Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Stationstraat 12 -18
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1723.BPStationstraat12-VS01

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
   a.  tuin;
   b.  de uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten door de
        hoofdbewoner(s) van het hoofdgebouw tot ten hoogste 30% van het oppervlak van   
        hoofd- en bijgebouwen tot een maximum van:
  • 45 m²;
  • in het geval het oppervlak van het bouwperceel groter is dan 750 m², maar niet groter dan 1.250 m², 60 m²;
  • in het geval het oppervlak van het bouwperceel groter is dan 1.250 m², 75 m²;

met de daarbij behorende:

    c.  in- en uitritten;
    d.  ontsluitingswegen en -paden;
    e.  waterpartijen;
    f.   terrassen; 
    g.  bouwwerken.
 

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen

  1. Op de in artikel 4 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend aanbouwen en bijgebouwen ten dienste van de bestemming 'Wonen' gebouwd worden;
  2. het maximale bebouwingspercentage, gerekend over het gehele bouwperceel, bedraagt niet meer dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)'. Indien geen aanduiding is opgenomen bedraagt het maximale bebouwingspercentage 60;
 

4.2.2 Bijgebouwen en aanbouwen

  1. Voor het bouwen van bijgebouwen en aanbouwen geldt dat deze moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 2.1, sub b:
Maatvoering
Eis
Totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen:
Bouwpercelen tot en met 300 m²
 
Bouwpercelen groter dan 300 m²
 
  • 50 m²
 
  • 50 m², vermeerderd met 10% van het aantal m² dat het perceel groter is dan 300 m² tot een maximum van 150 m²
Maximale goothoogte aanbouwen en bijgebouwen
3 meter
Maximale bouwhoogte aanbouwen en bijgebouwen
5 meter
Maximale diepte aanbouw
5 meter (gemeten vanaf de achtergevel), mits anders is aangegeven op de verbeelding.
Maximale diepte aanbouw aan de zijgevel
5 meter (gemeten vanaf de achtergevel)
Situering
Eis
Minimale afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw
2 meter
Minimale afstand van een aanbouw achter de voorgevelrooilijn
3 meter
Minimale afstand van aanbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens op hoekpercelen.
0 meter, met dien verstande dat minimaal 3 meter tot het openbaar gebied aangehouden dient te worden
 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:

 
Bouwwerken, geen gebouwen, zijnde
Maximale bouwhoogte
Terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen
2 meter
Terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vóór de voorgevelrooilijn en tot en met 3 meter achter de voorgevelrooilijn.
1 meter
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vanaf 3 meter
achter de voorgevelrooilijn
2 meter
pergola's
2,5 meter
speeltoestellen
3 meter
overige bouwwerken
1,5 meter
  

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
  a.  de bouwhoogte en/of goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen
       zijnde;
  b.  de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  c.  de aanleg en omvang van parkeergelegenheid;
 
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:

  d.  de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  e.  de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving; 
  f.  de milieukwaliteit;
  g.  de verkeersveiligheid;
  h.  de sociale veiligheid;
  i.  de brandveiligheid en rampenbestrijding, en/of;
  j.  het woon- en leefklimaat.
 

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.4.1 Strijdig gebruik van bouwwerken

Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
  1. de uitoefening van handel of dienstverlening, met uitzondering van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten als bedoeld in artikel 4 lid 1, sub b;  
  2. de uitoefening/vestiging van een seksinrichting;
  3. het wonen in bijgebouwen, tenzij er sprake is van een medische noodzaak als bedoeld in artikel 4 lid 5.1;
  4. het gebruik van aanbouwen als afhankelijke woonruimte;
  5. de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in aanbouwen en bijgebouwen.
 

4.4.2 Strijdig gebruik van gronden

Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. het opslaan, het opgeslagen houden of (laten) bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  2. het opslaan, het opgeslagen houden, (laten) storten of (laten) lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
 

4.4.3 Geen strijdig gebruik van gronden en bouwwerken

Het bepaalde in artikel 4 lid 2.2 sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
  1. tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemming;
  2. opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden en gebouwen.
 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.5.1 Mantelzorg

Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4 lid 4.1, sub c en sub d onder de voorwaarden dat:
  1. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg en hiervoor een positief advies is afgegeven door een door bevoegd gezag aangewezen onafhankelijke instantie;
  2. het gebruik van aanbouwen als zelfstandige woonruimte uitsluitend is toegestaan indienvaststaat dat het gebruik binnen het bestaande hoofdgebouw niet mogelijk is en mits er een medische noodzaak is;
  3. het gebruik van bijgebouwen als afhankelijke woonruimte uitsluitend is toegestaanindien vaststaat dat het gebruik binnen het bestaande hoofdgebouw en/of aanbouwenniet mogelijk is;
  4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangenwaaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  5. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
  6. er geen omgevingsvergunning is verleend voor hetzelfde bouwperceel op grond van 6.5.1;
  7. bevoegd gezag de omgevingsvergunning als bedoeld in dit lid intrekt, indien de bij hetverlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt vanmantelzorg niet meer aanwezig is.
 

4.5.2 Aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten

Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4 lid 4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in de woning (hoofdgebouw en aanbouwen) en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
  1. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  2. bedoeld gebruik geen hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dat wil zeggen dat geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, die vergunningplichtig of meldingplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer, tenzij het betreffende gebruik door het stellen van voorwaarden verantwoord is;
  3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
  4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  5. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  6. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
  7. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning (hoofdgebouwen en aanbouwen) en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan huis gebonden beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 45 m²;
  8. er geen omgevingsvergunning is verleend voor hetzelfde bouwperceel op grond van artikel 6 lid 5.2.