direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Tilligte, woningbouwlocatie 'Ten Dam'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.TILBPTENDAM-0401

4.5 Externe veiligheid

Gemeentelijk beleid
In 2007 is het rapport "Externe veiligheidsbeleid, hoe veilig wil de gemeente Dinkelland zijn?" vastgesteld. Doel van het externe veiligheidsbeleid is om een transparant toetsingskader te hebben voor het omgaan met huidige maar ook eventuele toekomstige externe veiligheidssituaties. Dit betekent dat onder meer invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichting om het groepsrisico en plaatsgebonden risico te overwegen.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vindt plaats over de weg. Hierbij bestaan geen risicovolle aandachts- of knelpunten.

Binnen een woongebied wordt het algemene uitgangspunt gehanteerd dat geen nieuwe risicobronnen worden toegelaten. Andere uitgangspunten die voor woongebieden gelden zijn:

  • Kwetsbare objecten mogen (ook in nieuwe situaties) niet binnen de PR 10-6-contour van een risicobron liggen (wettelijk eis). Aanvullend hierop mogen ook beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties niet binnen de PR 10-6-contour van een risicobron liggen.
  • Toename van het groepsrisico door risicobronnen is niet toegestaan.
  • Toename van groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is onder voorwaarden wel toegestaan, mits:
    • 1. Invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico zoals opgenomen in het BEVI.
    • 2. De oriënterende waarde voor het groepsrisico in deze situaties niet wordt overschreden (oriënterende waarde wordt als grenswaarde beschouwd). Overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt dus niet geaccepteerd.

Toets
Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water.

Inrichtingen
De risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna Bevi) regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Binnen een straal van 2,5 kilometer van het plangebied liggen volgens de Risicokaart Overijssel geen risicovolle inrichtingen.

Buisleidingen
Met ingang van 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden met uitzondering van:

  • artikel 6, vierde lid, dat met ingang van 1 juli 2013 in werking treedt.

In of bij het plangebied liggen geen buisleidingen als bedoeld in het Bevb.

Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor
Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op basis van dit beleidstuk gelden er normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Wat betreft het plaatsgebonden risico geldt ten opzichte van woningen (kwetsbare objecten) een grenswaarde van 10-6 per jaar. Het Groepsrisico is de kans per jaar per kilometer transportroute dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van de transportroute in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval op die transportroute. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten een transportroute aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen en houdt daarom rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de transportroute.

Van vervoer van gevaarlijke stoffen ter plaatse van/nabij het plangebied is geen sprake.

Aangezien met het onderhavige plan geen nieuwe risicobronnen worden gerealiseerd, het plan niet binnen de PR 10-6-contour van een risicobron ligt en er geen sprake is van toename van het groepsrisico, voldoet het plan aan het gemeentelijke en nationale externe veiligheidsbeleid. Er is sprake van een aanvaardbaar plan.