direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijke structuur
vastgesteld
NL.IMRO.1774.OOTPBCELLENKAMPST-0401

3.2 Ruimtelijke structuur

Ootmarsum is aangewezen als een beschermd stads- en dorpsgezicht. Het historische dorpshart bestaat uit het centrumgebied binnen de omwalling, het Cellenkamp, en de entree naar het dorp: de Grotestraat. Vanuit het dorpscentrum lopen enkele linten naar het buitengebied en de omliggende kernen. Deze linten maakten deel uit van de oude handelsroutes en vormden de basis voor de eerste uitbreidingen buiten de omwalling. De eerste planmatige uitbreiding van Ootmarsum vond plaats in de jaren ’30 en ‘40 aan de oostzijde van de kern. Het woongebied bestaat hier voornamelijk uit een stroken en blokverkaveling. De woningen hebben een traditionele bouwstijl van 2 lagen en een zadelkap. In de jaren ’70 en ’80 werd de kern uitgebreid met woongebieden met een individuele bouw: het gebied ten oosten van de Wildehof Vinke I, het Stobbenkamp en het Villapark.

Recentelijk is Ootmarsum uitgebreid met een woongebied ‘Vinke II’, dat ligt ten zuidoosten van kern tussen de Rossummerstraat en de Timmusweg. Het belangrijkste element van het plangebied is de nieuwe ontsluiting die dwars door dit gebied loopt (de Berend Vinckenstraat). Aan de noordzijde van de weg sluit het woongebied aan op Vinke I. Aan de noordoostzijde van de stad ligt het uitgestrekte bedrijventerrein De Mors.

Ten oosten en ten zuiden van het beschermde stads- en dorpsgezicht liggen traditionele woonge- bieden. Het plangebied valt hier ook onder. Dit woongebied aan de oostzijde van het centrum is divers. Ook hier bestaat de bebouwing uit twee-onder-een-kap en vrijstaande woningen van twee lagen en een kap. Er komen in dit gebied hoofdzakelijk zadeldaken voor die haaks of evenwijdig aan de weg liggen. De woningen zijn veelal opgebouwd uit een gele of een rode baksteen of een combinatie van beide en rode of grijze pannen. De gevels hebben over het algemeen weinig tot geen detailleringen. De gevels hebben her en der balkons, houten beschotten in de nok of het middenstuk. De woningen staan in een rechte rooilijn ten opzichte van de weg. Het wegenpatroon is zeer recht, verhoogde ronde kruispunten remmen het verkeer af. Het rechte wegenpatroon zorgde vroeger voor zichtlijnen richting het buitengebied.