Plan: | Mölnbekke, Ootmarsum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.OOTBPOUDEHENGEL-0401 |
De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen waarin het nationaal ruimtelijk beleid en de bijbehorende doelstellingen tot 2020 (met een doorkijk naar de periode 2020-2030) zijn opgenomen. Hoofddoel is het scheppen van ruimte voor de ruimtevragende functies met als (sub)doel de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland. Naast deregulering en decentralisatie hanteert de Nota ontwikkelingsplanologie en uitvoeringsgerichtheid. Het rijk mengt zich niet in kwesties op microniveau maar stuurt op hoofdlijnen. Het motto is, 'Decentraal wat kan, centraal wat moet'. De verantwoordelijkheid voor de inrichting van het ruimtelijk gebied wordt neergelegd bij decentrale overheden.
Geconcludeerd wordt dat in het rijksbeleid voor de gebieden buiten de ruimtelijke hoofdstructuur geen inhoudelijke uitspraken worden gedaan. Verantwoordelijkheden worden vooral bij provincies en gemeenten neergelegd. Voor het overige doet zich geen situatie voor op grond waarvan strijd met het rijksbeleid verondersteld kan worden.
Het molenbeekdal ligt voor een deel binnen de ecologische hoofdstructuur en realisatie van natuur is hier wenselijk.
Een ander hoofddoel op rijksniveau is de veiligheid (tegen water en risicovolle activiteiten). Behalve zeespiegelstijging worden ook grotere extremen in neerslag- en droogteperioden verwacht. Het wordt duidelijk dat ingrijpende aanpassingen in het watersysteem en de waterhuishouding nodig zijn in zowel laag als hoog Nederland. Bij het herstel van het molenbeekdal wordt meer ruimte aan water geboden.
Noordoost Twente behoort tot de Nationale Landschappen. Dit zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. In Nederland zijn in totaal 20 gebieden aangewezen als Nationaal Landschap.
Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van nationale landschappen moeten behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. In samenhang hiermee zal de toeristisch recreatieve betekenis moeten toenemen. Binnen nationale landschappen is daarom 'behoud door ontwikkeling' het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden versterkt. In algemene zin geldt dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt ('ja, mits'-regime).
Noordoost-Twente is aangewezen als Nationaal Landschap vanwege de zogenaamde kernkwaliteiten:
Het glooiende beeklandschap is zeer gevarieerd door een fijnmazig samenstel van beken, essen, kampen en ontginningen. Houtwallen, singels en bossen zorgen voor een kleinschalig en groen karakter, in relatie tot de open ruimte van Noord- en Oost-Nederland.
Voor het behoud van de kernkwaliteiten ontwikkelen provincie Overijssel, de betrokken gemeenten en het Waterschap Regge & Dinkel een Ontwikkelingsprogramma. Dit Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap Noordoost-Twente is op 13 december 2006 vastgesteld door Provinciale Staten.
Rondom de locatie Mölnbekke is een aantal bijzondere elementen aanwezig, namelijk een beekdal en de monumentale molen. Door de herontwikkeling van de locatie kunnen deze elementen versterkt en behouden worden. De ontwikkeling speelt zich weliswaar voor een deel op de flank van de Ageler Es af, maar de ontwikkeling zorgt er niet voor dat de huidige waarde en de karakteristiek onaanvaardbaar wordt aangetast. De woningbouwontwikkeling is opgezet met oog voor het bijzondere karakter van deze locatie. Er is gekozen voor een speelse situering van de woningen ten opzichte van de omgeving en de molen.