direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Bedrijventerrein Rijssen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRB2009000-0501

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Streekplan Overijssel 2000+ (2000)

Nieuwe ontwikkelingen dienen afgestemd te worden op het provinciale Streekplan Overijssel 2000+. Voldoende beschikbaarheid van bedrijventerreinen is een basisvoorwaarde voor een goed vestigingsklimaat, aldus het Streekplan. De algemene doelstellingen van de provincie Overijssel voor wat betreft bedrijventerreinen zijn:

  • een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerrein, passend bij aard en schaal van de kern;
  • voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven;
  • verbreding van de Twentse economie;
  • het duurzaam herstructureren van bestaande bedrijventerreinen en het bevorderen van een duurzame locatiekeuze en inrichting voor nieuwe bedrijventerreinen;
  • afstemmen van het bereikbaarheidsprofiel van locaties op het mobiliteitsprofiel van bedrijven.

Over de kern Rijssen wordt het volgende gemeld. De kern beschikt over een belangrijke werkgelegenheidsfunctie. De potenties van deze kern, in aanvulling op de stadsgewesten wil de provincie benutten. Voor vestiging van bedrijven van elders is in deze kern, in complementariteit op de stadsgewesten, ruimte aanwezig.

In het streekplan is echter aangegeven dat Rijssen slechts beperkt ruimte heeft voor nieuwe bedrijvigheid. De gemeente dient daarom selectief met de ruimte om te gaan. Ruimte vragende bedrijvigheid moet worden verwezen naar het dichtstbijzijnde regionale bedrijvenpark dat er op is gericht dergelijke bedrijvigheid op te vangen. Daarnaast zijn het intensiever benutten van bedrijventerreinen en de revitalisering van bestaande terreinen van belang. Bij een dergelijk beleid zal de gemeente langer in staat zijn de eigen bedrijvigheid op te vangen.

3.2.2 Waterhuishoudingsplan 2000+ (2000)

In het “Waterhuishoudingsplan 2000+” wordt gesteld dat één van de uitgangspunten bij de opzet van ruimtelijke plannen het ordenend principe van water is. De volgende algemene uitgangspunten zijn hierbij van belang:

  • regenwater niet meer afvoeren via het gemengde rioolstelsel en zuiveren, maar bijvoorbeeld infiltreren in de bodem of via een bodempassage afvoeren naar bestaande of daarvoor aan te leggen bergingsvijvers;
  • het vertragen van de afvoer;
  • het zo min mogelijk beïnvloeden van de grondwaterstand;
  • uitspoeling van schadelijke stoffen naar het water voorkomen.

Gesteld wordt, dat afkoppelen van schoon water standaard is voor nieuwbouw, tenzij zwaarwegende waterhuishoudkundige belangen zich daartegen verzeten. Voor bestaande bebouwing geldt dat afkoppelen van schone dak- en terreinoppervlakken moet worden bevorderd, tenzij zwaarwegende waterhuishoudkundige belangen zich daartegen verzetten.

3.2.3 Milieubeleidsplan (2000)

In het Milieubeleidsplan stelt de provincie Overijssel de volgende opgaven voor de komende periode:

  • de economische groei ontkoppelen van een verdere toename van de milieubelasting;
  • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving;
  • de bescherming van de kwetsbare gebieden, zoals natuur en landschap en de grondwaterbeschermingsgebieden.

Het bestemmingsplan is één van de instrumenten om deze doelen te halen. Zo moet in het bestemmingsplan aandacht wordt besteed aan geluidsbelasting, luchtkwaliteit en externe veiligheid, ten behoeve van de kwaliteit van de omgeving.

Bij de herstructurering van bedrijventerreinen krijgt de samenstelling van de bedrijven op een terrein bijzondere aandacht. Het gaat dan bijvoorbeeld om een combinatie van bedrijven die elkaar kunnen versterken. In het bestemmingsplan dienen hiervoor randvoorwaarden te worden geschapen.