Plan: | Drentsche Hoofdvaart |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1731.DRHoofdvaart-VST1 |
De Drentsche Hoofdvaart vormt de ruggengraat van een veenkoloniaal landschap met hieraan de plaatsen Bovensmilde, Smilde, Hijkersmilde en Hoogersmilde. De bebouwing van deze plaatsen ligt als een langgerekt lint langs de Drentsche Hoofdvaart. Deze karakteristieke lintbebouwing heeft ongeveer een lengte van 17 kilometer. Het gebied heeft een grootschalige openheid en een landbouwkarakter, waarbij het rationeel en rechthoekig verkavelings- en wijkenpatroon kenmerkend zijn.
De hoofdstructuur is te typeren als een kanaaldorp van de veenkoloniën, met meer zuidelijk tevens de kenmerken van een kanaaldorp van de ontginningskoloniën. Voor de structuur daarvan is een aantal elementen bepalen, kenmerken die ook veelal nu nog goed herkenbaar zijn.
Het wegen- en kanalenpatroon
De Drentsche Hoofdvaart is de meest oorspronkelijke ontginningsbasis met haar karakteristieke en beweegbare bruggen. Aan weerszijden van de vaart zijn rechte wegen gelegen. Het wijkenpatroon staat haaks op de Drentsche Hoofdvaart.
De bebouwing
Het oorspronkelijke bebouwingspatroon bestaat uit een vrijwel aaneengesloten patroon van vrijstaande panden ter weerszijden van het kanaal. Vanouds werd de bebouwing vooral gekenmerkt door veenontginningsboerderijen in een open patroon. De afstand tot de straat/weg is daarbij vaak klein. Later is er in een aantal gevallen een verdichting met woningen opgetreden. Van oorsprong zijn de veenarbeidershuisjes klein en hebben ze aan lage goot lijn. De bebouwing is veelal op één rooilijn gebouwd, waarbij sprake is van een variatie in hoogte, vormgeving en kleurstelling. De bebouwing kent een strakke, optrekkende verkaveling, waarbij de nokrichting haaks op de Drentsche Hoofdvaart staat.
Open ruimten
Er is een grote mate van afwisseling tussen beslotenheid in het bebouwingslint en grootschalige openheid achter het lint.
De beplanting
De aanwezige laanbeplanting accentueert het lint en de verkeers- en waterwegen in het plangebied.
Het opgaande groen draagt tevens bij aan de afwisseling van verdichte en minder verdichte gebieden.