dat geen nieuwe risicobronnen worden toegelaten. Andere uitgangspunten die voor woongebieden gelden zijn:
  • Kwetsbare objecten mogen (ook in nieuwe situaties) niet binnen de PR 10-6contour van een risicobron liggen (wettelijk eis). Aanvullend hierop mogen ook beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties niet binnen de PR 10-6contour van een risicobron liggen.
  • Toename van het groepsrisico door risicobronnen is niet toegestaan. 
  • Toename van groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is onder voorwaarden wel toegestaan, mits:
    • Invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico zoals opgenomen in het BEVI.
    • De oriënterende waarde voor het groepsrisico in deze situaties niet wordt overschreden (oriënterende waarde wordt als grenswaarde beschouwd). Overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt dus niet geaccepteerd.
Voor Tilligte West spelen geen risico's als hier bedoeld. Een nadere uitsplitsing in inrichtingen, buisleidingen en vervoer van gevaarlijk stoffen vindt plaats in paragraaf 4.5.
  

3.3.5 Geluid

In 2008 is de nota Geluidsbeleid vastgesteld.
Het doel van het gemeentelijk geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor de verschillende gebieden binnen de gemeente de geluidskwaliteit te verbeteren.
De gemeente Dinkelland is hiertoe opgedeeld in verschillende gebieden. In regionaal verband is gekozen voor de gebiedsindeling volgens de MILO-systematiek (Milieukwaliteit In de LeefOmgeving). De MILO-systematiek houdt bij de gebiedsindeling rekening met het functioneel ruimtegebruik van een gebied. Op basis van het functioneel gebruik van de ruimte is de gemeente onderverdeeld in een zevental gebieden:
  • natuur;
  • extensiveringsgebied;
  • buitengebied;
  • woongebied;
  • centrum;
  • gemengd gebied;
  • bedrijventerrein. 
Voor ieder gebied is het geluidsbeleid voor de thema's 'bedrijven' en 'verkeer' een passende geluidskwaliteit opgenomen. De geluidskwaliteit geeft aan wat de ambitie is voor dat gebied.
 
Het gebied waar de nieuwe woningen zijn geprojecteerd wordt aangemerkt als 'woonwijk'. Voor woongebied geldt de ambitie 'redelijk rustig' (weg- en railverkeer) en 'rustig' (bedrijven). De bovengrens voor beide thema's is 'onrustig'. Voor wegen met een verkeersfunctie (gebiedontsluitingsweg) geldt de bovengrens 'zeer onrustig'.
 
In paragraaf 4.3 wordt stilgestaan bij een verricht akoestisch onderzoek. De Ootmarsumsestraat die in de directe omgeving van de bouwlocatie ligt, kan aangemerkt worden als een gebiedsontsluitingsweg.