direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen - Woonwagencentrum
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 26 Wonen - Woonwagencentrum

26.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - Woonwagencentrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in maximaal 4 woonwagens;
  • b. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. verhardingen en parkeervoorzieningen;
  • e. bergingen en sanitaire ruimten.

26.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

26.2.1 Woonwagen
  • a. per standplaats mag niet meer dan 1 woonwagen worden gebouwd;
  • b. de minimale oppervlakte van een standplaats (exclusief berging en sanitaire ruimte) bedraagt 75 m²;
  • c. de bouwhoogte van de woonwagens mag niet meer bedragen dan 5,5 meter;
  • d. oppervlakte van een woonwagen per standplaats bedraagt maximaal 116 m2;
  • e. de afstand tussen twee woonwagens mag niet minder dan 5 meter bedragen.

26.2.2 Bijgebouwen
  • a. de maximale oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt van 70 m² per standplaats;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter.

26.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen.

26.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

26.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in dit artikel wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • g. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • h. bewoning als afhankelijke woonruimte.