direct naar inhoud van Artikel 9 Waarde - Archeologie
Plan: Broekstraat 26 Mierlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1771.BP2010BROEKSTR26-VP01

Artikel 9 Waarde - Archeologie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' gelden de volgende voorwaarden:

  • a. voor het bouwen van overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, dient de aanvrager van een reguliere bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 25 m² een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld
  • b. indien uit in lid 9.2 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronddoor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden gehouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • c. het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder a, indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op de tot Waarde - Archeologie bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 meter onder het maaiveld, zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepgewortelde beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • c. het aanleggen van leidingen dieper dan 0,30 meter onder maaiveld.

9.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 9.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

9.3.3 Toelaatbaarheid
  • a. De in lid 9.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, de bescherming van archeologische waarden van de gronden;
  • b. alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.