Plan: | Oosterhout |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0018OOSToosterhout-ONHE |
Wettelijk kader
Op grond van artikel 8 vierde lid van de Woningwet en artikel 2.15 Bouwverordening dient voor elke individuele bouwlocatie aangetoond te worden dat de bodem geschikt is voor de beoogde bebouwing, alvorens een bouwvergunning verleend kan worden. De bodemkwaliteit vormt een belangrijk aspect bij bouwontwikkelingen. In het kader van het bestemmingsplan speelt de bodemkwaliteit bij ontwikkeling van ruimtelijke functies een belangrijke afweging.
Huidige situatie en onderzoek
Op grond van de bodemkwaliteitskaart en diverse verrichte onderzoeken bestaat het plangebied veelal uit schone en licht verontreinigde locaties (periode 1989 –2009).
In de kern Oosterhout is sprake van één gesaneerde locatie, te weten aan de Dorpsstraat 18 (hoek Pastoor Savenijelaan). Het betreft hier een voormalig tankstation met ernstige verontreiniging van minerale olie en vluchtige aromaten. De sanering heeft in juli 1999 plaatsgevonden. Eventuele restverontreiniging kan aanwezig zijn, waardoor aanvullende saneringsmaatregelen noodzakelijk worden geacht.
Daarnaast is op te maken dat er voor een tweetal locaties in Oosterhout sprake is van een vermoedelijke saneringslocatie. Hierbij gaat het om de Honsvoet 4 (openbare basisschool 'Sam-sam'). Voor de locatie is bij uitbreidingsplannen in 2000 en 2001 een ernstige maar niet-spoedeisende bodemverontreiniging met puin en metaalhoudend afval (circa 6 m3) aangetroffen. Deze verontreiniging zou worden gesaneerd bij het bouwrijp maken aan de hand van een door de gemeente goedgekeurd saneringsplan. Deze verontreiniging zit er naar alle waarschijnlijkheid nog, aangezien er in de gemeentelijke archieven geen saneringsplan en/of goedkeuring zijn aangetroffen. Daarnaast is de Breeacker 10 (woonhuis met tuin en weiland) als vermoedelijke saneringslocatie aangeduid. In het kader van een bestemmingsplanwijziging is in 2005 een mogelijk ernstige verontreiniging met koper geconstateerd, verder is er niets bekend van een sanering.
Doorvertaling
Op basis van de bodemkwaliteitskaart en diverse bodemonderzoeken bestaat het plangebied veelal uit schone grond. Bij een tweetal locaties is bekend dat ze verontreinigd zijn en gesaneerd dienen te worden. Onderliggend bestemmingsplan is conserverend van aard. Een bodemonderzoek wordt dan niet noodzakelijk geacht, aangezien er geen (bouw)ontwikkelingen plaatsvinden. Voor de verontreinigde locaties geldt dat sanering noodzakelijk is alvorens het project wordt gerealiseerd.