direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer - Railverkeer
Plan: Elst Centraal, Infra, P+R en Huis der Gemeente
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0129ELSTcentraal-ONH2

Artikel 7 Verkeer - Railverkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeer-, vervoer- en verblijfsvoorzieningen t.b.v. railverkeer;
  • b. (on)gelijkvloerse kruisingen, onder meer in de vorm van tunnels, met wegverkeer en overig verkeer;
  • c. verblijfsdoeleinden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. beeldende kunstwerken;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. veiligheidsvoorzieningen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

7.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:

a Tunnel

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' is een tunnel toegestaan.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming waaronder gebouwen ten behoeve van de elektrificatie, één kiosk en gebouwen ten behoeve van wachtruimten.

7.2.2 Gebouwen ten behoeve van de elektrificatie

Voor gebouwen ten behoeve van de elektrificatie (waaronder schakelstations,

onderstations en relaishuizen); gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 30 m2;
  • b. de afstand tot de meest nabijgelegen woning mag niet minder bedragen dan 50 m;
  • c. de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.
7.2.3 Kiosk

Voor een kiosk gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • b. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30 m².
7.2.4 Gebouwen ten behoeve van wachtruimten

De bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van een wachtruimte bedraagt niet meer dan 4 m.

7.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van civieltechnische kunstwerken mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • b. de bouwhoogte van masten en draagconstructies mag niet meer bedragen dan 15 m, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf;
  • c. de bouwhoogte van een liftschacht en een overkapping op het perron mag niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.