direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Holten, speelboerderij Landuwerweg, deelplan I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401

3.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijke plan betreft de Omgevingsvisie Overijssel 2009.

3.2.1 Uitgangspunten Omgevingsvisie en -verordening Overijssel 2009

De Omgevingsvisie Overijssel 2009 betreft een integrale visie die het voorheen geldende Streekplan Overijssel 2000+, het Verkeer- en vervoerplan, het Waterhuishoudingsplan en het Milieubeleidsplan samenbrengt in één document. Hiermee is de Omgevingsvisie het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De Omgevingsvisie is op 1 juli 2009 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 september 2009 in werking getreden.

Leidende thema's voor de Omgevingsvisie zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

Waterwingebieden

In de Omgevingsverordening zijn bepalingen opgenomen voor de ruimtelijke ordening ter bescherming van de waterwingebieden in Overijssel. Voor zover in dit kader van belang is in artikel 2.13.3 bepaald dat bestemmingsplannen voorzien in een dubbelbestemming voor grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening.

In artikel 2.13.6 is bepaald dat in afwijking van het bepaalde in artikel 2.13.3 nieuwe grotere of grootschalige risicovolle functies in grondwaterbeschermingsgebieden kunnen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits wordt voldaan aan het stap-vooruit principe.

Deze artikelen zijn van belang voor beoordeling van bestemmingsplannen.

Toeristisch beleid in Omgevingsvisie

De toerisme- en recreatiesector vormt met 33.500 arbeidsplaatsen (in 2007) een belangrijke economische factor in Overijssel. Een rijk aanbod van (dag)recreatieve voorzieningen vormt een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en bewoners.

De provincie wil een sterk aanbod voor vrijetijdsbesteding en wil toeristen blijvend aan Overijssel binden. Het doel is een vitale en zichzelf vernieuwende sector. Daarom staan innovatie en versterking van het organiserend vermogen in de toeristische sector centraal. Het provinciebestuur biedt ondernemers in de provincie de ruimte om toeristisch recreatieve voorzieningen te ontwikkelen die bijdragen aan differentiatie van het aanbod en toeristische structuurversterking. Door gebiedsgericht (nieuwe) koppelingen te leggen tussen verschillende sectoren (recreatie, landschap, water, cultuur, zorg en sport) wordt de concurrentiekracht van Overijssel als vakantie- en dagtochtbestemming versterkt.

Ter versterking van de Overijsselse toeristische merken (Kop van Overijssel, Vechtdal Overijssel, Salland, Twente en Hanzesteden langs de IJssel) worden beeldverhalen ontwikkeld met een eigen identiteit en profiel. In onze profilering richten de provincie zich op vier thema’s: wellness, natuur- en plattelandsbeleving, cultuurbeleving en proeven en ruiken.

3.2.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel 2009

De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn in de Omgevingsvisie Overijssel 2009 geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving.

Om de ambities van de provincie waar te maken, bevat de Omgevingsvisie een uitvoeringsmodel. Dit model is gebaseerd op drie niveaus, te weten:

  • 1. generieke beleidskeuzes;
  • 2. ontwikkelperspectieven;
  • 3. gebiedskenmerken.

Aan de hand van de drie genoemde niveaus kan worden bezien of een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk is en er behoefte aan is, waar het past in de ontwikkelingsvisie en hoe het uitgevoerd kan worden.

Figuur 3.1 geeft dit schematisch weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0008.png"

Figuur 3.1. Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: Provincie Overijssel)

3.2.3 Toetsing van het initiatief aan de Omgevingsvisie en -verordening Overijssel 2009

Indien het concrete initiatief wordt getoetst aan de Omgevingsvisie Overijssel en de regels voor de ruimtelijke ordening zoals opgenomen in de Omgevingsverordening Overijssel 2009 ontstaat het volgende beeld.

3.2.3.1 Generieke beleidskeuzes

Ten aanzien van de afwegingen in de eerste fase “generieke beleidskeuzes” kan het volgende worden opgemerkt.

Ter zake van de eis van zuinig ruimtegebruik wordt opgemerkt dat weliswaar sprake is van nieuwbouw. maar daartegenover staat dat een bestaand agrarisch bedrijf ter plaatse wordt beëindigd. De vrijkomende agrarische bedrijfsopstallen zullen worden gesloopt. De oppervlakte van de op te richten bebouwing ten behoeve van de speelboerderij is niet groter dan de te slopen oppervlakte van de vrijgekomen agrarische bebouwing. Aan de eis van zuinig ruimtegebruik wordt hiermee voldaan.

De locatie is niet gelegen in de EHS. Het plangebied is wel gelegen in het grondwaterbeschermingsgebied Holten. Nieuwe grotere risicovolle functies in grondwaterbeschermingsgebieden kunnen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits wordt voldaan aan het stap-vooruit principe. Ten aanzien hiervan wordt het volgende opgemerkt.

Zwaarwegend maatschappelijk belang

Algemeen.

In de eerste plaats wordt benadrukt dat met het voorliggende initiatief meerdere grote maatschappelijke belangen worden gediend, te weten:

1. Grondwaterbescherming;

2. veiligheid;

3. toeristisch-recreatieve ontwikkeling;

4. vergroting ruimtelijke kwaliteit;

5. de (doelstellingen van de) Landinrichting Rijssen.

Ad 1 Grondwaterbescherming

De bescherming van het grondwater is met het oog op de openbare drinkwatervoorziening een groot maatschappelijk belang. Uitgangspunt van beleid en regelgeving is dat het risico op verontreiniging van het grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden wordt tegengegaan dan wel wordt verkleind.

De voorgenomen ontwikkeling brengt met zich mee dat drie grote risicobronnen voor verontreiniging van het grondwater in een kwetsbaar grondwaterbeschermingsgebied kunnen worden weggenomen.

1a Uitplaatsen agrarisch bedrijf

Op de voorliggende locatie is een groot agrarisch bedrijf gelegen. De belasting vanuit het plangebied wordt grotendeels bepaald door de mate waarin nutriënten, zouten, zuren, zware metalen, ontsmettingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen, vluchtige aromaten, gehalogeneerde en overige koolwaterstoffen het grondwater kunnen bereiken. De belasting vanuit agrarische activiteiten zijn doorgaans hoog. Dit geldt temeer nu de winning Holten bijzonder kwetsbaar is voor onder meer nitraat. De realisering van de speelboerderij maakt het mogelijk het agrarische bedrijf uit het grondwaterbeschermingsgebied te plaatsen. Hierdoor vindt een aanzienlijke vermindering plaats van de risico’s.

1b Aanleg verharde parkeervoorziening zwembad Twenhaarsveld

Aan de Landuwerweg is het zwembad Twenhaarsveld gelegen. Bij dit zwembad is een groot tekort aan parkeerplaatsen. Dit leidt ertoe dat in het zomerseizoen vaak veel auto’s staan geparkeerd in de onverharde berm van de parallelweg van de Rijssenseweg en de Landuwerweg. Dit betekent een groot risico op verontreiniging van het grondwater.

Met de komst van de speelboerderij wordt ook een oplossing geboden voor de parkeerproblematiek van het zwembad. Aan de realisering van de speelboerderij is namelijk de voorwaarde verbonden dat met het aantal te realiseren parkeerplaatsen rekening wordt gehouden met het tekort aan parkeerplaatsen bij het zwembad Twenhaarsveld. Aan deze eis wordt voldaan. De nieuwe parkeervoorziening is voldoende groot om ook het tekort aan parkeerplaatsen bij het zwembad op te heffen.

Daarbij komt dat de nieuwe parkeervoorziening is verhard. Het wegwater wordt opgevangen, geborgen en en de eerste 4 millimeter (first flush) afgevoerd naar een locatie buiten het grondwaterbeschermingsgebied. Hierdoor treedt een aanzienlijke verkleining op van de risico’s van verontreiniging.

1c Afkoppeling Twenhaarsveld

Aan de Landuwerweg is naast het Twenhaarsveld gelegen. Met de komst van de speelboerderij ontstaat een situatie die het mogelijk maakt om gezamenlijke voorzieningen te treffen voor de berging en de afvoer van het regenwater naar een locatie buiten het grondwaterbeschermingsgebied. Problemen in situaties van hevige regenval en ongewenste vervuiling kunnen hiermee opgelost worden. Deze voorziening zal zonder de komst van de speelboerderij niet gerealiseerd kunnen worden.

Hiermee wordt een enorme vooruitgang geboekt in het streven de risico’s voor het grondwater te verkleinen.

Resumerend wordt ten aanzien van dit punt opgemerkt dat met het wegnemen van drie grote risicobronnen voor de kwaliteit van het grondwater een groot maatschappelijke belang is gediend.

Ad 2. Veiligheid

Zoals al vermeld, parkeren bezoekers van het zwembad Twenhaarsveld de auto’s in groten getale in de berm van de parallelweg van de Rijssenseweg en de Landuwerweg. Dit betekent in voorkomende gevallen een grote beperking van de bereikbaarheid van het zwembad en het daarnaast gelegen grootschalige recreatiebungalowpark Twenhaarsveld voor hulpverleningsvoertuigen in geval van calamiteiten. Daarnaast is hier nu een verkeersonveilige situatie.

Deze situatie vraagt al jaren om een oplossing. Vanwege het ontbreken van ruimte kon echter geen oplossing worden geboden. Door de uitplaatsing van het agrarische bedrijf en de komst van de speelboerderij kan het probleem adequaat worden opgelost.

Bij piekdagen voor het zwembad zijn de bezoekersaantallen bij het bezoek aan de speelboerderij relatief gering. Door de aanleg van een parkeervoorziening voor én de speelboerderij én het zwembad ontstaat een overzichtelijke situatie en worden de beschreven risico’s weggenomen.

Ad 3. Toeristisch-recreatieve ontwikkeling

Beleid van zowel rijk, provincie als gemeente is gericht op de ontwikkeling van de economische dragers in het buitengebied. Deze dragers staan onder druk; de landbouw is allang niet meer dé economische drager. Andere functies, waaronder het toerisme en de recreatie, verdienen nadrukkelijk aandacht.

De gemeente Rijssen-Holten trekt een groot aantal toeristen. Het gaat om 450.000 overnachtingen door 100.000 gasten op jaarbasis. De speelboerderij betekent een essentiële aanvulling op de slecht-weervoorzieningen in Rijssen-Holten. Gebleken is dat het aantal slecht-weervoorzieningen in Rijssen-Holten sterk achterblijft bij de vraag. Het beleid van de gemeente Rijssen-Holten ten aanzien van recreatie en toerisme is dan ook gericht op de uitbreiding van het aantal slecht-weervoorzieningen. Het voorliggende initiatief sluit daar, mede vanwege de centrale ligging in de gemeente en te midden van een aantal grootschalige verblijfsrecreatieve inrichtingen, naadloos op aan.

Ad 4. Vergroting ruimtelijke kwaliteit

De bebouwing van aanwezige agrarische bedrijf aan de Broensweg is centraal gelegen op een es. Door de sloop van deze bebouwing ontstaan weer mooie, oorspronkelijke zichtlijnen. Het landschap krijgt een meer open karakter.

De bouw van de speelboerderij in de oksel van de Rijssenseweg en de Landuwerweg aan de rand van de es, zorgt voor een minimale aantasting van het zicht op de es. Dit geldt temeer nu de speelboerderij op zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast. Het resultaat is een forse ruimtelijke verbetering.

Ad 5. De (doelstellingen van de) Landinrichting Rijssen

Voor een gebied dat zich uitstrekt tussen Nijverdal, Wierden, Rijssen en Holten wordt gewerkt aan een landinrichtingsproject. Dit landinrichtingsproject heeft meerdere doelstellingen. Voor wat betreft landbouw is de doelstelling het zorgen voor een duurzame, veilige en concurrerende landbouwsector. Het belangrijkste doel op het gebied van natuur is het verwerven en inrichten van gronden die liggen binnen de grenzen van de Ecologische Hoofdstructuur, een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. Voor wat betreft water is de doelstelling de waterbeheersing wordt zo goed mogelijk afgestemd op de eisen die landbouw en natuur stellen. Het tegengaan van verdroging en het verbeteren van de waterkwaliteit spelen hierbij een rol. Daarnaast richt het landinrichtingsproject Rijssen zich ook op recreatie. In dit kader zijn de doelstellingen onder meer de aanleg van recreatieve voorzieningen en de verfbetering van de verkeersveiligheid om ook de de leefbaarheid voor bewoners en gebruikers te vergroten. Bij de recreatieve voorzieningen gaat het vooral om het stimuleren van recreatief medegebruik, door onder meer wandel-, fiets- en ruiterpaden.

Onderdeel van de beoogde ontwikkling is om grond in te brengen in het landinrichtingsplan. Een deel van de gronden van de boerderij aan de Broensweg worden ingezet bij de uitvoering van het landinrichtingsplan, en wel voor de aanleg van nieuwe natuur.De initiatiefnemer brengt grond in bij de nieuwe locatie van het agrarisch bedrijf, zodat deze over voldoende gronden beschikt.

De realisatie van de speelboerderij op de gekozen locatie sluit verder naadloos aan op het landinrichtingsproject doordat ter plaatse de landschappelijke situatie verbetert, de Ecologische Hoofdstructuur niet wordt aangetast, de waterkwaliteit verbetert, agrarische belangen worden gerespecteerd en de verkeersveiligheid verbetert door het oplossen van het parkeerprobleem bij het zwembad.

Conclusies

Geconcludeerd wordt dat met de realisering van de speelboerderij meerdere zwaarwegende maatschappelijke belangen worden gediend. De som van het resultaat betekent zonder meer dat wordt voldaan aan de eis dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang.

Ontbreken redelijke alternatieven

De speelboerderij vergt een forse investering. Een goede ligging ten opzichte van de verblijfsrecreatieve voorziening en een uitstekende bereikbaarheid van bezoekers uit de regio is van groot belang voor een goed functioneren van deze voorziening en gelden dan ook als belangrijke criteria bij de locatiekeuzen. In figuur 3.2. is de ligging van de speelboerderij ten opzichte van de grotere verblijfsrecreatieve inrichtingen aangegeven. Hieruit wordt de centrale ligging van de speelboerderij duidelijk. Daarnaast zal de speelboerderij een functie vervullen voor de bevolking in de regio. In dit verband is de ligging tussen Rijssen en Holten, nabij de provinciale weg tussen deze kernen, van belang. De locatie is vanuit Holten en Rijssen uitstekende te bereiken via de Rijssenseweg. Vanaf de snelweg A1 is de locatie goed te bereiken via de Markelose- en Rijssenseweg. Het verkeer blijft buiten de bebouwde kom van Holten. Wezenlijke aanpassing van de infrastructuur is daarmee niet nodig. Het plangebied sluit ruimtelijk aan op de provinciale weg/Rijssenseweg. Hierdoor zijn er redelijkerwijs geen andere alternatieven.

Aanvankelijk is een groter gebied in ogenschouw genomen. Gebleken is dat grote delen van het buitengebied van Rijssen-Holten wordt gerekend tot de Ecologische Hoofdstructuur. Een voorziening als de speelboerderij past niet binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Een groot deel van de resterende gronden zijn betrokken in de Landinrichting Rijssen. Uitgangspunt voor dit landinrichtingsproject is ruimte te bieden voor de diverse functies binnen het projectgebied , met een nadruk op de landbouw. Ook in verband hiermee zijn er geen alternatieve locaties. Rekening houdend met deze beperkingen is redelijkerwijs geen betere locatie te vinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0009.png"

Figuur 3.2. Ligging speelboerderij t.o.v. verblijfsrecreatieve inrichtingen (bron: Google)

Het project heeft zoals genoemd een relatie met het zwembad Twenhaarsveld voor wat betreft parkeren en hemelwaterafvoer. Dit brengt met zich mee dat een redelijk alternatief ontbreekt. De combinatie vormt een meerwaarde voor het plan. Een win-win-win-situatie is op deze wijze mogelijk. De relatie met het zwembad en het recreatiebungalowpark vraagt om realisatie in de directe omgeving van dit zwembad en het recreatiebungalowpark. Hiervoor is maar 1 locatie geschikt, en dat is het plangebied.

Het stap-vooruit principe

Zoals bij de verantwoording van het zwaarwegend maatschappelijk belang is aangegeven, zorgt de ontwikkeling voor het wegnemen van drie risicobronnen voor verontreiniging van het grondwater.

In overeenstemming met het bepaalde in de Omgevingsverordening is door Ingenieursbureau Oranjewoud een zogenaamd 'stap-vooruit-onderzoek' uitgevoerd. In paragraaf 5.3 wordt daarop uitgebreid teruggekomen. Op deze plaats wordt volstaan met de conclusie dat de ontwikkeling van de speelboerderij zorgt voor een verbetering van de bescherming van de kwaliteit van het grondwater. Er is sprake van een stap-vooruit.

Voldaan wordt aan de regels voor ruimtelijke ordening zoals opgenomen in de Omgevingsverordening. Daarnaast zijn voor grondwaterbeschermingsgebieden nog regels die betrekkingen hebben op inrichtingen. Hiervan zal ontheffing worden aangevraagd bij de provincie. Gelet op hetgeen hiervoor is vermeld, is de verwachting dat deze ontheffing zal worden verleend.

Voor het overige zijn in de fase van de generieke beleidskeuzes geen aspecten van belang die een nadere afweging vragen of belemmeringen met zich mee kunnen brengen.

3.2.3.2 Ontwikkelingsperspectieven

De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving. Met de ontwikkelingsperspectieven wordt de ruimtelijke ontwikkelingsvisie van de provincie Overijssel vorm gegeven. Hiervoor gelden de gebiedskenmerken als onderligger.

Het ontwikkelingsperspectief geeft een hoofdkoers op provinciaal niveau. Dit vraagt maatwerk op lokaal niveau. De begrenzing van de gebieden moet worden gezien als signaleringsgrens. Bij doorvertaling naar gemeentelijk niveau betekent dit dat er nog variaties en detailleringen kunnen voorkomen.

In dit geval zijn vooral de ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving van belang. In de groene ruimte gaat het - kort door de bocht - om het behoud en de versterking van het landschap en het realiseren van de groen-blauwe hoofdstructuur alsmede om de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en andere economische dragers.

In figuur 3.3 is een uitsnede van de perspectievenkaart behorende bij de Omgevingsvisie opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0010.png"

Figuur 3.3 Uittreksel Perspectievenkaart Omgevingsvisie Overijssel 2009

Het plangebied is gelegen in het ontwikkelingsperspectief 'Buitengebied- accent veelzijdige gebruiksruimte (mixlandschap)'.

Gebieden met dit ontwikkelperspectief zijn bedoeld voor gespecialiseerde landbouw, mengvormen van landbouw-recreatie-zorg, landbouw-natuur en landbouwwater, bijzondere woon-, werk- en recreatiemilieus, die de karakteristieke gevarieerde opbouw van het cultuurlandschappen in deze gebieden versterken. Naast de bescherming van kwaliteiten wil de provincie vooral ontwikkeling en dynamiek benutten voor duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

Het ontwikkelingsperspectief 'Buitengebied accent veelzijdige buitenruimte (mixlandschap)' verzet zich niet tegen de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. De speelboerderij zal landschappelijk worden ingepast in het landschap waarbij rekening wordt gehouden met de voor het gebied kenmerkende landschapsstructuren en landschapskwaliteiten.

3.2.3.3 Gebiedskenmerken

Op basis van gebiedskenmerken in vier lagen (natuurlijke laag, laag van het agrarisch-cultuurlandschap, stedelijke laag en lust- en leisurelaag) gelden specifieke kwaliteitsvoorwaarden en –opgaven voor ruimtelijke ontwikkelingen.

1. De natuurlijke laag.

Overijssel bestaat uit een rijk en gevarieerd spectrum aan natuurlijke landschappen. Deze vormen de basis voor het gehele grondgebied van Overijssel. Het beter afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen op de natuurlijke laag kan ervoor zorgen dat de natuurlijke kwaliteiten van de provincie weer mede beeldbepalend worden. Ook in steden en dorpen bij voorbeeld in nieuwe waterrijke woonmilieus en nieuwe natuur in stad en dorp.

Het plangebied is op de gebiedskenmerkenkaart 'de natuurlijke laag' aangeduid met het gebiedstype 'dekzandvlakte en ruggen'. In figuur 3.4 is dat aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0011.png"

Figuur 3.4 De natuurlijke laag: 'dekzandvlakte en ruggen'

De dekzandgronden beslaan een groot gedeelte van de oppervlakte van de provincie. Na de ijstijden bleef in grote delen een reliëfrijk – door de wind gevormd – zandlandschap achter, dat gekenmerkt wordt door relatief grote verschillen tussen hoog/droog en laag/ nat gebied. Soms vlak bij elkaar, soms verder van elkaar verwijderd

Ambitie

De ambitie is de natuurlijke verschillen tussen hoog en laag en tussen droog en nat functioneel meer sturend en beleefbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door een meer natuurlijk watersysteem, door beplanting met 'natuurlijke' soorten en door de (strekkings)richting van het landschap te benutten in gebiedsontwerpen.

Richting

Als ontwikkelingen plaatsvinden, dragen deze bij aan het beter zichtbaar en beleefbaar maken van de hoogteverschillen en het watersysteem. Beide zijn tevens uitgangspunt bij (her)inrichting. Bij ontwikkelingen is de (strekkings)richting van het landschap, gevormd door de afwisseling van beekdalen en ruggen, het uitgangspunt.

Toetsing van het initiatief

Voor de landschappelijke inpassing van de speelboerderij is een erfinrichtingsplan opgesteld. Met dit plan wordt ingespeeld op de vereiste om de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse te behouden en waar mogelijk te versterken. Kortheidshalve wordt verwezen naar hoofdstuk 6.

2. De laag van het agrarische cultuurlandschap

In het agrarisch cultuurlandschap gaat het er altijd om dat de mens inspeelt op de natuurlijke omstandigheden en die ten nutte maakt. Hierbij hebben nooit ideeën over schoonheid een rol gespeeld. Wel zijn we ze in de loop van de tijd gaan waarderen om hun ruimtelijke kwaliteiten. Vooral herkenbaarheid, contrast en afwisseling worden gewaardeerd. De ambitie is gericht op het voortbouwen aan de kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen door óf versterking óf behoud óf ontwikkeling of een combinatie hiervan.

De locatie is op de gebiedskenmerkenkaart 'de laag van het agrarisch-cultuurlandschap' aangeduid in het gebiedstype 'Essenlandschap'. In figuur 3.5 is dat aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0012.png"

Figuur 3.5 De laag van het agrarisch-cultuurlandschap: (Bron: Provincie Overijssel)

Kenmerken

Het essenlandschap bestaat uit een samenhangend systeem van essen, flanken, lager gelegen maten en fliergronden, – voormalige – heidevelden en kenmerkende bebouwing rond de es (esdorpen en verspreide erven).

Het landschap is geordend vanuit de erven en de essen, de eeuwenoude akkercomplexen die op de hogere dekzandkoppen en flanken van stuwwallen werden aangelegd. Eeuwenlange bemesting ­ met heideplaggen en stal mest ­ heeft geleidt tot een karakteristiek reliëf met soms hoge steilranden.

Onder en in de es heeft zich op deze wijze een waardevol archeologisch archief opgebouwd. De dorpen en erven lagen op de flanken van de es, op overgang naar het lager gelegen maten­ en flierenlanden. Zo lagen ze droog en werden tegelijkertijd de werklijnen zo kort mogelijk gehouden.

De zandpaden volgen steeds de lange 'luie' lijnen van het landschap, Zo ontstond vanuit de dorpen een organische spinragstructuur naar de omliggende gronden en de dorpen in de omgeving. Het landschapsbeeld is afwisselend en contrastrijk, volgend aan de organische patronen van het natuurlijke landschap. Typerend zijn de losse hoeven rond de es en de esdorpen met hun karakteristieke boerderijen en herkenbaar dorpssilhouet met vaak de kerktoren als markant element.

Ontwikkelingen

Herkenbaarheid van de essen, flanken, maten en flieren en heidegebieden is sterk afgenomen. Samenhang essen­ landschap – bijvoorbeeld de relatie bebouwing/ erf/omliggend land – verdwijnt. Open karakter van de essen wordt bedreigd door toename bebouwing en grondgebruik bij voorbeeld boomteelt.

Schaalvergroting, mechanisatie en kunstmest in de landbouw hebben geleid tot het in onbruik raken van de kenmerkende mineralenstromen in dit landbouwsysteem, vermindering van de contrasten en verlies aan oorspronkelijke functionaliteiten. Burgererven hebben het karakter van het landelijk gebied verandert richting een mix van wonen en werken. Nieuwbouw ontneemt soms het zicht op de es of, vanaf de es op het dorp.

Ambitie  

De ambitie is het behouden van de es als ruimtelijke eenheid en het versterken van de contrasten tussen de verschillende landschapsonderdelen: grote open maat van de essen, het mozaïek van de flank van de es, de open beekdalen en vroegere heidevelden. De samenhang hiertussen krijgt opnieuw vorm en inhoud door accentuering van de verschillende onderdelen en overgangen. De flank van de biedt eventueel ruimte voor ontwikkelingen, mits de karakteristieke structuur van erven, beplantingen, routes en open ruimtes wordt versterkt.

Norm  

• De essen krijgen een beschermende bestemmingsregeling, gericht op instandhouding van de karakteristieke openheid, de huidige bodemkwaliteit en het huidige reliëf.

• Op de flanken krijgen de kleinschalige landschapselementen, zoals houtwallen, bosjes, zandpaden, karakteristieke erven en beeldbepalende open ruimte daartussen, een beschermende bestemmingsregeling, gericht op instandhouding van dit kleinschalige patroon.

Richting  

• Als ontwikkelingen plaats vinden in het essenlandschap, dan krijgen deze in de flanken een plaats, met respect voor en bijdragend aan de aanwezige bebouwingsstructuren (lint, erf) en versterking van het landschappelijk raamwerk.

Toetsing van het initiatief

Met de speelboerderij wordt aangesloten bij de aanwezigheid van meerdere recreatieve voorzieningen in de directe omgeving. Door de projectering van de speelboerderij tegen een bosrand wordt de openheid van het gebied zo beperkt mogelijk aangetast. Daarbij komt dat de sanering van de vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing leidt tot een grote bijdrage aan de openheid in dit landschap.

Voor het project is een erfinrichtingsplan opgesteld waarin wordt aangesloten op het kleinschalige landschap. Kortheidshalve wordt verwezen naar hoofdstuk 6.

3. en 4. De stedelijke laag en de 'lust- en leisurelaag'

De locatie heeft op de gebiedskenmerkenkaarten 'de stedelijke laag' en de 'lust- en leisurelaag' geen bijzondere eigenschappen. Deze gebiedskenmerken kunnen dan ook buiten beschouwing worden gelaten

3.2.3.4 Conclusie toetsing Omgevingsvisie en -verordening

In de Omgevingsvisie ligt de locatie in het ontwikkelingsperspectief Buitengebied, accent veelzijdige gebruiksruimte. In deze zone zijn mogelijkheden voor nieuwvestiging en uitbreiding van toeristisch-recreatieve bedrijven. De provincie wil een sterk aanbod voor vrijetijdsbesteding en wil toeristen blijvend aan Overijssel binden. De beoogde ontwikkeling past dus prima binnen het beleidskader.

Geconcludeerd kan worden dat de in dit voorliggende bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het in de Omgevingsvisie Overijssel 2009 verwoorde en in de Omgevingsverordening verankerde provinciaal ruimtelijk beleid.

3.2.4 Provinciaal beleid recreatie en toerisme

Het provinciaal beleid ten aanzien van recreatie en toerisme is vastgelegd in het Meerjaren Economisch uitvoeringsprogramma 2008 – 2011.

  • A. De provincie beschouwt het versterken van de beleving van natuur en landschap waarbij met name wordt ingezet op het stimuleren van plattelandstoerisme, als een belangrijk speerpunt. Dit is mede ingegeven door de steeds meer individuele en op rust georiënteerde wensen van een groeiende groep vakantiegangers.
  • B. Recreatie en toerisme wordt een steeds belangrijker economische pijler in het landelijk gebied. De provincie vindt het dan ook belangrijk om verblijfs- en dagrecreatiebedrijven te versterken, onder meer door (ruimtelijke) knelpunten op te lossen en de kwaliteit van de verblijfsrecreatie te verbijzonderen en te verhogen. De provincie zet in op de versterking van de recreatieve samenhang tussen steden en de omliggende groene ruimte. De provincie steunt dan ook productontwikkeling en promotie die gericht is op de wisselwerking tussen het stedelijke en het landelijke toeristische product.
  • C. Het hoofddoel van het provinciale toeristische beleid is:

“Het waarborgen van een voor toeristen en recreanten onweerstaanbaar Overijssel met een gezonde sector en een flinke groei van de werkgelegenheid” .

Het toeristisch beleid is tot nu toe gericht geweest op het versterken van de basiskwaliteiten als de infrastructuur, de kwaliteit van verblijfsaccommodaties en op ondersteuning van de promotie en marketing. Dit alles met als doel een toename van de werkgelegenheid in de toeristische sector te bevorderen.

In de strijd om de toerist aan Overijssel te binden zal de provincie zich op de onderstaande speerpunten richten:

  • waarborgen en versterken basiskwaliteiten;
  • stimuleren kennis en innovatie;
  • effectieve promotie en marketing van vijf beeldverhalen van de subregio’s.

De in dit plan opgenomen ruimtelijke ontwikkeling sluit daar prima op aan.

3.2.5 Reconstructieplan Salland Twente

Hoofddoelen van de Reconstructiewet concentratiegebieden, die op 1 april 2002 in werking is getreden, zijn:

  • de bevordering van een goede ruimtelijke structuur van het concentratiegebied, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie en toerisme, water, milieu en infrastructuur;
  • de verbetering van het woon-, werk- en leefklimaat;
  • de verbetering van de economische structuur.

Eerste stap in de reconstructie van de concentratiegebieden was het opstellen van een reconstructieplan. Met het reconstructieplan "Salland-Twente", dat sinds 4 november 2004 formeel van kracht is geworden, wil de provincie Overijssel ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden scheppen voor de landbouw, en tegelijk veel problemen op het gebied van milieu, natuur, landschap, water en leefbaarheid aanpakken.

Via het reconstructieplan is het reconstructiegebied voor het onderdeel intensieve veehouderij ingedeeld in drie zones: landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebied en extensiveringsgebied.

Het plangebied ligt in het verwevingsgebied. In figuur 3.6 is een uitsnede uit de reconstructiekaart opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0013.png"

Figuur 3.6 Uitsnede plankaart Reconstructieplan Salland-Twente

De hoofdlijn van beleid in verwevingsgebieden is:

  • het mogelijk maken en handhaven van veel functies naast elkaar en in combinatie met elkaar;
  • ruimte bieden aan meerdere functies (wonen, recreatie, economie, natuur, landschap);
  • de landbouw, waaronder de intensieve veehouderij, ruimte bieden;
  • extra kansen bieden door de ontwikkeling van sterlocaties voor de intensieve veehouderij.

Geconcludeerd kan worden dat de in dit voorliggende bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het Reconstructieplan Salland Twente.