direct naar inhoud van Artikel 8 Bedrijf - Nutsbedrijf
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401

Artikel 8 Bedrijf - Nutsbedrijf

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Nutsbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten ten behoeve van het openbaar nut;
  • b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • c. een antennemast, uitsluitend ter plaatse van de bouwaanduiding antennemast;
  • d. ter plaatse van Beusebergerweg 53 in Holten, een rioolwaterzuivering;
  • e. ter plaatse van Geskesdijk 1 in Holten, een waterwinlocatie;
  • f. ter plaatse van Beerdijk 2 in Holten, een waterwinlocatie;

met daarbij behorende:

  • g. gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • h. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • i. erven;
  • j. terreinen.

met daarbij behorende gebouwen - geen bedrijfswoningen zijnde - bouwwerken, geen gebouw zijnde en terreinen.

8.2 Bouwregels

Op de tot Bedrijf - Nutsbedrijf bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

8.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

a. de bebouwingsoppervlakte van de waterwin locatie Geskesdijk 1 te Holten mag niet meer bedragen dan 1500 m2;

b.de bebouwingsoppervlakte voor de waterwin locatie Beerdijk 2 te Holten mag niet meer bedragen dan 1000 m2;

c. de hoogte van de gebouwen ten hoogste 10 m bedraagt.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, niet zijnde perceels- en erfafscheidingen, mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte ter plaatse van de bouwaanduiding antennemast niet meer dan 40 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van perceels- en erfafscheidingen, mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 8 m bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de milieusituatie.