direct naar inhoud van 4.3 Geluid
Plan: Bedrijventerreinen Smilde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.BedrterrSML-VST1

4.3 Geluid

De Wet geluidhinder geeft de normen voor industrielawaai (op een geluidsgezoneerd industrieterrein), wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Binnen de zones van industrieterreinen, wegen en spoorwegen dient bij het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen of bij het ontwikkelen van industrieterreinen, wegen en spoorwegen een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden.

Ten behoeve van het bestemmingsplan heeft Aveco de Bondt een inventarisatie verricht naar wegverkeerslawaai. De onderzoeken zijn opgenomen in bijlage 2.

4.3.1 Wegverkeerslawaai

In de Wet geluidhinder is bepaald dat bepaalde typen wegen in stedelijk en buitenstedelijk gebied een zone kennen. De breedte van de zone, aan weerszijde van de weg, is afhankelijk van het aantal rijstroken en de aard van de omgeving: stedelijk of buiten-stedelijk. Onder buitenstedelijk gebied wordt tevens het gebied binnen de bebouwde kom verstaan voor zover dit binnen de zone van een autoweg of autosnelweg ligt. Indien een bestemmingsplan wordt opgesteld en er is in het plangebied een weg aanwezig met een zone, dan kan het noodzakelijk zijn om een akoestisch onderzoek te verrichten. Het onderzoek naar de geluidsbelasting is noodzakelijk wanneer sprake is van het mogelijk maken van nieuwe geluidgevoelige functies binnen de zone.

Het actualiserende bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Smilde" is conserverend van aard en heeft niet tot doelstelling nieuwe geluidgevoelige ontwikkelingen mogelijk te maken binnen geluidzones. Wel maakt het bestemmingsplan het bij recht mogelijk om bij bedrijven bedrijfswoningen te realiseren.

Bij realisatie van nieuwe bedrijfswoningen binnen de zones van de wegen is het aannemelijk dat niet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voldaan wordt. Gelet op het karakter van de wegen in en om het plangebied zal de etmaalintensiteit dusdanig zijn dat de maximaal toelaatbare waarde (63 dB voor die wegen) niet overschreden wordt op locaties waar mogelijke nieuwe bedrijfswoningen kunnen komen. Voor de bedrijfswoningen worden hogere grenswaarden verleend.

4.3.2 Conclusie

Het bestemmingsplan is met name conserverend van aard. In de vigerende plannen is het echter wel mogelijk om bedrijfswoningen te realiseren op de bedrijventerreinen. Deze mogelijkheid blijft bestaan, waardoor dus ook nieuwe geluidgevoelige objecten (de bedrijfswoningen) kunnen worden gerealiseerd, mits dit ook voor andere milieuaspecten op grond van o.a. Wet milieubeheer inpasbaar blijkt.

De zoneringsplichtige wegen in en om het plangebied leggen geen ruimtelijke beperkingen op. Bij realisatie van nieuwe bedrijfswoningen binnen de zones van de wegen zal waarschijnlijk niet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voldaan worden. Daarom zijn voor de nieuwe bedrijfswoningen hogere grenswaarden verleend. Uit de bij het hogere waarde besluit behorende akoestisch onderzoek blijkt voor hoeveel bedrijfswoningen hogere waarden zijn verleend en voor welke wegen.