Plan: | Buitengebied Holten, speelboerderij Landuwerweg, deelplan I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401 |
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden, is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt vanaf 1 januari 2010. Ook de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) is vanaf die datum verplicht. De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 maakt het mogelijk bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid.
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en een bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Het plan kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De verbeelding en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken.
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en bevatten:
• Begrippen (artikel 1)
In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hiermee is een eenduidige interpretatie van deze begrippen vastgelegd.
• Wijze van meten (artikel2)
Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden. Op een verbeelding zijn soms bebouwingspercentages aangegeven. Als er geen percentages zijn aangegeven, mag het hele bouwvlak worden bebouwd. De aangegeven bouwhoogte wordt gemeten vanaf peil tot het hoogste punt (exclusief elementen zoals een schoorsteen, liftopbouw en dergelijke). Uitgangspunt is dat alleen gebouwd mag worden binnen de bouwgrenzen.
Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de bestemmingen die voorkomen in het plangebied. De regels zijn onderverdeeld in o.a.:
In paragraaf 7.3 wordt de bestemming toegelicht en wordt ook aangegeven waarom voor bepaalde gronden voor deze is gekozen.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied, of voor wat betreft de gebiedsaanduidingen voor zover die aanduiding aan gronden is toegekend. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit:
Anti-dubbeltelregel (artikel 5)
Deze regel bepaalt dat er niet twee keer voor eenzelfde locatie een bouwplan kan worden ingediend.
Algemene bouwregels (artikel 6)
In dit artikel staan bouwregels die voor elke bestemming gelden. Bij de regeling ten aanzien van de bebouwingsgrenzen is opgenomen dat deze niet gelden voor het bouwen binnen een bouwvlak.
Algemene gebruiksregels (artikel 7)
Hier staan voor enkele vormen van ruimtegebruik aangegeven dat verboden zijn, en voor andere vormen van gebruik dat ze juist wel zijn toegestaan.
Algemene aanduidingsregels (artikel 8)
Hierin is de bescherming van het grondwaterbeschermingsgebied geregeld.
Algemene afwijkingsregels (artikel 9)
In dit artikel worden de mogelijke afwijkingsmogelijkheden beschreven. Deze bevoegdheden gelden voor het hele plangebied.
Algemene procedureregels (artikel 10)
Hiermee wordt de procedure beschreven die geldt voor het stellen van nadere eisen.
Overige regels (artikel 10)
Hiermee wordt bepaald dat als in de planregels verwezen wordt naar wettelijke regelingen, het dan gaat om regelingen zoals die luiden ten tijde van de vaststelling van het plan. Ook wordt voor een aantal planregels bepaald dat overtreding hiervan strafbaar is.
In hoofdstuk 4 van de regels staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan. De slotregel bevat de naam van het plan.