direct naar inhoud van 5.2 Geluidhinder
Plan: Drentsche Hoofdvaart
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.DRHoofdvaart-VST1

5.2 Geluidhinder

Ten aanzien van geluidhinder is de Wet geluidhinder van kracht. De Wet geluidhinder heeft als belangrijkste doel het bestrijden en voorkomen van een toename van geluidhinder. Op grond van de wet zijn verschillende vormen van geluidhinder te onderscheiden die directe raakvlakken hebben met de ruimtelijke ordening. Met betrekking tot de Drentsche Hoofdvaart dient in beginsel rekening te worden gehouden met wegverkeerslawaai en scheepvaartlawaai.

Wegverkeerslawaai

Op grond van de Wet geluidhinder hebben alle wegen een geluidzone, tenzij er sprake is van een woonerf, een 30-km/uur-gebied of een gemeentelijke geluidniveaukaart waaruit blijkt dat de geluidbelasting op 10 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook 48 dB of minder bedraagt. Ten aanzien van wegverkeerslawaai is de voorkeursgrenswaarde 48 dB.

De N371 is in het plangebied gelegen. Deze weg is door de provincie aangemerkt als gebiedsontsluitingsweg. De inrichting van gebiedsontsluitingswegen is over het algemeen zodanig dat gebieden enerzijds vlot worden ontsloten, maar op gedeelten van de weg waar de veiligheid dit vereist, worden maatregelen genomen om gebruik van deze wegen voor doorgaand verkeer onaantrekkelijk te maken. De weg kent een hoge verkeersintensiteit en een maximumsnelheden van 50, 60 en 80 km/uur. Langs de N371 ligt een parallelweg. De bestaande hoofdinfrastructuur blijft uitgangspunt voor de verkeerssituatie in het plangebied.

Scheepvaartlawaai 

De Drentsche Hoofdvaart wordt vrijwel alleen gebruikt voor recreatievaart. De hoofdvaart geeft geen vaarmogelijkheden door de hele provincie en heeft geringe verbindingsmogelijkheden. Hierdoor is geen geluidhinder van scheepvaartverkeer te verwachten.

Industrielawaai

Voor veel bedrijven wordt het aspect geluid beoordeeld in het kader van de milieuregelgeving. Afhankelijk van de aard van het bedrijf kan er een vergunningplicht van toepassing zijn. In dat geval zijn in de vergunning grenswaarden ten aanzien van geluid opgenomen. De grenswaarden zijn opgesteld ter bescherming van de leefomgeving tegen hinderlijke bedrijfssituaties en geven bedrijven een bepaalde geluidsruimte. Ten aanzien van industrielawaai is de geluidzonering van belang. In het plangebied is geen geluidzone gelegen.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan wordt bij recht per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders aangegeven. Andere nieuwe geluidgevoelige objecten worden op basis van de planregels binnen dit bestemmingsplan niet verwacht. De invloed van wegverkeerslawaai, scheepvaartlawaai en industrielawaai op nieuwe ontwikkelingen op basis van wijziging of afwijking is vrijwel nihil. Nader onderzoek is dan ook niet nodig.