direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk - 1
Plan: Ootmarsum - Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.OOTBPCENTRUM-0401

Artikel 6 Maatschappelijk - 1

 

6. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen categorie 1;

met daaraan ondergeschikt:

b.    groenvoorzieningen;

c.    speelvoorzieningen;

d.    paden;

met de daarbijbehorende:

e.    parkeervoorzieningen;

f.     tuinen, erven en terreinen;

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6. 2.       Bouwregels

6. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 6.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw zullen ten minste respectievelijk ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “minimale - maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.

6. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

6. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, mits:

-       vooraf advies is ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.

 

6. 4.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van woondoeleinden;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden.

6. 5.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de ge­bruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wij­zigen in dié zin dat:

-       de bestemming “Maatschappelijk - 1” wordt gewij­zigd in de bestemming “Maatschappelijk - 2”, mits:

1.    de maatschappelijke functie wordt gevestigd in het bestaande hoofdgebouw;

2.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 7 van overeenkomstige toepassing zijn.