Plan: | Kernen Neder-Betuwe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpNBkernen-vst2 |
het bestemmingsplan 'Kernen Neder-Betuwe' met identificatienummer NL.IMRO.1740.bpNBkernen-vst2 van de gemeente Neder-Betuwe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een aan een hoofdgebouw gebouwde zelfstandige ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap en die vanuit het hoofdgebouw rechtstreeks toegankelijk is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
horecabedrijf dat tevens is gericht op de verkoop van ter plaatse bereide etenswaren voor het nuttigen elders;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
doeleinden die gericht zijn op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
gebouwen ten dienste van agrarische doeleinden, niet zijnde een dienstwoning;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige met een aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in de bodem voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
een opvangcentrum voor asielzoekers die tijdelijk in het land verblijven tot over hun asielaanvraag is beslist;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, verblijfsvoorziening in een woning en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gericht op het aanbieden van logies en ontbijt. Onder een bed & breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een woning, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de bedrijfsvoering noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (één of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap). De bouwhoogte van een bouwlaag bedraagt niet meer dan 4 m;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, waarbij wordt verstaan onder:
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteiten het verstrekken van kleinere etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
een niet-bouwvergunningplichtige ruimte, niet zijnde een gebouw (waaronder een stacaravan), in de vorm van een aanhangwagen, gefabriceerd, ingericht en bestemd voor het genieten van recreatief verblijf elders en bedoeld om achter een personenauto voortbewogen te worden;
een overdekte stallingsruimte die dient als stallingsplaats voor een motorvoertuig, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door maximaal 3 wanden van gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;
een kleine toren op de nok van een dak, uitsluitend ter decoratie van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waarbij een showroom en/of verkoopruimte ter plaatse aanwezig is; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;
het verkopen van producten, die door het toegelaten bedrijf zijn voortgebracht, geteeld of vervaardigd;
het verkopen van plaatselijk gekweekte of vervaardigde producten op een agrarisch bedrijf al dan niet in combinatie met een nevenfunctie, als ondergeschikte nevenactiviteit, aan personen die deze producten kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in auto's, boten, caravans, bouwmarkten en grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels;
dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, opticien, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-/internetdienst, makelaarskantoor, foto-atelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;
het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,80 m, ten behoeve van het agrarisch gebruik;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van (overwegend mechanische) muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
agrarische bedrijfsvoering gericht op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond, bijvoorbeeld melkveehouderijen en akkerbouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
een gebouw, dat op een bouwperceel, door zijn bestemming, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of de verhuur van een zaalruimte voor feesten en partijen;
een bedrijf, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bieden van nachtverblijf;
horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:
Met betrekking tot de gerichtheid van de horeca-activiteiten wordt het volgende onderscheid gemaakt:
a. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de winkelactiviteiten en geen druk op de omgeving veroorzaken;
b. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de reguliere horeca en druk op de omgeving kunnen veroorzaken;
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos;
één of meerdere personen die in vast verband samenleven (eventueel met (hun) kinderen) waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en van onderlinge verbondenheid;
detailhandel zonder showroom en verkoopruimte, waarvan de handel via internet en andere media loopt;
een voorziening waar jongeren bij elkaar kunnen komen of elkaar kunnen ontmoeten, al dan niet met een zitgelegenheid en beschutting tegen regen en wind;
een verblijfsruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard zonder baliefunctie;
een onzelfstandige woonruimte in een woning en/of vrijstaand bijbehoren bouwwerk, die geen eigen adres heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
bewoning van een kamer;
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 15° en ten hoogste 75°;
een agrarisch gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas en ander lichtdoorlatend materiaal;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 1 m boven de gemiddelde, bestaande hoogte van het aan het gebouw grenzende terrein;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
afdak of overkapping met een diepte van tenminste 1 m, aan of bij een gebouw, al of niet ondersteund;
voorzieningen en/of activiteiten ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs met bijbehorende sport- en gymnastieklokalen, (kinder)dagopvang, naschoolse opvang, opvoeding, bibliotheek, lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van mens en dier;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
activiteiten die in ruimtelijke en bedrijfseconomische zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale bedrijfsactiviteiten op een agrarisch bouwperceel;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
onder peil;
detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt en gerelateerd is aan de hoofdfunctie en waarbij geen specifieke inrichting voor de detailhandelsfunctie is toegestaan;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie en ondergeschikt en ondersteunend aan deze hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
een aan- of uitgebouwd bouwdeel, dat gelegen is op minimaal 2,5 m boven peil, dat geen grotere hoogte heeft dan het aangrenzende bouwdeel, dat uitsteekt ten opzichte van het eronder gelegen deel en dat geen rechtstreekse verbinding heeft met het aansluitend afgewerkte terrein;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde met één dakvlak en maximaal één gesloten wand;
gebruik van een woning, recreatiewoning of andere woonruimte door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente Neder-Betuwe;
een dak met een dakhelling van minder dan 15º;
de verkoop van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
een kleinschalige, niet-bedrijfsmatige voorziening met een dagrecreatief karakter, zoals zwembad of tennisbaan;
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden uitsluitend voor recreatieve doeleinden. Hieronder wordt tevens verstaan een chalet en een vakantiehuisje;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk – geen mestopslagplaats zijnde – voor het opslaan van agrarische producten ten behoeve van de veehouderij en/of kuilvoer;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
een detailhandelsbedrijf met een winkelvloeroppervlak van meer dan 500 m² en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levensmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door de klanten;
een gebouw met een eenvoudige constructie, uitsluitend bestemd voor recreatief nachtverblijf zonder sanitaire voorzieningen;
een bedrijf dat is gericht op het telen en voornamelijk verkopen van planten en siergewassen, alsmede het verkopen en leveren van andere goederen en materialen voor het aanleggen, onderhouden en verfraaien van tuinen;
een aan een hoofdgebouw gebouwde uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap;
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiegebied verblijft, met dien verstande dat geen sprake mag zijn van permanente bewoning;
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel(s) van een hoofdgebouw, (doorgaans) gekeerd naar de weg of het openbaar gebied;
de lijn die gelijk loopt aan voorgevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan. (Van een hoofdgebouw gelegen op de hoek van twee straten moeten beide gevels van het hoofdgebouw, gelegen aan de straatkant, gezien worden als voorgevel);
het bij de woning behorende perceelsgedeelte dat is gelegen vóór de voorgevelrooilijn(en);
de oppervlakte van een ruimte, die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het vervaardigen/ bewerken van producten;
het houden van verblijf, het huren of het gehuisvest zijn in een woning als bedoeld in 1.98;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een ruimte, in en in combinatie met een woning, waarin een al dan niet publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis wordt uitgeoefend;
een voor wonen bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
een kantoor dat op zichzelf het bedrijf vormt;
het bij de woning behorende perceelsgedeelte, dat is gelegen naast de zijgevel, tussen de voor- en achtergevelrooilijn, indien het perceelsgedeelte niet reeds is aangemerkt als voortuin;
een woning die gekoppeld is aan een zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s) met een zekere zorgbehoefte.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,5 m.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden het bepaalde in 33.6 en in aanvulling daarop de volgende regels:
Gebruik voor verwerking van agrarische producten en productiegebonden detailhandel is toegestaan, mits dit gebruik niet meer bedraagt dan 100 m2.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
parkeerterrein | tevens voor een parkeerterrein |
specifieke vorm van agrarisch - 1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een tuin, moestuin, boomgaard, akker, weide of daarmee gelijk te stellen doeleinden |
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan, voor zover het bestaande gebouwen betreft.
In afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' verblijven voor huisdieren en plantenkassen worden gebouwd, mits:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in 4.4.1 is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.1 wordt slechts verleend, indien door de uitvoering van het werk, geen bouwwerk zijnde, of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen niet blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijf van categorie 3.1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijf als genoemd in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder categorie 3.1 |
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning |
brandweerkazerne | zijn de gronden tevens bestemd voor een brandweerkazerne |
cafetaria | zijn de gronden tevens bestemd voor een cafetaria |
detailhandel | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer, en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving |
specifieke vorm van bedrijf - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor bedrijf in verhuur en verkoop van landbouwmachines |
specifieke vorm van bedrijf - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor een garagebedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor het bestaande weg- en waterbouwbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - 4 | zijn de gronden tevens bestemd voor de bestaande gemeentewerf |
specifieke vorm van bedrijf - 5 | zijn de gronden tevens bestemd voor het bestaande metaalbewerkingsbedrijf in maximaal categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 6 | zijn de gronden tevens bestemd voor het bestaande verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG |
specifieke vorm van bedrijf - 10 | zijn de gronden tevens bestemd voor een goederenwegvervoerbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - 14 | zijn de gronden tevens bestemd voor de verkoop van fietsen en fietsgerelateerde artikelen |
specifieke vorm van bedrijf - 15 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor het bestaande opslagbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - 16 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor ten hoogste één houtverwerkingsbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - 17 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor opslag en berging van goederen, alsmede voor de stalling van voertuigen ten dienste van de bestemming |
specifieke vorm van tuin - 2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een tuin |
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg | zijn de gronden tevens bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen met een LPG-installatie, met inachtneming van het bepaalde in 5.3.4 |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Onder toegestaan gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Voor buitenopslag gelden de volgende bepalingen:
Voor het verkooppunt van motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' geldt dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 sub a om bedrijven toe te staan die in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, in de kolom 'verkeer' een '2' of '3' scoren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, waarbij wordt uitgegaan van het omgevingstype 'rustige woonomgeving':
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 sub a om bedrijven toe te staan die niet zijn opgenomen in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven in een hogere categorie dan maximaal is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, waarbij wordt uitgegaan van het omgevingstype 'rustige woonomgeving':
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden in afwijking van het bepaalde in 33.6 de volgende regels:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.
Ter plaatse van de aanduiding:
café | zijn de gronden tevens bestemd voor een café, uitsluitend op de begane grond; |
specifieke vorm van horeca - categorie 2b | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in horecacategorie 2b, uitsluitend op de begane grond; |
horeca van categorie 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in horecacategorie 3, uitsluitend op de begane grond; |
horeca uitgesloten | is zelfstandige horeca niet toegestaan; |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor; |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer, en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving; |
specifieke vorm van bedrijf - 7 | zijn de gronden tevens bestemd voor een installatiebedrijf; |
specifieke vorm van bedrijf - 10 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bakkerij; |
specifieke vorm van detailhandel - 1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor detailhandel in woninginrichtingsartikelen, waaronder meubels; |
specifieke vorm van detailhandel - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel op de eerste verdieping; |
specifieke vorm van detailhandel - 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel in woninginrichtingsartikelen, waaronder meubels; |
specifieke vorm van horeca - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca op de verdieping, uitsluitend in dezelfde horecacategorie als toegestaan op de begane grond; |
specifieke vorm van tuin - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een daktuin; |
supermarkt | zijn de gronden tevens bestemd voor een supermarkt; |
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen op de begane grond; |
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Voor zover binnen het bestemmingsvlak de aanduiding 'laad- en losplaats' is opgenomen, is laden en lossen uitsluitend toegestaan ter plaatse van deze aanduiding.
Voordat het nieuw te bouwen gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' in gebruik wordt genomen dienen er voldoende parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden conform het gemeentelijk parkeerbeleid 'Nota parkeernormen'. Hierbij aanvullend geldt dat voor het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van de nieuw te bouwen supermarkt (full-service supermarkt, middelhoog en hoog segment) de norm 5,5 parkeerplaatsen per 100 m2 b.v.o. dient te worden gehanteerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om een horecabedrijf toe te staan op andere gronden dan waar dit conform het bepaalde in 7.1 sub c is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om wonen op de begane grond toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
dienstverlening | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening |
groothandel | zijn de gronden tevens bestemd voor een groothandel |
opslag | zijn de gronden tevens bestemd voor opslag |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving; |
specifieke vorm van detailhandel - 1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor detailhandel in woninginrichtingsartikelen, waaronder meubels |
specifieke vorm van detailhandel - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel op de eerste verdieping |
supermarkt | zijn de gronden tevens bestemd voor supermarkt |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Onder strijdig wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Voor zover binnen het bestemmingsvlak de aanduiding 'laad- en losplaats' is opgenomen, is laden en lossen uitsluitend toegestaan ter plaatse van deze aanduiding.
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarde:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1 om dienstverlening op de begane grond toe te staan. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving; |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarde:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke vorm van groen - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een hertenkamp |
specifieke vorm van groen - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor maximaal 6 parkeerplaatsen, met een maximum oppervlak van 95 m2 |
specifieke vorm van groen - 3 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een groene afscherming |
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 1' een dierenverblijf toegestaan, met dien verstande dat de maatvoering niet meer mag bedragen dan de bestaande maatvoering.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6 en in aanvulling daarop de volgende regel:
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bestaande parkeervoorzieningen en bestaande in- en uitritten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.3.1 om binnen deze bestemming nieuwe parkeervoorzieningen en nieuwe in- en uitritten toe te staan.
Aan deze afwijkingsbevoegdheid wordt uitsluitend toepassing gegeven, indien geen onevenredige aantasting van de groenstructuur plaatsvindt.
De voor 'Groen - Landelijk groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6, met dien verstande dat verlichtingsmasten niet zijn toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bestaande parkeervoorzieningen en bestaande in- en uitritten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.3.2 om binnen deze bestemming nieuwe parkeervoorzieningen en nieuwe in- en uitritten toe te staan. Aan deze afwijkingsbevoegdheid wordt uitsluitend toepassing gegeven, indien geen onevenredige aantasting van de groenstructuur plaatsvindt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in 11.5.1 is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.5.1 wordt slechts verleend, indien door de uitvoering van het werk, geen bouwwerk zijnde, of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen niet blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige groenstructuur.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning |
café | zijn de gronden tevens bestemd voor een café, uitsluitend op de begane grond; |
specifieke vorm van horeca - categorie 2b | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in horecacategorie 2b ,uitsluitend op de begane grond; |
horeca van categorie 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in horecacategorie 3, uitsluitend op de begane grond; |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving; |
hotel | zijn de gronden tevens bestemd voor een hotel. |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6 .
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om een horecabedrijf in horecacategorie 2b en/of horecacategorie 3 toe te staan op een andere locatie dan aangegeven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om op de verdieping horeca toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving |
specifieke vorm van kantoor - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de verdieping |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning |
begraafplaats | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een begraafplaats |
onderwijs | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een school |
religie | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor religie |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving; |
specifieke vorm van horeca - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor zelfstandige horeca in de vorm van een café en zalencentrum |
specifieke vorm van horeca - 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor zelfstandige horeca in de vorm van een café en zalencentrum |
specifieke vorm van maatschappelijk - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor intramuraal wonen |
tuin | zijn de gronden tevens bestemd voor een tuin bij een woning |
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen |
zorgwoning | zijn de gronden tevens bestemd voor zorgwoningen |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van maatschappelijke functies gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
In afwijking van het gestelde in artikel 14.2.1 onder a is ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een uitbreiding van het hoofdgebouw toegestaan, mits:
In afwijking van het bepaalde in 14.2.1 onder a geldt ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' het volgende:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.6 onder c, teneinde voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Ondersteunende horeca is toegestaan onder de volgende voorwaarde:
Zelfstandige horeca is uitsluitend toegestaan:
Op gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 11' dient ten behoeve van het gebruik van de gronden voor levensbeschouwelijke doeleinden het volgende in acht genomen te worden:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en of werkzaamheden te verrichten, te doen of te laten verrichten:
Het onder 15.4.1. vervatte verbod geldt niet voor:
De in 15.4.1. bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door bedoelde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het natuurgebied.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt in afwijking van het bepaalde in 33.6 de volgende regel:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden het bepaalde in 33.6 en in afwijking en/of in aanvulling daarop de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden in afwijking van het bepaalde in 33.6 de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
garagebox | zijn de gronden tevens bestemd voor garageboxen |
specifieke vorm van verkeer - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een volière |
Voor de bouw van garageboxen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden in afwijking van het bepaalde in 33.6 de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Onder strijdig gebruik wordt tevens begrepen het gebruiken of laten gebruiken van een garagebox en bijbehorende gronden en bouwwerken anders dan voor de stalling van (motor)voertuigen en voor berging als medegebruik.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt in aanvulling op het bepaalde in 33.6 de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding:
atelier | zijn de gronden tevens bestemd voor een atelier |
bedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijf als genoemd in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder de categorieën 1 en 2, mits de bedrijfsactiviteit in de kolom 'verkeer' een '1' scoort; |
detailhandel | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel |
geluidscherm | zijn de gronden tevens bestemd voor een geluidscherm |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren |
kamerverhuur | zijn de gronden tevens bestemd voor kamerbewoning |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving |
maatschappelijk | zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke doeleinden, alsmede de daarbij behorende ondersteunende horeca |
specifieke vorm van wonen - meubelstoffeerderij | zijn de gronden tevens bestemd voor een meubelstoffeerderij |
opslag | zijn de gronden tevens bestemd voor opslag |
parkeerterrein | zijn de gronden tevens bestemd voor parkeren |
peuterspeelzaal | zijn de gronden tevens bestemd voor een peuterspeelzaal |
specifieke vorm van bedrijf - 8 | zijn de gronden tevens bestemd voor een groothandel en detailhandel in scooters en bromfietsen, alsmede voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van scooters en bromfietsen |
specifieke vorm van bedrijf - 11 | zijn de gronden tevens bestemd voor een fruitgroothandel |
specifieke vorm van kantoor - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor, met inachtneming van het bepaalde in lid 21.3.1, sub b |
specifieke vorm van verkeer - 2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een schrikruimte ten behoeve van het naastgelegen voet-/fietspad door de afwezigheid van bebouwing en hoge beplanting |
specifieke vorm van wonen - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een publieksgerichte beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis |
specifieke vorm van wonen - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor een woon-/werkeenheid |
specifieke vorm van wonen - 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor een fotostudio |
specifieke vorm van wonen - 4 | zijn de gronden tevens bestemd voor een kapsalon |
specifieke vorm van wonen - 5 | zijn de gronden tevens bestemd voor een aan huis gebonden ambacht |
specifieke vorm van wonen - 6 | zijn de gronden tevens bestemd voor een atelier en theeschenkerij |
zorgwoning | zijn de gronden tevens bestemd voor zorgwoningen |
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bijbehorende bouwwerken' zijn niet aan te merken als erf zoals bedoeld in artikel 1 behorende bij bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Erkers mogen worden gebouwd buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' onder de volgende voorwaarden:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Ondersteunende horeca is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', onder de volgende voorwaarde:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 5' is een aan huis gebonden ambacht toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om het bouwvlak op een andere plaats op het bouwperceel te situeren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om één nieuwe woning extra op een bouwperceel toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Binnen de bestemming mogen niet meer dan 20 woningen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Erkers mogen worden gebouwd buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' onder de volgende voorwaarden:
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen of gebouwen die ten dele ondergronds worden gebouwd, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen mag niet eerder worden verleend dan nadat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 3' een aaneengesloten haag met een minimale hoogte van 2 m is aangebracht en in stand wordt gehouden.
Bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen wordt ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd en in stand gehouden.
Het gebruik van de gronden voor wonen is uitsluitend toegestaan indien de aaneengesloten haag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 3' in stand wordt gehouden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, deze bestemming te wijzigen teneinde een andere bouwwijze toe te staan dan de bestaande, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om het bouwvlak op een andere plaats op het bouwperceel te situeren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van woonwagens en bij de woonwagens behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Voor woonwagens gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in 33.6.
De voor 'Wonen - Uit te werken 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Burgemeester en Wethouders zullen het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, nader uitwerken voor de in 24.1 bedoelde gronden, waarbij de volgende bepalingen in acht dienen te worden genomen:
Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig een onherroepelijk vastgesteld uitwerkingsplan.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolpersleiding.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 om de bouw van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat.
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in deze bestemming gelegen gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 25.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 25.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast.
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven doeleinden, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
met dien verstande dat het bepaalde in a, b en c niet geldt voor zover het bouwen in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Het is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 26.5.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 26.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 26.5.1, wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 26.5.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 26.5.1 in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan zodanig te wijzigen dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven doeleinden, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
met dien verstande dat het bepaalde in a, b en c niet geldt voor zover het bouwen in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Het is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 27.5.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 27.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 27.5.1, wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 27.5.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 27.5.1 in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan zodanig te wijzigen dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven doeleinden, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
met dien verstande dat het bepaalde in a, b en c niet geldt voor zover het bouwen in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Het is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 28.5.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 28.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 28.5.1, wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 28.5.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 28.5.1 in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan zodanig te wijzigen dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische waarden.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen de in 29.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2 onder b, om de bestaande hoofdvormgeving te veranderen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een hoofdgebouw geheel of gedeeltelijk te slopen.
De in 29.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door de sloop geen blijvende en onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische structuur zal plaatsvinden en:
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in 30.1 zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en andere bouwwerken die ten dienste staan van de bestemming.
De bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
Het aanleggen en instandhouden van de waterkering geschiedt ter plaatse van het figuur 'dwarsprofiel' overeenkomstig de met het figuur 'dwarsprofiel' opgenomen dwarsprofielen, met dien verstande dat de hoogte van de waterkering in overeenstemming is met de op het dwarsprofiel aangegeven maaiveldhoogte nieuwe situatie.
De Minister kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 30.4 voor zover dit noodzakelijk blijkt te zijn voor de uitvoering van het project en mits vanuit een goede ruimtelijke ordening en de hydraulische taakstelling daartegen geen bezwaar bestaat. De Minister neemt daarbij de volgende regels in acht:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden te verrichten of te doen of laten verrichten:
Het in 30.6.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De in 30.6.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien en voor zover door de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de waterkering.
Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg en onderhoud van een watergang.
Op de gronden als bedoeld in 31.1 zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 om het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat.
Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de watergang.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ongeacht het in deze regels bepaalde ten aanzien van de situering en de maximale maten van bebouwing, geldt voor bestaande legale bebouwing dat, indien de bestaande situering en/of maten afwijken van de ingevolge deze regels toegestane situering en/of maten, de bestaande situering tevens en/of bestaande maten als maximaal toegestaan worden beschouwd.
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende regels:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwperceel | Toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken |
< 200 m2 | 60 m2 |
200 - 400 m2 | 90 m2 |
400 - 600 m2 | 100 m2 |
600 - 800 m2 | 110 m2 |
> 800 m2 | 120 m2 |
In afwijking van het bepaalde in 33.4.1 mogen carports tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:
Voor het bouwen van een zwembad gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het gebruik van een deel van een (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg is toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Het gebruik van een deel van een (bedrijfs)woning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor het gebruik van gronden binnen de bestemmingen 'Groen', 'Maatschappelijk', 'Sport' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' voor evenementen gelden de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming tegen geluid vanwege bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' zijn geluidgevoelige gebouwen en terreinen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.1.2, nadat een hogere waarde is vastgesteld als bedoeld in de Wet geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - spuitvrije zone' is het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen voor laanboomteelt of boomfruitteelt niet toegestaan.
In afwijking van het gemeentelijk parkeerbeleid bedraagt het aantal parkeerplaatsen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - parkeren 1' ten minste 69, waarvan 52 parkeerplaatsen in openbaar gebied en 17 parkeerplaatsen binnen de bestemming 'Wonen'.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg', te weten het invloedsgebied van het LPG-vulpunt, de LPG-tank of het LPG-afgiftepunt, is het bouwen van nieuwe beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten niet toegestaan.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - gasdrukmeet- en regelstation 1' mogen behoudens de bestaande (beperkt) kwetsbare objecten geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen worden gebouwd.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - gasdrukmeet- en regelstation 2' mogen behoudens de bestaande (beperkt) kwetsbare objecten geen nieuwe kwetsbare bestemmingen worden gebouwd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 1 ' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 1' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.7.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover het betreft:
Een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in 35.7.3 wordt slechts verleend, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de dijk- of waterbeheerder.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.4 om het tijdelijk gebruik van gronden voor langduriger evenementen toe te kunnen staan. Hierbij dient te worden voldaan aan het volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.2 sub a om binnen een (bedrijfs)woning en/of bijbehorende aangebouwde bouwwerken de uitoefening van een publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toe te staan. Hierbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1, 5.1, 7.1, 8.1, 9.1, 12.1, 13.1, 14.1 en 21.1 om in een (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende aangebouwde bouwwerken een bed & breakfast toe te staan. Hierbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1, 14.2.1, 17.2.1 en 19.2.1 om binnen de bestemming 'Groen', 'Maatschappelijk', 'Sport' respectievelijk 'Verkeer - Verblijfsgebied' de bouw van een bouwwerk ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats (JOP) toe te staan. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden met de bestemming 'Agrarisch', 'Bedrijf', 'Centrum', 'Detailhandel', 'Dienstverlening', 'Horeca', 'Kantoor' en/of Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de omzetting van de bedrijfswoning en de daarbij behorende gronden naar een reguliere woning.
Hierbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied' te wijzigen naar de bestemming 'Centrum'.
Hierbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 38.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 38.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 38.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 38.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 38.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 38.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kernen Neder-Betuwe.