direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401

Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding parkeerterrein uitsluitend voor parkeerplaatsen met landschappelijke inpassing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding bos, uitsluitend voor (hoog)opgaande afschermende beplanting, bos, waterlopen, gebruik en recreatief medegebruik ten behoeve van de kinderboerderij, en het behoud en/of herstel van landschappelijke waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding volkstuin, uitsluitend voor een volkstuin;
  • e. in aanvulling van het bepaalde onder a zijn de volgende adressen bestemd voor de volgende activiteiten:

adres   activiteit   toegestane oppervlakte (m2)  
Imhofsweg   crossterrein   0  
Meester Bosweg 5   kinderboerderij   1.500, waarvan 200 ten behoeve van dierenverblijven ter plaatse van de aanduiding bos  
Molendijk Noord 67   hondendressuurterrein   69  
Oude Markeloseweg 1   hondendressuurterrein   84  
Winkelbergweg 56   paardensportcentrum   170  

met daarbijbehorende:

  • f. gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen:
  • g. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • h. wegen;
  • i. paden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. water;
  • l. landschappelijke inpassing en groenvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • m. vrijstaande overkappingen niet zijn toegestaan, tenzij deze op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds legaal aanwezig waren of gebouwd kunnen worden middels een omgevingsvergunning.
17.2 Bouwregels

Op de tot Recreatie - Dagrecreatie bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

17.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel  41 (Bebouwingsgrenzen);
  • b. de afstand tot de perceelgrens mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de in de tabel in 17.1 onder e aangegeven oppervlakte;
  • d. voor de goot- en bouwhoogte en de dakhelling gelden de volgende maten:

maximale goothoogte   5,5  
maximale bouwhoogte   13  
minimale dakhelling   15º  

  • e. in afwijking van het bepaalde onder c en d geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceel- en erfafscheidingen geldt dat de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de volgende hoogtes:

bouwwerk   hoogte  
ballenvangers   10 m  
uitkijktoren, met dien verstande dat deze uitsluitend is toegestaan ter plaatse van het perceel Meester Bosweg 5 (kinderboerderij)   25 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat vrijstaande overkappingen niet zijn toegestaan   3 m  
17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de milieusituatie.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en bouwwerken voor:

  • a. opslag-, stort- of bergplaats, stalling en achterlating van voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
  • b. nachtverblijf in kampeermiddelen en bijbehorende bouwwerken;
  • c. permanente bewoning;
  • d. detailhandel;
  • e. seksinrichting of prostitutiebedrijf;
  • f. kampeerterrein;
  • g. boerderijkamers;
  • h. plattelandskamers.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 17.1 ten behoeve van andere activiteiten, indien die activiteiten naar de aard, omvang en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane activiteiten dan wel minder invloed op de omgeving hebben.
17.5.1 Afwegingskader

Een in 17.5 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. landschappelijke en natuurlijke waarden;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid;

en geen sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.