Plan: | Buitengebied Holten, speelboerderij Landuwerweg, deelplan I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401 |
De speelboerderij is bereikbaar via de Rijssenseweg/Landuwerweg. Gelet op de functie en de verkeersintensiteit van de Rijssenseweg/Landuwerweg levert dit vanuit verkeerskundig oogpunt geen bezwaren op. Gemotoriseerd verkeer zal voor het grootste deel via de Landuwerweg/Rijssenseweg naar de provinciale weg N350 rijden. Gezien de regionale functie van de speelboerderij en de ligging van de kernen Rijssen en Holten zal het overgrote deel van het verkeer van de Rijssenseweg komen en via de rotonde ten westen van het plangebied de weg parallel aan de Rijssenseweg rijden. Van de rotonde komt het verkeer rechtstreeks op de Landuwerweg. Dit is de kortste route naar de provinciale weg, die ook in de huidige situatie voor het zwembad veel wordt gebruikt.
Ook voor verkeer dat van de A1 komt, is de route naar de speelboerderij via de Rijssenseweg het meest voor de hand liggend, aangezien op de N350 een maximumsnelheid van 80 km/uur geldt en op de Landuwerweg maar 60 km/uur. Het verkeer op de N350 blijft buiten de bebouwde kom van Holten. Bovendien is de speelboerderij georiƫnteerd op de Rijssenseweg.
De profielen zijn passend bij de verkeersfunctie.
De beoogde parkeersituatie gaat het 'wildparkeren' zoals dat in de huidige situatie voorkomt, tegen. De gemeente is voornemens om na realisatie van de parkeervoorziening bij de speelboerderij het parkeren in de bermen van de Rijssenseweg en Landuwerweg te verbieden. Hierdoor zal de overzichtelijkheid en de verkeersfunctie van de Rijssenseweg/Landuwerweg verbeteren.
De parkeervoorziening zorgt er voor dat in die situatie voldoende parkeerplaatsen voor de speelboerderij en het zwembad aanwezig zijn, en er een alternatief is voor het 'wildparkeren' zoals dat in de huidige situatie voorkomt. Het parkeerverbod wordt ingesteld ten behoeve van de (verkeers)veiligheid en de grondwaterbescherming.
Zoals uit de parkeerbehoefteberekening (zie ook paragraaf 6.2.) blijkt, wordt een parkeervoorziening van voldoende omvang gerealiseerd.