Plan: | Drentsche Hoofdvaart |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1731.DRHoofdvaart-VST1 |
Gezien de in het vorige hoofdstuk beschreven huidige situatie zijn er in het lint van de Drentsche Hoofdvaart een aantal ruimtelijke patronen zichtbaar. Daar waar deze waardevol zijn, dient een beschermend beleid te worden gevolgd.
Voor het plangebied gelden doelstelling aanzien van de ruimtelijke stuctuur als geheel en ten aanzien van individuele objecten.
Algemeen geldt voor het hele lint:
Handhaving van de huidige stedenbouwkundige structuur als veenontginningsnederzetting en de daarvan deel uitmakende karakteristieke kenmerken (kleinschaligheid, verscheidenheid in hoogte en bouwvormen, aaneengesloten rooilijnen, haakse verkavelingsrichting, doorkijkjes naar landelijk gebied).
Waardevolle bomen worden binnen dit plan beschermd. Bomen met de aanduiding 'Waardevol' mogen niet zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk zijnde of werkzaamheden gekapt worden. Ook kunnen nadere eisen gesteld worden aan de plaats van nieuwe gebouwen in de buurt van een boom met de aanduiding 'Waardevol'.
Behoud van het karakter van de Drentsche Hoofdvaart. Belangrijk aspect hierbij is de handhaving van de karakteristieke en beweegbare bruggen in het kanaal. In voorliggend plan worden geen aanlegsteigers mogelijk gemaakt.
Prioriteit wordt gegeven aan behoud van de karakteristieke lintstructuur en daarnaast aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Er worden bij recht geen nieuwe woon- of bedrijfspercelen mogelijk gemaakt. Er wordt ingezet op behoud en vergroting van het wooncomfort door middel van passende mogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken, zoals aanbouwen of bijgebouwen.
Nieuwe woningen kunnen wel met een wijzigingsbevoegheid (Ruimte voor Ruimte regeling) worden geraliseeerd. De Ruimte voor Ruimte regeling maakt het mogelijk dat in ruil voor het afbreken en opruimen van vrijkomende agrarische gebouwen het recht op een woonhuis op dezelfde plaats of in een dorpsuitbreiding of bebouwingslint ontstaat. Een voorbeeld van een Ruimte voor Ruimte regeling is de planontwikkeling aan de Vaartweg 1. Hier wordt de agrarische bedrijfsbestemming beƫindigd en omgezet naar wonen.
Ten aanzien van individuele bebouwing geldt:
Deze kunnen beschermd worden middels afstemming op de Monumentenwet. Panden die al op de rijksmonumentenlijst voorkomen, hebben wettelijk al bescherming. Het bestemmingsplan kan daarbij aansluiten, bijvoorbeeld door het stellen van nadere eisen aan de plaats van activiteiten in de directe omgeving.
Naast monumenten is een aantal panden in het plangebied als karakteristiek pand aan te merken.
Dit betreft de panden die vermeld staan op de gemeentelijke rietdakenlijst. Uitgangspunt is dat de ruimtelijke waarden van de karakteristieke panden zoveel mogelijk in stand worden gehouden. In de planologische regeling betekent dit dat het slopen van deze panden niet is toegestaan, tenzij na een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.