Plan: | Elst, Vierslag |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0143ELSTvierslag-VSG1 |
In het stedenbouwkundig plan voor Vierslag is uitgegaan van de bouw van maximaal 273 grondgebonden en maximaal 50 niet–grondgebonden woningen, eventueel deels te vervangen door circa 15 grondgebonden woningen. In totaal betreft het maximaal 323 woningen. Het in noord–zuid richting langgerekte plangebied sluit in het westen aan bij de woonbuurten Lingebuurt en Lanenbuurt, maar wordt daarvan gescheiden door de Ceintuurbaan.
Vierslag vormt de oostelijke afronding van de Vinexwijk. Vanwege de afstand tot het centrum van Westeraam en de nabijheid van het landschap is in dit deel van Elst gekozen voor een weinig stedelijk maar vooral rustig en groen woonmilieu. Vierslag onderscheidt zich van de naastgelegen woonbuurten: zo wordt de randzone van de Lingebuurt en de Lanenbuurt met name bepaald door eengezinsrijenwoningen terwijl de westrand van Vierslag bijna uitsluitend uit twee-onder-één-kap-woningen bestaat.
Ontsluiting
De Ceintuurbaan vormt de hoofdontsluiting van de woonbuurt. De weg onderscheidt zich duidelijk van de binnen Vierslag gelegen wegen door het ruime profiel, het doorgaande karakter en de wandvormende bebouwing (met name aan de westzijde). Vierslag wordt op een aantal punten vanaf de Ceintuurbaan ontsloten, namelijk ter hoogte van de binnen de Lingebuurt en Lanenbuurt gelegen Via Alosta, Mansio en Batavorum.
De interne ontsluitingsstructuur van Vierslag is zodanig opgezet dat in de toekomst een eventuele verdere uitbreiding in oostelijke richting mogelijk is. De wigvormige entrees vanaf de Ceintuurbaan eindigen ter hoogte van de oostrand van Vierslag en kunnen later dus eventueel worden doorgetrokken naar een eventueel nieuw oostelijk gelegen woongebied.
Alle wegen binnen Vierslag hebben uitsluitend een T–vormige kruising. Alleen bij de twee westelijke entrees is sprake van volwaardige kruisingen.
Figuur 2.1 Stedenbouwkundig plan
De twee westelijke ontsluitingspunten vanaf de Ceintuurbaan worden vormgegeven door middel van wigvormige entrees. Deze entrees dragen sterk bij aan de ruimtelijke geleding van Vierslag en zorgen dat het landschap als het ware de buurt wordt binnengehaald. Doordat de entrees doorlopen naar de oostrand van Vierslag is vanaf de entrees zicht mogelijk naar het landschap bij de A325.
Woonclusters
De verbrede wigvormige entrees en de noordelijke waterpartij verdelen Vierslag in een viertal woonclusters, namelijk Het Schiereiland en de drie buurten Vierslag noord, Vierslag midden en Vierslag zuid.
Het noordelijk cluster, dat grenst aan het water, wordt als schiereiland uitgevoerd. Hier is de bouw van circa 50 appartementen mogelijk – in plat af te dekken gebouwen met een maximale hoogte van 18 meter – eventueel (deels) te vervangen door circa 15 grondgebonden woningen. De inrichting van de waterrijke omgeving met betrekking tot oppervlaktewater, retentiebekkens en infiltratiebedden draagt bij aan een bijzonder woonmilieu.
De te onderscheiden woonclusters met grondgebonden woningen zijn blokvormig verkaveld rond een min of meer centraal binnen iedere wooncluster gelegen groene ruimte, een brinkje, waaromheen de woningen gegroepeerd zijn.
De stedenbouwkundige opzet van de drie clusters met grondgebonden woningen vormt een moderne variant van de klassieke tuinbuurt. De stedenbouwkundige ordeningsprincipes zijn voor de drie te onderscheiden clusters nagenoeg identiek gekozen. Daarbij worden rond een min of meer centraal gelegen groene ruimte, langgerekte bouwvelden met dubbele rijen woonbebouwing voorgesteld. Op architectonisch niveau zullen de clusters elk een eigen vingerafdruk toegewezen krijgen maar wel binnen één familie.
Binnen de woonclusters is gekozen voor de aanleg van relatief korte straten. Deze straten worden aan het begin en einde stedenbouwkundig geaccentueerd door middel van hoogte accenten of andere architectonische toevoegingen aan de tegenover gelegen woning in de kruisende straat. Het wegenpatroon is rechthoekig tot licht gerend. In samenhang met dit stratenpatroon zijn de rooilijnen dan ook recht of enigszins gestaffeld.
De grondgebonden woningen worden afgedekt met een kap. Het merendeel van de grondgebonden woonbebouwing bezit een goot– en bouwhoogte van ten hoogste 7,5 m respectievelijk 11,5 meter. Op een aantal specifieke plekken is gekozen voor iets hogere stedenbouwkundige accenten. Op die plekken bedragen de maximale goot– en bouwhoogte 8,5 respectievelijk 12,5 m.
Woningbouwprogramma
In het stedenbouwkundigplan wordt uitgegaan van 322 woningen waarvan: