Plan: | Mölnbekke, Ootmarsum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.OOTBPOUDEHENGEL-0401 |
Molenbeekdal
De herinrichting van het molenbeekdal zorgt voor een verbetering van de waterhuishouding en er wordt meer ruimte geboden aan water. Ook wordt er langs de beek geen verharding aangebracht waardoor de infiltratie optimaal is. Er is dus geen sprake van negatieve gevolgen voor de waterhuishouding in dit gebied.
Woongebied
De ontwikkelingen in het woongebied kunnen wel van invloed zijn op de waterhuishouding binnen het plangebied. Er wordt naar gestreefd om het bestaande waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed toe te passen en uit te voeren. Devri Infra, Odin, het waterschap en de gemeente Dinkelland hebben daarom overleg gevoerd over het voorliggende bestemmingsplan.
Als uitgangspunt voor het streven naar duurzame watersystemen wordt voor de inrichting van het gebied het principe gehanteerd van: vasthouden, bergen en dan pas afvoeren gehanteerd. Als tweede principe wordt het uitgangspunt van schoon houden, scheiden en zuiveren gehanteerd.
Bodem
Het woongebied betreft een hellend terrein en kent een hoogteverschil van ongeveer 4 meter. De NAP-hoogte varieert van circa 36.00 + NAP tot circa 40.00 + NAP.
De bodem bestaat voornamelijk uit zand en leem en heeft een slechte doorlatendheid. In het gebied komen hoge grondwaterstanden voor. Aan de noordzijde van het plangebied ligt de Molenbeek, deze beek vindt de oorsprong op de Kuiperberg. De oostzijde van het plangebied grenst aan de Oldenzaalsestraat, dit is ook het laagste punt van het gebied. Na de onderdoorgang van de Oldenzaalsestraat is de Molenbeek voor een klein deel in beheer bij het waterschap Regge en Dinkel. Vanaf dit punt is de Molenbeek ook vermeld op de legger van het waterschap. Overigens is door het waterschap een visie opgesteld met betrekking tot de Molenbeek.
Als uitgangspunt voor het streven naar duurzame watersystemen wordt voor de inrichting van het gebied het principe gehanteerd van: vasthouden, bergen en dan pas afvoeren gehanteerd. Als tweede principe wordt het uitgangspunt van schoon houden, scheiden en zuiveren gehanteerd.
Afvalwater
In de nieuwe situatie wordt het afvalwater (dwa-afvoer) en het hemelwater (hwa-afvoer) afzonderlijk ingezameld. Het afvalwater wordt via een dwa-riolering ingezameld en afgevoerd naar de het rioolstelsel van de Oldenzaalsestraat. Via dit rioolstelsel zal het afvalwater uiteindelijk afgevoerd worden naar de RWZI, waar het afvalwater gezuiverd zal worden.
hemelwater
Het hemelwater zal zo weinig mogelijk verontreinigd worden en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Wat betreft de opvang van het hemelwater heeft infiltratie de voorkeur. Echter is dit op deze locatie moeilijk te realiseren.
Het plangebied kent een groot hoogteverschil. In overleg met het waterschap zullen in dit plangebied twee principes gehanteerd worden voor de opvang van het hemelwater van de verharde oppervlaktes. In het westelijk gedeelte, het gedeelte met de 6 vrijstaande woningen, zal het hemelwater van de woningen en van de rijbaan zoveel mogelijk bovengronds opgevangen worden en afgevoerd worden naar een “grindkoffer” welke een overloopmogelijkheid heeft naar een wadi. Deze wadi zal gesitueerd worden tussen de rijbaan en de zuidelijke oever van Molenbeek.
In het oostelijke deel van het plangebied, het gedeelte met de woningen rondom de bestaande molen, zal het hemelwater ook opgevangen worden in een “grindkoffer”. Deze “grindkoffer” zal gesitueerd worden als fundering onder het recreatieve pad langs de Molenbeek. De “grindkoffer” zal het hemelwater langzaam afgeven aan de omgeving.
Zowel de capaciteit van de wadi's als de capaciteit van de “grindkoffers” zal gedimensioneerd worden op 10 mm berging voor het bestaande verharde oppervlak. Voor het bijkomende verharde oppervlak wordt 40 mm berging gehanteerd. In verband met eventuele hevige buien, als in een korte periode veel neerslag valt, zal vanuit de wadi's een aantal overstortvoorzieningen aangebracht worden op de Molenbeek. Deze overstortvoorzieningen zullen in overleg met het waterschap gedimensioneerd worden. Het hemelwater zal op deze wijze eerst geïnfiltreerd worden in de bodem. Bij hevige regenval zal de capaciteit niet meer voldoende zijn, dan zal het overtollige hemelwater afgevoerd worden naar de Molenbeek.
Voor een uitgebreide beschrijving van het watersysteem in de nieuwe situatie wordt verwezen naar het Rioleringsplan, dat als bijlage bij deze toelichting gevoegd is.