Plan: | Elst, bedrijventerrein De Aam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0022ELSTbedrijfter-VSG2 |
Het bedrijventerrein van Elst is gelegen ten zuidoosten van de woonkern in de gemeente Overbetuwe. De gemeente Overbetuwe is een gemeente die zich uitstrekt langs de zuidelijke oever van de Neder-Rijn en de noordelijke oever van de Waal. Grote steden in de nabijheid zijn Arnhem en Nijmegen. De gemeente Overbetuwe maakt deel uit van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Elst is door de enorme groei van de afgelopen decennia noch een dorp en noch een stad, het is een typische groeikern met bijbehorende problematiek en telt ongeveer 20.000 inwoners. De gehele gemeente Overbetuwe telt ongeveer 46.000 inwoners.
Elst ligt in het rivierenlandschap, een gebied dat een lange tijd een relatief geïsoleerde ligging kende door de aanwezigheid van natuurlijke barrières zoals de Neder-Rijn en de Waal. Maar Elst staat nu onder grote stedelijke druk vanuit Arnhem en Nijmegen.
Het bedrijventerrein wordt omringd door belangrijke infrastructurele en landschappelijke lijnen en ligt in de oksel van het knooppunt Ressen. Een verkeersknooppunt waar de Rijkswegen A15 en de provinciale weg N325 elkaar kruisen. Tevens ligt het plangebied nabij de kruising van verschillende spoorlijnen. De noord-zuidverbinding tussen Arnhem en Nijmegen, maar ook de oost-westverbinding tussen Arnhem en Tiel. Parallel aan de A15 loopt de Betuweroute.
Het bedrijventerrein is grotendeels ingeklemd tussen de spoorlijn Arnhem-Nijmegen en de N325. Ten westen van de spoorlijn is het Heinz-terrein gelegen, dat hierdoor ruimtelijk gescheiden wordt van de rest van het bedrijventerrein. Aan de zuidzijde is een overgangsgebied aanwezig met agrarische percelen dat wordt afgebakend door de Betuweroute en vervolgens de A15. Aan de noordzijde van het plangebied is de woonwijk Westeraam gelegen. Binnen de grenzen van het plangebied neemt de Aamse Plas een prominente rol in. Deze plas is ontstaan als gevolg van zandwinning. De bedrijfskavels zijn voor een groot deel rondom deze plas opgezet. In het noorden van het plangebied is de bebouwing ingepast in een gritstructuur en is daardoor strak van opzet.
Dit is mede als gevolg van de ligging aan het spoortracé en de Nieuwe Aamsestraat. De zuidelijk gelegen bedrijfkavels zijn ingepast in een meer organische structuur en zijn daardoor ruimer van opzet dan de noordelijk gelegen bedrijfskavels. Het zuidelijk deel van het plangebied gaat hierdoor beter op in het landschap dan de resterende bebouwde gronden.
Het bedrijventerrein is ruimtelijk gezien te onderscheiden in een noordelijk deel en een zuidelijk deel. Daarnaast is een onderscheid te herkennen als gevolg van het tijdpad waarin het bedrijventerrein tot ontwikkeling is gekomen. Hierdoor is een diversiteit in schaal, vorm en architectuur te onderscheiden. Het noordelijk deel bestaat uit meer traditioneel ogende bedrijfsbebouwing, waarin grotere bedrijven worden afgewisseld met kleinschalige bedrijvigheid. De zuidelijk gelegen gebouwen zijn als autonome objecten ingepast waarbij de bebouwing beter op elkaar is afgestemd dan in het noorden van het plangebied.
De woonbebouwing die aanwezig is in het plangebied bestaat uit bedrijfswoningen en zogenaamde burgerwoningen. De burgerwoningen zijn gelegen in clusters aan de randen van het plangebied en betreffen voor het merendeel oorspronkelijke agrarische bedrijfswoningen of woningen aan het lint. De woningen vinden vaak geen aansluiting met de omliggende bedrijfsbebouwing. De bebouwing bestaat uit vrijstaande en geschakelde woningen van één of twee bouwlagen met kap.
De hoofdontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Industrieweg Oost op de Nieuwe Aamsestraat. Daarnaast zijn in het zuidwesten en zuidoosten ontsluitingsmogelijkheden aanwezig door de aantakking van de Bemmelseweg op respectievelijk de Stationsstraat en de Kattenleger. Het vrachtverkeer kan via de Nieuwe Aamsestraat de A325 en vervolgens de A15 bereiken. Hierdoor wordt de woonkern ontzien van veel vrachtverkeer. Parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden.
In het plangebied zijn tussen de bedrijfspercelen weinig tot geen locaties gelegen waarbij sprake is van een hoogwaardige openbare ruimte. De enige als dusdanig waardevol te onderscheidden openbare ruimte is de groenstructuur rondom de Eisenhowerplas. In het zuiden van het plangebied is de bebouwing veelal omgeven door groenstroken. Dit in tegenstelling tot het noordelijk deel van het plangebied, waarbij hoofdzakelijk bebouwing en verharding het beeld bepalen.