direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen-3
Plan: Elst, Vierslag
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0143ELSTvierslag-VSG1

Artikel 7 Wonen-3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen-3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met bijbehorende erven en ontsluitingspaden;
  • b. ten minste één parkeerplaats per woning, met dien verstande dat ter plaatse van vrijstaande woningen twee parkeerplaatsen worden gerealiseerd;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen, wateraanvoer en -afvoer, sierwater, waterberging, water en oevers, taluds en groenvoorzieningen;
  • e. in samenhang met het genoemde onder a voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend gestapelde en grondgebonden woningen worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal woningen in gestapelde vorm ten hoogste het aantal aangegeven wooneenheden binnen het desbetreffende aanduidingsvlak;
  • c. het aantal hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 2 ten behoeve van gestapelde woningen en ten hoogste 15 ten behoeve van grondgebonden woningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' bedraagt de bebouwing binnen het bouwvlak ten hoogste het percentage dat is aangegeven op de verbeelding;
  • e. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten behoeve van gestapelde woningen bedraagt ten hoogste 18 m;
  • f. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen bedraagt ten hoogste 11,5 m.

7.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan bij grondgebonden woningen;
  • b. de afstand van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw dient minimaal 6 m te bedragen;
  • c. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen dienen op de perceelsgrens of op minimaal 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens te worden gebouwd;
  • d. de hoogte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 1 bouwlaag met een goot- en bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d, bedraagt de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen behorende bij een vrijstaande woning ten hoogste 6 m;
  • f. de afstand van aanbouwen en uitbouwen tot de achterste perceelsgrens dient minimaal 6 m te bedragen;
  • g. de bebouwingsdiepte van aanbouwen en uitbouwen bedraagt maximaal 4 m gerekend vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw, met inachtneming van het bepaalde onder f;
  • h. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij aangebouwde woningen mogen in totaal een maximumoppervlak van 50 m² hebben;
  • i. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij halfvrijstaande en geschakelde woningen mogen in totaal een maximumoppervlak van 75 m² hebben;
  • j. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij vrijstaande woningen mogen in totaal een maximumoppervlak van 100 m² hebben.

7.2.3 Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende maximum bouwhoogten:

  • a. van schotelantennes, gemeten vanaf de voet van de antennedrager: 3 m;
  • b. van nutsvoorzieningen: 3 m;
  • c. van erfafscheidingen voor de voorgevel van een hoofdgebouw: 1 m;
  • d. van erfafscheidingen achter de voorgevel van een hoofdgebouw: 2 m;
  • e. van tuinmeubilair: 2 m;
  • f. van speeltoestellen: 3 m;
  • g. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Aan-huis-gebonden beroepen

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 45 m² mag worden gebruikt voor aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
  • b. degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • e. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit.

7.3.2 Afhankelijke woonruimte

Het gebruik van bijgebouwen voor woonruimte is niet toegestaan.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Aan-huis-gebonden beroepen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 7.3.1 tot een maximaal vloeroppervlak van 75 m², indien en voor zover:

  • a. de beroepsuitoefening geschiedt door de bewoner;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de omgeving;
  • c. het niet betreft een zodanige verkeersaantrekkende activiteit, ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden.

7.4.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.2, en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. duidelijk is wie de zorgbehoevende(n) is of zijn;
  • c. gebruik wordt gemaakt van één in-/uitrit door zowel verzorger als zorgbehoevende(n);
  • d. de bereikbaarheid voor (aanleg van) algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten gewaarborgd blijft;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • f. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer mag bedragen dan 75 m²;
  • g. er geen zelfstandige woning ontstaat.

7.4.3 Intrekken mantelzorg

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 7.4.2 intrekken, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.