Plan: | Buitengebied Bernheze |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPBuitengebied-vg01 |
De voor 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, onverharde wegen, kavelpaden en sloten.
Op de voor 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming, met dien verstande dat:
Voor de op te richten bebouwing gelden (mede) de volgende regels:
Voor de bouwwerken ten dienste van een agrarisch bedrijf (functietype 'agrarisch bedrijf') gelden de volgende eisen:
goothoogte | max. 6 m. |
bouwhoogte | max. 12 m. |
afstand tot bestemming Verkeer | min. 15 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
goothoogte | max. 6 m. |
bouwhoogte | max. 10 m. |
inhoud | max. 750 m³ |
afstand woning tot bedrijfsgebouwen | min. 3 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand bijgebouwen tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
goothoogte | max. 3 m. |
bouwhoogte | max. 6 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen | max. 100 m² |
afstand tot bedrijfswoning | min. 3 m. en max. 20 m. |
afstand tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
bouwhoogte | gezamenlijke oppervlakte |
aantal | |
erfafscheidingen | max. 2 m., vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
||
carport/overkapping | max. 3 m. | max. 30 m² | max. 2 |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 12 m. |
bouwhoogte | oppervlakte ten behoeve van één bedrijf | |
teeltondersteunende kassen | max. 8 m. | max. 5000 m² |
overige teeltondersteunende voorzieningen | max. 4,50 m. | geen max. |
tijdelijke vraat- en hagelnetten en regenkappen | max. 4,50 m. | geen max. |
Voor de bouwwerken ten dienste van een bedrijf (functietype 'bedrijf') gelden de volgende eisen:
goothoogte | maximaal zoals opgenomen in Bijlage 7 Staat van niet-agrarische activiteiten en staat van recreatie en maatschappelijke doeleinden |
bouwhoogte | maximaal zoals opgenomen in Bijlage 7 Staat van niet-agrarische activiteiten en staat van recreatie en maatschappelijke doeleinden |
bebouwd oppervlakte | maximaal zoals opgenomen in staat van niet-agrarische bedrijven in Bijlage 7 Staat van niet-agrarische activiteiten en staat van recreatie en maatschappelijke doeleinden |
afstand tot bestemming Verkeer | min. 15 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
goothoogte | max. 6 m. |
bouwhoogte | max. 10 m. |
inhoud | max. 750 m³ |
afstand tot de bestemming Verkeer | min. 15 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand bijgebouwen tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
goothoogte | max. 3 m. |
bouwhoogte | max. 6 m. |
gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen | max. 100 m² |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot bedrijfswoning | min. 3 m. en max. 20 m. |
afstand tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
bouwhoogte | gezamenlijke oppervlakte | aantal | |
erfafscheidingen | max. 2 m., vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
||
carport/ overkapping | max. 3 m. | max. 30 m² | max. 2 |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m. |
Voor de bouwwerken ten dienste van de woonfunctie (functietype 'wonen') gelden de volgende eisen:
goothoogte | max. 6 m. |
bouwhoogte | max. 10 m. |
inhoud | maximaal 750 m³ ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - beperkte inhoudsmaat' max. 350 m³ |
afstand tot bestemming Verkeer | min. 15 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand bijgebouwen tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
goothoogte | max. 3 m. |
bouwhoogte | max. 6 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen | max. 100 m² |
afstand tot woning | min. 3 m. en max. 20 m. |
afstand tot voorgevelrooilijn | min. 2 m. |
bouwhoogte | gezamenlijke oppervlakte | aantal | |
erfafscheidingen | max. 2 m., vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
||
carport/overkapping | max. 3 m. | max. 30 m² | max. 2 |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 3 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Een in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan bovendien slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik, wordt gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in 4.1, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.3 onder den toestaan dat bijgebouwen tot een maximum oppervlak van 100 m2 gebruikt worden ten behoeve van mantelzorg onder de voorwaarden dat:
De omgevingsvergunning wordt ingetrokken en het tijdelijke gebruik als woonruimte wordt beëindigd als, en zodra de noodzaak inzake mantelzorg komt te vervallen.
Een in 4.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan bovendien slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 4.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.7.1 onder bwordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.
Uitvoering van de in 4.7.1 genoemde werken of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de in 4.7.4 genoemde waarden worden verstaan:
Het is verboden om cultuurhistorisch waardevolle panden, zoals opgenomen in Bijlage 9 niet zijnde een gemeentelijk- of rijksmonument, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het slopen als bedoeld in artikel 4.8.1 is slechts toelaatbaar, indien voldaan wordt aan één van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in 4.9.1 genoemde wijziging kan bovendien slechts worden vastgesteld mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: