direct naar inhoud van 5.1 Inleiding
Plan: Herveld, Hoge Veld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.124HERVhogeveld-ONHE

5.1 Inleiding

De beleidsdoelstelling is juridisch vertaald in de regels en de bijbehorende verbeelding.

Met de plansystematiek is aangesloten bij de standaardregels van de gemeente Overbetuwe, die zijn gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) en waarin ook aansluiting is gezocht bij de op 1 oktober 2010 in werking getreden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en de verbeelding (plankaart) samen. De basis voor de verbeelding is een recente kadastrale ondergrond, aangevuld met topografische gegevens. Op de verbeelding is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven. Binnen die grens is de bestemming in kleur weergegeven en is het bouwvlak aangeduid.

De regels zijn opgebouwd als volgt:

  • Hoofdstuk 1 bevat de begripsbepalingen en een bepaling over de manier waarop de in het plan genoemde maten zijn bepaald;
  • Hoofdstuk 2 bevat de regeling van de afzonderlijke bestemmingen;
  • Hoofdstuk 3 bevat een aantal algemene en aanvullende bepalingen, waaronder de antidubbeltelregel en algemene afwijkingsregels.
  • Hoofdstuk 4 tenslotte bevat het overgangsrecht en de slotregel waarin de titel van het bestemmingsplan is opgenomen.
5.1.1 Bebouwing algemeen

Er wordt in het bestemmingsplan onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor de situering en maatvoering van gebouwen is het belangrijk dat er bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot:

5.1.2 Situering gebouwen

Teneinde de situering van de woningen vast te leggen, zijn bouwvlakken opgenomen op de verbeelding. Hierbinnen mogen ook aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gesitueerd.

Voor ondergronds bouwen is er een aanvullende regeling, waarbij het uitgangspunt is dat deze mag worden gerealiseerd, waar ook bovengronds wordt gebouwd.

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt een aparte maatvoering, waarbij onderscheid is gemaakt ten aanzien van de situering van deze bouwwerken. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn in principe binnen het gehele bestemmingsvlak toegestaan.

5.1.2.1 Bouwwijze

Op de verbeelding is binnen het bouwvlak de bouwwijze aangeduid ('sba – VD' en 'sba - RY'), waarbij aansluiting is gezocht bij het stedenbouwkundig plan.

5.1.2.2 Goot- en bouwhoogte

De maximale goot- en bouwhoogte voor de woningen is aangegeven op de verbeelding door de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.